Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO.75.'
Voorzover betreft de met Rijks functies vergelijkbare
gemeentelijke functies, sluit de ontworpen regeling prak
tisch geheel aan bij de Rijksregeling, met dien verstande
evenwel, dat de looptijd der salarisschalen in de gevallen-
waarin hiertoe in verband met het karakter der functies
aanleiding bestond, in navolging van de bestaande regeling
is bepaald op 6 jaar. Teneinde enige bestaande onregelmatig
heden in de regeling van de periodieke verhogingen weg te
nemen, zijn daarbij de minima in sommige salarisschalen
enigszins gewijzigd. De periodieke verhogingen bedragen in
het ontwerp, behoudens voor enkele schalen, waarin het Rijks
systeem meer geëigend bleek te zijn, in de schalen met een
maximum-salaris tot en met f. 340,-- per maand f. 10,— en
voor de hogere schalen f. 15,--.
In aansluiting aan het Rijksbezoldigingsbesluit en de
bezoldigingsregelingen voor de burgemeesters, de politie,
de brandweer en de vakleraren bij het onderwijs, worden de
salarissen in de ontworpen regeling uitgedrukt in maandbe
dragen.
In het ontwerp is, in overeenstemming met de bij de be
handeling van de Jaarwedderegeling 1947 in de Commissie voor
Georganiseerd. Overleg geuite wens, gebroken met het systeem,
waarbij aan verschillende functies een dienst- of bedrijfs-
aanduiding (als b.v. opzichter Gasfabrieken, opzichter Ge
meentewerkenopzichter Gemeentereiniging) werd toegevoegd.
Naar het voorbeeld van het Rijk en in navolging van de daar
gebruikelijke titulatuur is thans derhalve zoveel mogelijk
gestreefd naar een algemene rangaanduiding. Zo kent het
ontwerp vier rangen van opzichter en technisch ambtenaar,
alle zonder nadere aanduiding en daarom bruikbaar voor alle
diensten en bedrijven, die dit personeel behoeven. Het systeem
van de Bezoldigingsregeling wordt hierdoor in belangrijke mate
vereenvoudigd en zal in vele gevallen de gelegenheid bieden
om met vermijding van de omslachtige procedure van wijziging
van de salarisregeling de in de praktijk nodige personeels
voorzieningen te treffen.
Het systeem van algemene rangaanduiding, ook ten aanzien
van de administratieve ambtenaren bij de diensten en bedrij
ven, brengt uiteraard mede, dat niet meer, zoals tot dusverre
het geval was, uit de rangaanduiding (titel) de functie van
de betrokken ambtenaar kan worden afgeleid.
Aangezien zulks met betrekking tot naar buiten optredende
ambtenaren als een bezwaar zou kunnen worden beschouwd, is
in artikel 22 van het ontwerp de mogelijkheid tot toekenning
van persoonlijke titels opgenomen.
Opgenomen is in het ontwerp, in aansluiting aan het alge
meen Rijksrangenstelsel en in navolging, van andere gemeen
ten, de functie van adjunct-commies A met een salaris van
f. 280,-- tot f. 340,--. Deze invoeging past zeer wel m
het systeem en vormt overigens een logische aansluiting op
de voorgestelde schaal voor adjunct-commies, welke door
haar lagere aanvangsbezoldiging een enigszins ander karakter
gekregen heeft.
Voorts zijn thans opgenomen een 4-tal tekenaarsrangen.
Tot nu toe bestonden er alleen 2 tekenaarsrangen bij het
Gemeentelijk Electriciteitbedrijf doch de directeur der
Gemeentewerken acht het gewenst om in navolging van he 113
ook voor zijn dienst tekenaarsrangen op te nemen.
