Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO.185. a. met toepassing van artikel 16, derde lid, sub c, van de E.W. 1948, behoort het recht op de daar bedoelde jaarlijkse bijdrage in de door de Minister van Wederopbouw en Volks huisvesting ingestelde administratie te worden overgeschre ven ten name van de Bouwkas. De jaarlijkse bijdrage, bedoeld in hoofdstuk II van de E.W. 1948, welke in verband met deze overschrijving aan de Bouw kas wordt uitgekeerd, wordt door deze voor zoveel nodig aan gewend ter voldoening, namens de bouwspaardervan de rente, verschuldigd voor de geldlening, welke onder verband van eerste hypotheek is verstrekt en waarvan de gemeente de tij dige betaling onder meer van deze rente heeft gegarandeerd, zullende derhalve zowel de bouwspaarder als de gemeente voor betaling van deze rente gekweten zijn, als de uitbetaling der bijdrage aan de Bouwkas heeft plaats gehad, en wel jaarlijks ten hoogste tot het bedrag der uitbetaalde bijdrage, zulks met dien verstande, dat de jaarlijkse bijdrage in de eerste plaats wordt aangewend voor voldoening van de rente der geld lening, groot maximaal f. 10.445,57 en voor het eventu eel resterende gedeelte voor de rente van de geldlening, groot maximaal f. 2.230,-,» b. de uitkering ineens, bedoeld in artikel 14 der E.W. 1948, welke in verband met deze overschrijving aan de Bouwkas wordt uitgekeerd, wordt door deze, voor zoveel nodig, aangewend ter (c.q. gedeeltelijke) aflossing namens de bouwspaarder van het bedrag der geldleningen, waarvoor de gemeente de tijdige be taling onder meer van deze aflossing heeft gegarandeerd, zul lende derhalve zowel de bouwspaarder als de gemeente voor de betaling van deze aflossing gelweten zijn, als de betaling der uitkering ineens aan de Bouwkas heeft plaats gehad, en wel ten hoogste tot het bedrag dezer uitkering, zulks met dien verstande, dat de uitkering ineens in de eerste plaats wordt aangewend ter aflossing der geldlening, groot maximaal f. 10.445,57 en voor het eventueel resterende gedeelte voor de aflossing van de lening, groot maximaal f. 2.230,-» c. wanneer bij nadere beschikking van de Minister, om welke reden dan ook, het onrendabele deel der bouwkosten op een lager bedrag dan f. 6875wordt vastgesteld, zal de bouwspaarder verplicht zijn op het daardoor toegenomen be drag der rendabele kosten af te lossen op dezelfde voorwaar den als op het oorspronkelijke bedrag der rendabele kosten en binnen de dan nog resterende tijd van de voor aflossing van het oorspronkelijke bedrag der rendabele kosten bepaal de periode d. de Bouwkas heeft zorg te dragen, dat het pand, waarvoor de te garanderen geldlening wordt aangegaan, tijdens de duur van de overeenkomst zodanig tegen brandschade is en blijft verzekerd, dat herstel of wederopbouw volkomen door de ver- zekeringmaatschappij moet kunnen worden voldaan. Zolang de gemeente garant is, heeft de Bouwkas zorg te dragen, dat in geval van brand het pand hersteld of herbouwd wordt. Bij de verzekering moet het beding, bedoeld in artikel 297 van het Wetboek van Koophandel, worden gemaakt; e. indien de gemeente op grond van deze overeenkomst aan haar verplichtingen als borg heeft voldaan, en derhalve inde rechten der Bouwkas jLs getreden, verleent de Bouwkas haar nu voor alsdan de bevoegdheid om desgewenst tot executie van het onderpand over te gaan, onder gehoudenheid van de gemeen te om uit de opbrengst van het onderpand in de eerste plaats te voldoen de bedragen wegens hoofdsom en kosten, wel ke de Bouwkas ten tijde van de executie ter zake van de bo venomschreven hypothecaire geldleningen van de bouwspaarder heeft te vorderen en zo deze opbrengst niet toereikend mocht zijn, het ontbrekende, voor zover de gegeven garantie haar daartoe verplicht, tegelijkertijd aan de Bouwkas te voldoen; Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1950» BIJLAGE NO. 185. f. de gemeente doet afstand van het recht van uitwinning door de wet aan borgen toegekend, alsmede van de in artikel 1887 van het Burgerlijk Wetboek aan borgen verleende bevoegdheid; g. wanneer de Bouwkas om welke reden dan ook hogere leningen mocht verschaffen dan de hierboven als maximaal aangegeven bedragen, zal de garantie van de gemeente beperkt blijven tot de hierboven als maximaal aangegeven bedragen. De eer ste aflossingen, die de bouwspaarder doet, zullen mogen wor den aangewend voor aflossing van dat deel, waarvoor de ge meente de betaling van rente en aflossing niet heeft gega randeerd; aan de Minister van "Wederopbouw en Volkshuisvesting te verzoe ken tot deelneming van het Rijk in een eventueel uit de garan tie van de onder A sub 1 van dit besluit genoemde geldlening ontstaan verlies tot het ingevolge artikel 27, lid 2, der Ei- nancieringsregeling Woningbouw 1948 hoogst toegelaten bedrag. Leeuwarden De Raad voornoemd, Voorzitter, Secretaris Hf

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1950 | | pagina 580