Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, .1950. BIJLAGE NO. 144,
6. de gemeente zorgt voor haar rekening voor de aanleg van
de nieuwe weg tussen de Harlingertrekvaart en het te
verkopen terrein, van de bestrating, de riolering en voor
de aanleg van een voedingskabel voor electriciteit tot
voor het aan te kopen terrein.
Leeuwarden, 23 Augustus 1950.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. VAN DER MEULEN, Burgemeester.
T.BAKKER, Secretaris.
Verzonden 26
Augustus
1950.
Bi-jiage tot het verslag der handelingen van de 'gemeenteraad
van Leeuwarden, 1 950. fAll
BIJLAGE NO.145*
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge het Besluit Bezettingsmaatregelen, zoals dit
is gewijzigd bij de wet van 27 Mei 1948 (Staatsblad I 215),
vervallen op 1 December 1 950, voor zover zij dan nog van kracht
zijn, de bezettingsmaatregelen van lagere organen, vastgesteld
door organen, die daartoe krachtens de Nederlandse wetgeving,
zoals die op 1 0 Mei 1940 luidde, niet bevoegd waren.
Ten gevolge hiervan zal aan een aantal door de burgemeester
in de bezettingsjaren vastgestelde algemeen verbindende voor
schriften, waarvan het voortbestaan ook na 1 December 1950
wenselijk wordt geacht, een legale grondslag moeten worden ge
geven. Hiertoe zullen deze voorschriften door het thans be
voegde orgaan opnieuw moeten worden vastgesteld.
Een belangrijk aantal nieuw vast te stellen besluiten heeft
betrekking op gemeentelijke belastingen.
Verschillende belastingverordeningen, die in de bezettings
jaren tot stand zijn gekomen, zijn inmiddels na de bevrijding
door andere verordeningen vervangen. Deze verordeningen heb
ben dus reeds rechtskracht en kunnen thans buiten beschouwing
blijven.
In het algemeen verdient het geen aanbeveling belastingver
ordeningen in de loop van een belastingjaar te doen aanvangen,
aangezien hieruit onbillijkheden kunnen voortvloeien.
Blijkens brief van de Minister van Binnenlandse Zaken van
29 Maart 1 950, afd.B.B., Bur.Ein.,nr. 18011, gericht aan Ge
deputeerde Staten van Zeeland, is de Minister van oordeel,dat
de nieuw vast te stellen belastingverordeningen -mits deze
overigens gelijkluidend zijn aan de bestaande verordeningen
en derhalve materieel een ongewijzigde voortzetting zijn van
de oude regelingen - zonder bezwaar op 1 December 1 950 of op
enig ander vóór die datum gelegen tijdstip in werking kunnen
treden
Met deze zienswijze van de Minister is in de thans voorge
stelde ontwerp-belastingverordeningen en -besluiten rekening
gehouden. Behoudens de verordening op de heffing van besmet
telijke -ziektengelden (zie hierna) worden dan ook geen wijzi
gingen van materiële aard voorgesteld.
Voorts merkt de Minister in zijn hiervoor vermelde brief
nog op;
"Aangezien -zoals reeds uit het vorenstaande volgt- na 1
December 1950 de eerderbedoelde bezettingsregelingen ook over
enig tijdvak, waarover zij (ten onrechte) van kracht waren,
niet meer mogen worden toegepast, wordt het niet juist geacht,
in de nieuwe verordeningen de gebruikelijke slotbepaling "De
verordening blijft van kracht voor de belastingjaren, welke
voor die datum (datum van inwerkingtreden) zijn geëindigd" op
te nemen.
Ook het verlenen van terugwerkende kracht aan de nieuwe
verordening biedt geen oplossing, aangezien dan over hetzelfde
tijdvak twee regelingen van kracht zouden zijn.".
In verband hiermede geeft de Minister van Binnenlandse Zaken
dan ook in overweging de slotbepaling als volgt te redigeren;
"Deze verordening treedt in werking op 1 December 1950.
Met ingang van genoemde datum vervalt, ingevolge artikel
11 van het Besluit Bezettingsmaatregelen, de verordening,
vastgesteld op goedgekeurd bij besluit van de
Secretaris-Generaal van het Departement van Binnenlandse Zaken
van
Deze verordening zal mede worden toegepast over enig tijd
vak, waarover de verordening van gold, doch
niet mocht zijn toegepast.".
"In
swk *£3JPIM