Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO.201.
4. de pachter kan geen vrijwaring inroepen voor schade we
gens gemis van het genot van het gepachte, veroorzaakt
door de uitoefening van een bestaand recht op het ge
pachte door derden;
5» de verpachter behoudt zich het recht van toezicht op het
gepachte voor; de pachter moet daartoe de verpachter of
diens gemachtigde steeds vrije toegang tot het verpachte
verlenen; bij wederverpachting moet de pachter aan gega
digden vrije toegang tot het gepachte verlenen en desge
wenst de nodige aanwijzingen doen;
6. de pachter zal het gepachte noch geheel, noch gedeelte
lijk, aan een ander mogen overdoen, tenzij met schrifte
lijke vergunning van Burgemeester en Wethouders van Leeu
warden
7. het behoorlijk onderhoud van de sloten om het gepachte,
voor zover de gemeente daartoe is verplicht, is ten laste
van de pachter
8. het onderhoud van een met bloemen en heesters beplante
strook langs het hek aan de Huizumerlaan dient door en
voor rekening van de pachter ten genoegen 'van Burgemees
ter en Wethouders voornoemd te worden uitgevoerd;
9. de pachter moet de pachter van de achtergelegen percelen,
kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie B, nos4829,
4830 en 4836, voortdurend vrije toegang verlenen van en
naar de Huizumerlaan
10. de pachter moet het gepachte op zijn kosten voldoende af
keren en bevredigen, ten genoegen van Burgemeester en
Wethouders voornoemd;
11. op het gepachte mogen geen getimmerten worden geplaatst,
tenzij hiervoor vergunning van Burgemeester en Wethouders
voornoemd is verkregen;
12. bij het eindigen van de pachttijd heeft de gemeente Leeu
warden de plicht al hetgeen op de grond is gebouwd en
geplant tegen taxatiewaarde van de pachter over te nemen;
13. alle kosten, op de rechtsgeldige totstandkoming van het
pachtcontract vallende, zijn voor rekening van de pach
ter; ter berekening van het zegelrecht worden de lasten,
welke de pachter, ter ontlasting van de verpachter voor
zijn rekening neemt, geschat op vijf gulden per jaar.
Leeuwarden, 27 October 1950.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. VAN DER MEULEN, Burgemeester.
T. BAKKER, Secretaris.
Verzonden 28 October 1950.
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1 950. BIJLAGE NO.202.
BIJLAGE NO.202.
Aan de Gemeenteraad.
Het hoofd van gemeenteschool no.8 (gewoon lager onder
wijs) vraagt voor aanvulling en vernieuwing van leermiddelen
ten behoeve van zijn school een extra crediet van rond f.530,-
Dit crediet zal worden aangewend voor de aankoop van leermid
delen voor het aardrijkskunde- en geschiedenisonderwijs. In
de bezettingsjaren is door verhuizing veel verloren gegaan.
Het toenmalige hoofd van de school heeft na de bevrijding geen
gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid om de verloren
leermiddelen weer aan te vullen.
Voor de verzekering van de goede gang van het onderwijs aan
deze school is aanschaffing van door het hoofd der school ge
vraagde leermiddelen nodig.
Blijkens brief van 5 October 1950, no.999, kan de Inspec
teur van het L.O. in de Inspectie Leeuwarden zich met aanschaf
fing van de gevraagde leermiddelen verenigen.
Het hoofd van gemeenteschool no.15 (gewoon lager onderwijs)
vraagt in verband met uitbreiding van het aantal leerlingen
voor de aankoop van leermiddelen voor zijn school een extra
crediet van f. 482,-, waarin begrepen f. 77,- voor een klassi
kaal telranra. Aangezien school 15 inmiddels een klassikaal
telraam heeft kunnen lenen, achten wij aankoop hiervan niet
noodzakelijk, zodat de crediet-aanvraag met f. 77,- kan worden
verminderd
Bovendien vraagt het hoofd van deze school een extra cre
diet van f. 285,- voor aankoop van leermiddelen, welke nodig
zijn in verband met het gebruiken van twee schoolgebouwen. De
totale orediet-aanvraag wordt derhalve voor deze school f.690,-.
Blijkens brieven van 31 haart 1 950, no.395, en van 31 Augustus
1950, no.873, kan de Inspecteur van het L.O. zich met deze
aanvragen verenigen.
Het hoofd van gemeenteschool no.24 (gewoon lager onderwijs)
vraagt een extra crediet van rond f. 165- voor aanschaffing
van leermiddelen in verband met de vorming van een parallel
klas
Blijkens mededeling van 13 September 1950, no.832, onder
steunt de Inspecteur van het L.O. dit verzoek.
Het hoofd van gemeenteschool no.25 (gewoon lager onderwijs)
vraagt om dezelfde reden,als voor school 24 vermeld,een extra
crediet van f. 170,-.
Ingevolge brief van 1 September 1950 ontmoet deze aanvraag
bij de Inspecteur van het L.O. geen bezwaar.
Het hoofd van gemeenteschool no.28 (gewoon lager onderwijs)
vraagt in verband met de toeneming van het aantal leerlingen
voor de aankoop van leermiddelen een extra crediet van f.130,-.
De Inspecteur van het L.O. gaat blijkens brief van 15 Juni
1 950, no.661 hiermede accoord.
Het hoofd van gemeenteschool no.1 (voortgezet lager onder
wijs) heeft in verband met de stijging van het aantal leer
lingen aan zijn school twee aanvragen om extra crediettoewij-
zing ingediend en wel een voor de aankoop van bibliotheek
boeken ad f. 140,40 en een voor de aankoop van leermiddelen
en schoolbehoeften ten bedrage van rond f. 680,-.
Hoewel de Inspecteur van het L.O. met beide aanvragen ac
coord gaat, zijn wij evenwel van oordeel, dat de aanvraag voor
bibliotheekboeken niet voor inwilliging vatbaar is, aangezien
op het moment van aanvraag het in de begroting voor 1 950 hier
voor beschikbaar gestelde crediet nog niet is besteed. Inwil
liging van het verzoek om een extra crediet voor bibliotheek
boeken schept bovendien consequenties ten opzichte van de bei
de andere v.g.l.0.-scholen. Bij stijging van het leerlingen-
»tal»