Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1 950- BIJLAGE NO. 145»
ONTWERP II.
VERORDENING tot heffing van een
vergoeding voor het gebruik
van lokalen van gemeentelijke
inrichtingen van onderwijs en
van andere voor de publieke
dienst bestemde gemeentege
bouwen door verenigingen of
particulieren voor onderwijs
doeleinden.
Artikel 1
Voor het gebruik van lokalen van gemeentelijke inrichtingen
van onderwijs en van andere voor de publieke djenst bestemde
gemeentegebouwen, overeenkomstig de desbetreffende verordening
aan verenigingen of particulieren voor onderwijsdoeleinden in
gebruik gegeven, wordt een vergoeding geheven voor kosten van
onderhoud, verlichting, verwarming en schoonhouden van die lo
kalen. Voor het gebruik van de in die lokalen aanwezige toe
stellen, leermiddelen en dergelijke, is een afzonderlijke ver
goeding verschuldigd.
Artikel 2.
De vergoeding is verschuldigd door degene, te wiens name
de vergunning tot het gebruik van het lokaal is gesteld.
Zij wordt berekend naar het aantal uren, gedurende welke
de bedoelde lokalen, toestellen, leermiddelen en dergelijke
beschikbaar zijn gesteld, met inachtneming van het bepaalde
in de navolgende artikelen.
Artikel 3.
De vergoeding bedraagt per uur, bedoeld in het tweede lid
van artikel 2:
a. voor het gebruik van een lokaal, gelegen in het stedelijke
gedeelte der gemeente:
gedurende het tijdvak van 1 April tot en met 30 September
f. 0,50;
gedurende het tijdvak van 1 October tot en met 31 Maart:
voor 16 uur f. 0,65;
na 16 uur f. 0,75;
b. voor het gebruik van een lokaal, gelegen in het overige ge
deelte der gemeente f. 0,30.
Voor het gebruik van de in het lokaal aanwezige toestellen,
leermiddelen en dergelijke worden de in het eerste lid ge
noemde vergoedingen verhoogd, die onder a met f. 0,25 en die
onder b met f. 0,10.
Indien, ter beoordeling van burgemeester en wethouders, het
gebruik van een lokaal meer dan gewone maatregelen voor het
schoonhouden noodzakelijk maakt, kunnen de heffingen worden op
gelegd tot ten hoogste het dubbele van de in dit artikel ge
noemde bedragen.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder het ste
delijke gedeelte der gemeente verstaan het gedeelte, als zoda
nig door burgemeester en wethouders aangewezen, welke aanwij
zing voor het eerst in het jaar 1950 en vervolgens om de drie
jaren plaats heeft.
"Artikel 4."