1949.
XII. 1. 175—177. INKOMSTEN
HOOFDSTUK XII.
Dekkingsmiddelen van algemene aard.
1. Belastingen.
175 igo opcenten op de hoofdsom der grondbelasting op de gebouwde eigendommen
Begroting Rekening
1945 393.000,— 1945 460.618,78
1946 - 393.000,— 1946 - 396.000,—
1947 - 391.000,— 1947 - 397.237,32
1948 - 396.000,—
1949 - 396.000,—
a. betreffende het op het dienstjaar betrekking hebbende belastingjaar 396.000,—
b. betreffende het vorige belastingjaarmemorie
396.000,—
Zie volgno. 176. -==
175 Iio opcenten op de hoofdsom der grondbelasting op de ongebouwde eigendommen
Begroting Rekening
1945 32.000,— 1945 56.923,94
1946 - 32.000,— 1946 - 33.300,03
1947 - 33.000,— 1947 - 33.351,79
1948 - 33.000,—
1949 - 33.000,—
a. betreffende het op het dienstjaar betrekking hebbende belastingjaar 33.000,
b. betreffende het vorige belastingjaar memorie
33.000
De heffing geschiedt krachtens besluit van de burgemeester dd. 25 September 1943,
goedgekeurd bij besluit van 3 November 1943, no. 2.
De onder dit volgnummer en 175 vermelde ontvangsten zijn geraamd in overeenstemming
met de raming van de hoofdinspecteur der belastingen.
Omtrent de onder b van deze beide posten genoemde inkomsten kan nog geen raming
worden gedaan, omdat deze zullen betreffen de eventuele, nog niet bekende, einduit-
keringen over het belastingjaar 1948.
177 Opcenten op de hoofdsom der personele belasting
Begroting
a.
b.
1945
1946 -
1947 -
1948 -
1949 -
402.000,—
402.000,—
350.000,—
298.000,—
270.000,—
Rekening
1945 402.019,04
1946 - 370.000,—
1947 - 353.440,85
betreffende het in het dienstjaar aanvangende belastingjaar (hetgeen van
van het Rijk tot en met Februari van het volgende kalenderjaar wordt
ontvangen)f 162.000,
betreffende het in het dienstjaar eindigende belastingjaar (het verschil
tussen het door het Rijk in totaal uitgekeerde bedrag en het op het
vorige dienstjaar onder a verantwoorde bedrag)- 108.000,
270.000
Over het belastingjaar 1 Juni 1949/'50 zullen ten behoeve van de provincie 50 opcenten
worden geheven, zodat de gemeente moet volstaan met een heffing van 150 opcenten.
In overeenstemming met de raming van de hoofdinspecteur der belastingen wordt de
opbrengst over het belastingjaar 1948 "49 geraamd op 270.000, waarvan komt ten
bate van de dienst 1949 (onderdeel b40% is ƒ108.000,
42
XII, 1. 177—182.
1949.
INKOMSTEN
Volgens mededeling van genoemde hoofdinspecteur kan de opbrengst over het jaar
1949 '50 worden geraamd op ƒ270.000,
Op onderdeel a van deze post kan derhalve worden geraamd 60 van 270.000,
162.000,—.
Bij Raadsbesluit van 28 Januari 1948 no. 710, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van
26 Juni 1948 no. 10, is de gemeente voor de personele belasting gerangschikt in de 4de
klasse voor zover het stedelijk gedeelte betreft, en in de 7de klasse voor het landelijk gedeelte.
175 Uitkering van het Rijk wegens de ondernemingsbelasting
Begroting Rekening
1945 293.400,— 1945 f 337.040,52
1946 - 212.000,— 1946 - 1.239.425,61
1947 - 586.800,— 1947 - 587.670,—
1948 - 616.140,—
1949 - 739.368,—
Op deze post behoort te worden geraamd hetgeen van het Rijk wordt ontvangen gedurende
het kalenderjaar 1949.
Blijkens schrijven van de Minister van Financiën van 30 Augustus 1948, Bureau Ge
meente financiën no. 1 wordt de aan deze gemeente uit te keren ondernemingsbelasting
voor 1949 geraamd op ƒ739.368,
179 Gewetensgelden Begroting Rekening
1945 memorie 1945
1946 - memorie 1946 - 7,50
1947 - memorie 1947 -
1948 - memorie
1949 - memorie
Niet bekend is, of en hoeveel op deze post zal worden ontvangen.
180 Belasting op de honden
Begroting
1945
1946 -
1947 -
1948 -
1949 -
9.000,—
9.000,—
22.000,—
38.000,—
38.000,—
Rekening
1945 10.182,25
1946 - 17.433,95
1947 - 42.184,10
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 8 October 1947 no. 6108, goedgekeurd
bij Koninklijk Besluit van 17 November 1947 no. 65.
181 Belasting op toneelvertoningen en andere vermakelijkheden
Begroting Rekening
1945 150.000,— 1945 151.178,78
1946 - 115.000,— 1946 - 257.546,63
1947 - 200.000,— 1947 - 199.795,76
1948 - 200.000,—
1949 - 200.000,—
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 10 Maart 1948 no. 2057, goedgekeurd
bij Koninklijk Besluit van 31 Maart 1948 no. 12.
Voor 1949 wordt een raming van ƒ200.000,verantwoord geacht.
182 Opbrengst van het vergunningsrecht wegens verkoop van sterke drank in het klein
Begroting Rekening
1945 9.500,— 1945 9.443,75
1946 - 13.500,— 1946 - 9.275,—
1947 - 13.500,— 1947 - 12.200,—
1948 - 13.500,—
1949 - 15.000,—
43