u-i-nase tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
Sn Leeuwarden, 1 950. BIJLAGE NO. 31.
BIJLAGE EO. 31
Aan de Gemeenteraad.
De pachter van de buffetten in de Prinsentuin en in
het Beurs- en Waaggebouw, de firma "Concertzaal Schaaf",
heeft ons verzocht om deze buffetten wederom voor 1950 op
de bestaande voorwaarden te mogen pachten.
In verband met de plannen tot inwendige verbouwing van
het Beursgebouw, lijkt ons thans nog niet het ogenblik aan
gebroken, om tot een openbare inschrijving en een eventueel
meerjarige verpachting, waartoe, zoals Uw Raad bekend is,
in 1949 het voornemen bestond, over te gaan.
Tegen een onderhandse verpachting aan adressante voor
het jaar 1950 hebben wij, gezien de hierbij overgelegde
adviezen van de Commissie voor het Markt- en Havenwezen en
van de Directeur van de Markt- en Havendienst, inhoudende
dat van de Beurscommissiedan ook geen bezwaar.
In de voorwaarden van deze verpachting zal echter thans
de bepaling moeten worden opgenomen, dat bij de aanvang van
de eventuele verbouwing van de Beurs en de gebouwen van de
Prinsentuin de pacht van de buffetten door Burgemeester en
Wethouders zal kunnen worden beëindigd of tijdelijk kan wor
den gestopt, zonder dat de pachter deswege aanspraak op
schadevergoeding kan maken. Met deze voorwaarde heeft de
firma "Concertzaal Schaaf" zich kunnen verenigen.
Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten:
tot verpachting aan de firma "Concertzaal Schaaf", al
hier, voor de tijd van één jaar, gerekend vanaf 1 Januari
1950, van:
a. de exploitatie van de buffetten in het Beurslokaal en
het afrekenlokaal in de Waag;
b. de exploitatie van de buffetten en het gebruik van het
koffiehuis in de Prinsentuin, met uitzondering van de
bovenverdieping van dit gebouw,
voor de som van f. 2000,- in totaal, en wel onder de voor
waarden van het voor 1949 gegolden hebbende pachtcontract
aangevuld met de volgende bepaling:
"Ingeval tijdens het pacht jaar overgegaan wordt tot een
"verbouwing van het Beursgebouw en/of gebouwen van de Prin
sentuin, zijn Burgemeester en Wethouders bevoegd, om, on-
"der verlening van een evenredige vermindering van de pacht-
"som, de pachtovereenkomst te beëindigen, dan wel tijdelijk
"buiten werking te stellen, zonder dat pachter deswege enige
"aanspraak op schadevergoeding kan doen gelden."
Leeuwarden, 16 Februari 1950.
Burgemeester en 'Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. VALT DER ME'ULE'N, Burgemeester.
T. BAKKER, Secretaris.
Verzonden 18 Februari 1950.