De functie van tuinarchitect is in het ontwerp niet me^
opgenomen, zulks omdat naar ons oordeel deze functie op een
lijn behoort te worden gesteld met die van technisch
ambtenaar. Thans iets lager gewaardeerd dan de technis rn
hoofdambtenaren, betreft het hier derhalve in zekere zi.i
fl e en"
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE' NO.75
Ook ten aanzien van 'de functie van de directeur van het
Gemeentelijk Woningbedrijf achten wij enige herwaardering
gemotiveerd, daar deze tengevolge van een reorganisatie van
de dienst in omvang en betekenis is toegenomen.
Gelijk wij boven reeds opmerkten,ondergaan do bezoldi
gingen van het verplegend personeel met de invoering van de
ontwerp-regeling oen beduidende verhoging. De nieuwe normen
sluiten geheel aan bij de Rijksregeling en bij de beloning
van de verpleegsters in de particuliere ziekenhuizen. Opge
merkt zij hierbijdat tegenover de vooruitgang in salaris
een grotere inhouding voor het genot van kost en inwoning
staat
Blijkens haar bij de stukken overgelegd advies heeft de
Commissie voor Georganiseerd Overleg, die zich m het al
gemeen met de door ons opgemaakte ontwerp-verordening heeft
kunnen verenigen, daaromtrent enige opmerkingen gemaakt,
die wij hieronder puntgewijze in behandeling nemen.
1. In haar rapport wordt door de commissie verzocht in
artikel 20 op te nemen de bepaling, dat'de commissie met
betrekking tot het stellen van regelen nopens een korting
wegens van gemeentewege verstrekte dienstkleding zal worden
gehoord. Aangezien het hier betreft een aangelegenheid,
waarin incidenteel door ons College pleegt te worden voor
zien en het vooralsnog niet in ons voornemen ligt hierom
trent een algemeen verbindend voorschrift vast te stellen,
hebben wij er bezwaar tegen de gewenste toevoeging in arti
kel 20 op te nemen. Naar ons oordeel moet het n.l. onjuist
worden geacht de commissie in te schakelen in incidentele
beleidspunten als deze. Mocht in de toekomst een algemene
regeling met betrekking tot het verstrekken van dienst-"
kleding worden ingevoerd, dan zal deze .uiteraard ingevolge
de verordening op het Georganiseerd Overleg automatisch aan
de commissie ter beoordeling worden voorgelegd.
2. Het betrekking tot artikel 24 is de op>merking gemaakt,
dat van hogerhand bezwaar zou kunnen worden gemaakt tegen
een bepaling, waarbij bestaande uitzichten op hoger salaris
volgens de bestaande regeling worden gegarandeerd. Dit be
zwaar zou kunnen worden ondervangen door de. looptijd der
schalen, welke ook overigens in het algemeen te lang werd
geacht, in te korten. In analogie met de bezoldigingsrege
lingen voor de burgemeesters, de secretarissen en de ont
vangers en in overeenstemming met het in andere gemeenten
bestaand periodiekenstelsel van 6x1 jaar, werd door de
commissie ernstig in overweging gegeven het tot dusverre
alhier gevolgde systeem der periodieke verhogingen, waar
mogelijk, te handhaven.
Gelijk hiervoor reeds werd opgemerkt, hebben wij, gelet
op de goede ervaring met het bestaande systeem van 6 jaar
lijkse verhogingen opgedaan, overeenkomstig de geuite wens
do aanvankelijk anders samengestelde salarisschalen, voor
zover de daarin opgenomen functies daartoe geschikt werden
geacht, ingekort tot 6 jaar.
Tenslotte moge nog de aandacht worden gevestigd op het
?eit, dat in de voorgestelde verordening opgenomen is de
bepaling, dat voor gevallen, waarin de verordening niet
of niet naar billijkheid voorziet, door Burgemeester en
•'ethouders een bijzondere regeling kan worden getroffen.
3. Ten aanzion van de bezoldiging van de directeur
der Algemene Begraafplaatsen is door de commissie een ver
betering bepleit.
u Ge-"
een herwaardering van de betrokken functionaris, welke even
wel ligt ih de lijn van het bovenbedoelde algemene rangen
stelsel