Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE HO.202
tal neemt het normale crediet voor bibliotheekboeken automa
tisch toe, omdat hiervoor een vergoeding per leerling beschik
baar wordt gesteld.
Het hoofd van gemeenteschool no.2 (voortgezet lager onder
wijs) vraagt voor de aankoop van leermiddelen in verband met
toeneming van het aantal leerlingen een extra crediet van
f. 841,20. Leze aanvraag is gebaseerd op een stijging van het
aantal leerlingen van 60. Blijkens brief van 16 October 1 950,
no.1 040, is de Inspecteur van het L.O. van oordeel, dat, nu
de werkelijke stijging 50 bedraagt, met de aankoop van leer
middelen voor 52 leerlingen kan worden volstaan. De crediet-
aanvrage kan hierdoor worden teruggebracht op rond f. 730,-.
Ten slotte heeft het hoofd van gemeenteschool no.3 (voort
gezet lager onderwijs) aanvragen ingediend voor extra crediet-
toewijzing in verband met stijging van het leerlingental aan
zijn school ten bedrage van f. 225,10 en f. 142,33 of in to
taal rond f. 370,-.
Deze aanvragen hebben betrekking op schoolboeken en school-
behoeften.
Blijkens mededeling van 29 Augustus 1950, no.862, gaat de
Inspecteur van het L.O. met deze aanvragen accoord.
Met vorenstaande extra crediet-aanvragen is ten behoeve van
het gewoon lager onderwijs een bedrag van f. 1685,- gemoeid
en voor het voortgezet gewoon lager onderwijs een bedrag van
f. 1780,-.
^eze bedragen waren op de kapitaaldienst voor 1950 uit te
trekken, af te schrijven ten laste van de gewone dienst in
dat zelfde dienstjaar.
Onder mededeling, dat de Financiële Commissie zich hiermede
kan verenigen, stellen wij U voor te besluiten:
I. voor het aanschaffen van leermiddelen en schoolbehoeften
ten behoeve van het openbaar gewoon lager en voortgezet gewoon
lager onderwijs in 1950 extra credieten beschikbaar te stellen
van respectievelijk f. 1685,- en f. 1780,-
II. de gemeentebegroting voor 1950 te wijzigen overeenkom
stig het bij de stukken overgelegde ontwerp-besluit
Leeuwarden, 26 October 1 950.
Burgemeester en 7/ethouders van Leeuwarden,
A.A.M. VAN DER MEULEN, Burgemeester.
T.BAKKER, Secretaris.
Verzonden 28 October 1 950.
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO.203
BIJLAGE NO.203.
Aan de Gemeenteraad.
Hierbij hebben wij de eer U aan te bieden de ontwerp
begroting van de gemeente voor het dienstjaar 1951, vergezeld
van de memorie van toelichting, alsmede de ontwerp-begrotin
gen van de gemeentelijke takken van dienst voor dat jaar.
Overeenkomstig onze toezegging bij de aanbieding van de be
groting voor 1950 doen wij U hierbij wederom een organische
opzet van de begrotingscijfers voor de gewone dienst toekomen.
Kon de laatste twee jaren bij het aanbieden van de begro
ting ten aanzien van de financiële positie van de gemeente van
een gematigd optimisme sprake zijn, voor het jaar 1951 is dit
helaas niet het geval.
Door verschillende omstandigheden, die hier zeker niet na
der behoeven te worden uiteengezet, is het prijs- en loon
niveau in beweging, zodat met betrekking tot de raming van de
omvang der uitgaven voor 1951 tal van onzekere factoren aan
wezig zijn, die het opstellen van het financiële werkplan
voor het komende dienstjaar niet eenvoudig maken.
Doch niet alleen ten aanzien van een juiste raming van de
uitgaven rezen moeilijkheden, ook bij de inkomsten ligt een
aantal onzekerheden.
Zo is de voor de jaren 1948, 1949 en 1950 van kracht zijnde
"noodvoorziening gemeente-financiën"welke aan het einde van
het thans lopende dienstjaar is vervallen, nog steeds niet
door een definitieve regeling vervangen. Bij de behandeling
van het wetsontwerp tot afschaffing van de ondernemingsbelas
ting heeft de Minister van Financiën, mede namens zijn ambtge
noot van Binnenlandse Zaken, aan de Staten-Generaal medege
deeld, dat een wetsontwerp betreffende verlenging van de nood-
regeling voor de gemeente-financiën met twee jaar in een ge
vorderd stadium van voorbereiding verkeert. Genoemde bewinds
lieden hebben bij rondschrijven van 29 Juli 1950, no. U 137,
afd.Fin. (B.B.aan de gemeentebesturen bericht, dat in af
wachting van de totstandkoming van een nadere wettelijke rege
ling van de financiële verhouding tussen het rijk en de ge
meenten op de gemeentebegroting 1951 voorlopig kan worden ge
raamd wegens
a. jaarwedde- en belastinguitkering uit het gemeentefonds een
bedrag, berekend op dezelfde basis als voor 1950 gold;
b. algemene uitkering een bedrag, overeenkomende met 125$ van
het vastgestelde bedrag per inwoner, bedoeld in art. 2,
sub b, der financiële verhoudingswet, vermenigvuldigd met
het aantal inwoners op 31 December 1949;
c. bijzondere uitkering eveneens 125$ van het overeenkomstig
art. 4 der onder b genoemde wet vastgestelde bedrag;
d. garantie-uitkering hetzelfde bedrag als voor 1950 is ge
raamd;
e. ondernemingsbelasting het bedrag, dat laatstelijk door de
Minister van Financiën is opgegeven als uitkering der
ondernemingsbelasting over 1950.
Het zal IJ bekend zijn, dat de ontvangen algemene en bij
zondere uitkering over 1948, 1949 en 1950 zijn uitgedrukt in
procenten van de uitkeringen, zoals deze aanvankelijk voor
1948 zijn vastgesteld. Er is resp. ontvangen 110, 120 en 125$.
Zoals uit het hiervoren vermelde rondschrijven blijkt, kan
ook voor 1951 125$ worden geraamd. De middelen van het ge
meentefonds laten kennelijk een hogere uitkering dan 125$ toe;
immers in de memorie van toelichting op hoofdstuk V van de
rijksbegroting voor 1951 merkt de Minister van Binnenlandse
Zaken op, dat de regering het voornemen heeft een gedeelte van
de middelen van het gemeentefonds voor de gemeenten te reser-