1949.
VIII, 7, 7 A. 115—120. INKOMSTEN
In deze vergoeding kan de bovenbedoelde uitkering van de buitengemeenten worden
gevorderd in verhouding van het aantal buitenleerlingen tot het totaal aantal leerlingen
der school.
Geraamd wordt op deze post ƒ72,72.
Zie ook volgno. 124 der ontvangsten.
116 Uitkering van andere gemeenten in verband met de aan schoolbesturen betaalde uitkering
ingevolge artikel 20 jter der Lager-onderwijswet 1920 Begroting Rekening
1945 1.200,— 1945
1946 - 416— 1946 - 858,28
1947 - 365,— 1947 -
1948 - 405,05
1949 - 408,66
Krachtens het bepaalde in artikel 205ter, 4e lid, der Lager-onderwijswet 1920 kunnen
uitkeringen worden gevorderd van andere gemeenten voor aldaar woonachtige leerlingen,
die een alhier gevestigde bijzondere lagere school bezoeken, waarvoor door de gemeente
een afkoopsom als bedoeld in artikel 205ter is uitgekeerd. Deze uitkering wordt berekend
naar 5 van de afkoopsom in verhouding van het aantal buitenleerlingen tot het totaal
aantal leerlingen der school.
Geraamd wordt voor 1949 ƒ408,66.
Zie ook volgno. 125 der ontvangsten.
117 Rente van waarborgsommen, gestort door besturen van bijzondere scholen
Begroting Rekening
1945 3.000,— 1945 3.023,39
1946 - 3.C14,1946 - 3.013,91
1947 - 2.240,— 1947 - 2.261,91
1948 - 2.035,—
1949 - 1.300,—
De gestorte waarborgsommen zijn niet afzonderlijk belegd, doch worden door de ge
meente als kasgeld aangewend.
Gerekend naar een rekening-courantrente van 3 kan deze ontvangstpost worden
gesteld op rond ƒ1.300,waarbij aandacht is geschonken aan de terugbetaling van
waarborgsommen in de loop van 1949.
Zie volgno. 455.
118 Teruggaaf door besturen van bijzondere lagere scholen van te veel ontvangen bijdragen inge
volge art. ioi der Lager-onderwijswet ig20. Begroting Rekening
1945 memorie 1945
1946 - memorie 1946 -
1947 - memorie 1947 - 2.514,21
1948 - memorie
1949 - memorie
Daar niet bekend is of teruggaaf zal plaats vinden, wordt op deze post geen bedrag
uitgetrokken.
7A. Bijzonder voortgezet gewoon lager onderwijs.
120 Schoolgelden
- 7.000
1.562,66
1945
3
1945
1946 -
7.000,—
1946
1947 -
9.000,—
1947
1948 -
3.000,—
1949 -
2.000,—
iaar dient
deze raming lager
uitgetrokken te worden.
Zie ook de toelichting bij volgno. 79.
30
VIII, 9. 121—126.
1949.
INKOMSTEN
9. Bijzonder uitgebreid lager onderwijs.
Schoolgelden Begroting Rekening
1945 1945 -,—
1946 - 9.000,— 1946 - 9.000,—
1947 - 11.000,— 1947 - 6.646,63
1948 - 12.000,—
1949 - 8.000,—
De heffing geschiedt naar dezelfde grondslagen als voor het openbaar uitgebreid lager
onderwijs. Naar de thans (Oct. 1948) bekende gegevens is de raming voor 1948 te hoog
uitgetrokken, weshalve voor 1949 een lager bedrag wordt geraamd.
Zie ook de toelichting bij volgno. 79.
Uitkering van gemeenten ingevolge art. 86 der Lager-onderwijswet 1920
Begroting Rekening
1945 1.900,— 1945
1946 - 614,20 1946 - 1.095,05
1947 - 535,20 1947 -
1948 - 726,98
1949 - 738,03
Zie de toelichting bij volgno. 113.
Geraamd wordt op deze post 738,03.
Uitkering van gemeenten ingevolge art. 104, eerste lid, der Lager-onderwijswet 1920
Begroting Rekening
1945 405,— 1945
1946 - 134,72 1946 -
1947 - 102,88 1947 - 1.444,46
1948 - 1.491,37
1949 - 1.472,40
Zie de toelichting bij volgnummer 114.
Verwacht wordt, dat ontvangen zal worden 1.472,40.
Uitkering van andere gemeenten in de aan schoolbesturen te betalen vergoeding, bedoeld
in art. 205 der Lager-onderwijswet 1920 Begroting Rekening
1945
290,—
1945
1946 -
85,21
1946 -
1947 -
61,84
1947 -
1948 -
105,37
1949 -
45,27
Zie de toelichting bij volgno. 115.
Een bedrag van ƒ45,27 wordt geraamd.
Uitkering van andere gemeenten in verband met de aan schoolbesturen betaalde uitkeringen
ingevolge art. 20$ter der Lager-onderwijswet 1920 Begroting Rekening
1945
2.900,—
1945
1946 -
932,75
1946 -
1947 -
912,58
1947 -
1948 -
1.044,50
1949 -
929,70
Zie de toelichting bij volgno. 116.
Geraamd wordt op deze post 929,70.
Rente van waarborgsommen, gestort door besturen van bijzondere scholen
Begroting Rekening
1945 60,— 1945 57,93
1946 - 57,94 1946 - 57,94
1947 - 54,— 1947 - 53,94
1948 - 53,—
1949 - 39,—
Gerekend wordt op een rente van 3 zodat ontvangen zal worden rond 39,
Zie volgno. 475.
31