Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1950- BIJLAGE B0.145» Artikel 4» Indien een vergunning is verleend ten behoeve van vereni gingen, die naar het oordeel van burgemeester en wethouders ten doel hebben kosteloos of tegen geringe vergoeding onder wijs te geven aan on- of minvermogenden, is, indien het ver zoek daartoe tegelijk met de aanvrage tot gebruik van een of meer lokalen aan burgemeester en wethouders wordt gedaan, door de gebruikster de helft van de met inachtneming van artikel 3 te berekenen vergoeding verschuldigd. Artikel 5» Het aantal uren, genoemd in de door burgemeester en wethou ders verleende vergunning, strekt tot grondslag van de aanslag. Met wijzigingen in het aantal uren, waarvoor het lokaal in gebruik is gegeven, wordt bij de vaststelling van de aanslag slechts rekening gehouden, indien de vergunning door burgemees ter en wethouders is gewijzigd en wel uitsluitend met ingang van de datum, in het wijzigingsbesluit genoemd, welke datum nimmer gesteld kan worden voor die van het wijzigingsbesluit. Het niet gebruiken van lokalen op daarvoor aangegeven uren geeft nimmer recht op vrijstelling van betaling van de vergoe ding, tenzij van deze afwijking van de vergunning taiminste veertien dagen te voren aan burgemeester en wethouders schrif telijk kennis is gegeven. Ingeval van gemeentewege over lokalen moet worden beschikt in uren, waarop zij in gebruik zijn gegeven, is voor die uren geen vergoeding verschuldigd. Artikel 6. Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot en met 31 Decem ber Artikel 7 De vergoeding is invorderbaar op 1 Mei, 1 Augustus, 1 Novem ber en 1 Eebruari, telkens voor het dan verstreken kalender kwartaal Artikel 8. Burgemeester en Wethouders zenden tijdig voor de in artikel 7 vermelde data aan de gemeente-ontvanger een lijst van de door de gebruikers verschuldigde vergoedingen. Onmiddellijk na ontvangst van deze lijst reikt de gemeente ontvanger aan ieder der daarin genoemde belastingschuldigen een aanslagbiljet uit, bevattende een extract uit deze lijst voor zoveel ieder betreft en een mededeling, dat het verschul digde voor of op de vervaldag aan hem moet worden voldaan. De gemeente-ontvanger geeft van elke betaling te zijnen kantore onmiddellijk kwitantie. Artikel 9. Bij nalatigheid in het tijdig aanzuiveren van de verschul digde vergoeding geschiedt de invordering overeenkomstig de voorschriften der artikelen 291 tot en met 295 der gemeente wet Artikel 1 0. Deze verordening treedt in werking op 1 December 1 950* Met ingang van genoemde datum vervallen, ingevolge artikel 11 van het besluit bezettingsmaatregelen, de verordening en het besluit van 4 Februari 1 944 (gemeenteblad van 1 944, nrs 10 en 21), goedgekeurd door de secretaris-generaal van het departement van binnenlandse zaken bij besluit van 22 April 1944, nr.4. Deze verordening zal medo worden toegepast over enig tijd vak, waar over de verordening en het besluit van 4 Februari 1944 golden, doch niet mochten zijn toegepast. Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1950- BIJLAGE HO. 1 45- ONTWERP III. VERORDENING tot heffing van school geld voor het onderwijs aan de middelbare handelsavondschool. Artikel 1 Wegens het geven van onderwijs aan de middelbare handels avondschool wordt ten behoeve van de gemeente schoolgeld ge heven. Artikel 2. 1. Het schoolgeld is verschuldigd voor elke leerling, die in het schoolgeldjaar de middelbare handelsavondschool bezoekt 2. Het schoolgeld is verschuldigd voor: a. een leerling, staande onder ouderlijke macht, dan wel on der voogdij van zijn vad.er of zijn moeder, door degene, die de ouderlijke macht of de voogdij uitoefent; b. een leerling, niet staande onder ouderlijke macht, noch onder voogdij van zijn vader of zijn moeder, door de leerling zelf. 3. Pleegouderlijke zorg vervult te dezen opzichte de plaats van de ouderlijke macht of de voogdij van de vader of van de moeder. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor onderhoud en opvoeding van het kind van anderen als ware het een eigen kind. Artikel 3 1Maatstaf voor het verschuldigde schoolgeld is het totale bedrag, dat de schoolgeldplichtige verschuldigd is wegens inkomstenbelasting over het bij de aanvang van het school geldjaar laatstverlopen kalenderjaar of gedeelte van dat kalenderjaar (belastingtijdvak) en wegens vermogensbelas ting over het bij de aanvang van het schoolgeldjaar lo pende belastingjaar. Indien de niet van tafel en bed ge scheiden echtgenoot van de schoolgeldplichtige zelf in de vermogensbelasting is aangeslagen, wordt bij het bepalen van de schoolgeldmaatstaf mede rekening gehouden met de door de echtgenoot over het hiervoor bedoelde belasting jaar verschuldigde vermogensbelasting. 2. Indien de schoolgeldplichtige op grond van artikel 54 van het besluit op de inkomstenbelasting 1941 niet in de in komstenbelasting wordt aangeslagen, is maatstaf voor het verschuldigde schoolgeld de loonbelasting, welke over het bij de aanvang van het schoolgeldjaar laatstverlopen ka lenderjaar van de schoolgeldplichtige is ingehouden of na gevorderd. 3. Was de schoolgeldplichtige in het hiervoor bedoelde kalen derjaar niet belastingplichtig voor de inkomstenbelasting, dan wordt het schoolgeld geheven naar de maatstaf van de inkomstenbelasting of loonbelasting en van de vermogensbe lasting, welke vermoedelijk verschuldigd zullen zijn over het kalenderjaar, onderscheidenlijk het belastingjaar, waarin het schoolgeldjaar is aangevangen. 4. Bij het vaststellen van het in de vorige leden bedoelde bedrag van de schoolgeldmaatstaf wordt de aftrek ter voor koming van dubbele belasting buiten aanmerking gelaten. "Artikel 4."

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1950 | | pagina 523