Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE ITO. 130.
BIJLAGE NO. 130.
Aan de Gemeenteraad.
Bij de wet van 27 Mei 1948 (Staatsblad I 215)
zijn enkele wijzigingen aangebracht in het Besluit bezet
tingsmaatregelen (Staatsblad 1944, no. E 93), welke de
noodzaak meebrengen een gedeelte van de bezettingsmaat
regelen der z.g. lagere organen, waaronder moeten worden
verstaan maatregelen, welke door die organen tijdens de
vijandelijke bezetting van ons land zijn genomen, opnieuw
vast te stellen.
Het Besluit bezettingsmaatregelen, zoals dit vóór de
bovenbedoelde wijziging luidde, bepaalde, dat deze maat
regelen ''voorlopig" van kracht zouden blijven. Ten aanzien
van een bepaalde categorie dier maatregelen van lagere
organen,n.1. de algemeen verbindende voorschriften, in
het Besluit E 93 "bezettingsregelingen" genoemd, heeft de
wet van 27 Mei 1948 evenwel een wijziging in deze toestand
aangebracht door te bepalen, dat deze regelingen, voorzover
zij zijn vastgesteld door organen, welke daartoe krachtens
de Nederlandse wetgeving, zoals deze op 10 Mei 1940 luidde,
niet bevoegd waren, op 1 December 1950 zullen vervallen.
De hier bedoelde categorie bezettingsregelingen wordt nu,
voorzover het bestuur der gemeente betreft, gevormd door
die algemeen verbindende voorschriften, welke na 1 September
1941, de datum, met ingang van welke de werkzaamheden o.m.
van de Raden en van de Colleges van Burgemeester en Wet
houders der gemeenten ingevolge de z.g. achtste verordening
van de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied
"bleven rusten"werden tot stand gebracht door de Burge
meester der gemeente, waarnemende de taak van de Raad, res
pectievelijk van het College van Burgemeester en Wethouders.
De toestand is, in het kort gezegd, derhalve zó, dat
van de bezettingsmaatregelen slechts de algemeen verbindende
voorschriften opnieuw moeten worden vastgesteld en dan nog
slechts voorzover deze tussen 1 September 1941 en 15 April
1945 (de datum van de bevrijding van ons gewest) tot stand
kwamen.
Het opnieuw vaststellen van deze voorschriften dient,
gelijk vanzelf spreekt, uiteraard te geschieden door de orga
nen, welke daartoe normaliter bevoegd zijn, dat wil zeggen de
Raad en het College van Burgemeester en Wethouders, elk voor
zover het opnieuw vaststellen van die voorschriften tot hun
competentie behoort.
In verband met de hiervcrenbedoelde wijziging van het
Besluit bezettingsmaatregelen bieden wij U hierbij dan ook
een aantal besluiten, waarvan wij handhaving nodig of ge
wenst achten, ter vaststelling aan.
Opgemerkt wordt, dat in de sedert 1946 gehouden verga
deringen van Uw Raad reeds een aantal "bezettingsregelingen"
werden vervangen of opnieuw vastgesteld, welke algemeen
verbindende voorschriften thans uiteraard buiten beschouwing
kunnen worden gelaten. Meerdere voorstellen tot hernieuwde
vaststelling van bezettingsmaatregelen zullen volgen.
Leeuwarden, 27 Juli 1950.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. VAN DER MEULEN, Burgemeester.
Verzonden 5 Augustus 1950.
M.D. DE JONG 1.-Secretaris
ONTWERF"