Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950= BIJLAGE NO.220.
wegens medegebruik van gemeenteschool no.4 en van het in
gemeenteschool no.4 ondergebrachte bureau van de school
artsen. Het juiste kostenbedrag van het openbaar onderwijs
bedroeg dus over 1949
a. voor het gewoon lager onderwijs:
f. 132.247,86 - f. 5.577,09 f. 126.670,77;
b. voor het voortgezet gewoon lager onderwijs:
f. 25.390,09 - f. 543,79 f. 24-846,30;
c. voor het uitgebreid lager onderwijs:
f. 41.804,21 - f. 6.835,81 f. 34-968,40.
Het krachtens artikel 55 bis der Lager-onderwijswet 1920
beschikbaar gestelde bedrag is voor het jaar 1949 ingevolge
het 2e lid van dit artikel vastgesteld op f. 24,51 voor het
gewoon lager-, op f. 39,27 voor het voortgezet gewoon lager-
en op f. 37,02 voor het uitgebreid lager onderwijs.
Het gemiddelde aantal leerlingen voor het openbaar gewoon-,
voortgezet gewoon- en uitgebreid lager onderwijs heeft over 1949
bedragen, respectievelijk 4305 2/3, 441 2/3 en 901.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te
besluiten
a. het bedrag, dat de gemeente over het jaar 1949 werkelijk
heeft uitgegeven voor de kosten, bedoeld in artikel 55 bis
der Lager-onderwijswet 1920, voorlopig vast te stellen op
f. 126.670,77 voor het gewoon-, op f. 24.846,30 voor het
voortgezet gewoon- en op f. 34.968,40 voor het uitgebreid
lager onderwijs;
b. het bedrag, dat, overeenkomstig het krachtens artikel 55 bis
per leerlxng bepaalde bedrag in verband met het gemiddelde
aantal leerlingen der scholen over 1949 beschikbaar is ge
steld voor de sub a bedoelde uitgaven, voorlopig vast te
stellen op:
4305 2/3 x f. 24,51 f. 105.531,89 voor het gewoon-,
op 441 2/3 x f. 39,27 f. I7.344,25 voor het voortgezet
gewoon- en op 901 x f. 37,02 f. 33.355,02 voor het uitge
breid lager onderwijs
c. het verschil tussen de sub a en b bedoelde bedragen voor
lopig vast te stellen als volgt:
-het bedrag sub a voor het gewoon lager onderwijs is
f. 21.138,88 meer dan het bedrag sub b voor dat onder
wijs
het bedrag sub a voor het voortgezet gewoon lager onderwijs
is f. 7502,05 meer dan het bedrag sub b voor dat onderwijs;
het bedrag sub a voor het uitgebreid lager onderwijs is
f. 1613,38 meer dan het bedrag sub b voor dat onderwijs.
Leeuwarden, 7 December 1950.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. VAN DER 1EULEN, Burgemeester.
TBAKKERS e cre tar is
Verzonden 9 December 1950-
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1 950. BIJLAGE NO.221
BIJLAGE NO. 221
Aan de Gemeenteraad.
In verband met de afwezigheid wegens ziekte van de
Gemeente-ontvanger van 28 Juni tot 1 October 1950 is de hoofd
commies ten kantore van de Ontvanger, S.van Althuis, geduren
de dit tijdvak belast geweest met de waarneming van diens
ambt.
Aangezien ten gevolge van de bedoelde waarneming de betrok
kene de volle verantwoordelijkheid van het ontvangersambt
heeft gedragen, moet het, nu in verband met het bepaalde in
artikel 1 der Gemeentewet de voor de Gemeente-ontvanger gel
dende bezoldigingsregeling niet op de heer Van Althuis als
waarnemer van toepassing is, billijk worden geacht, dat de be
staande algemene regeling van de toekenning van tijdelijke
vergoedingen in gevallen van waarneming van hogere functies,
vervat in het 2e lid van artikel 17 van het Algemeen Ambtena
renreglement voor hem toepassing zal vinden.
Waar artikel 17 van het Algemeen Ambtenarenreglement
spreekt van een wedde, welke zou worden genoten bij "bevorde
ring" tot het ambt, waarin wordt vervangen en het niet geheel
buiten twijfel is, of een eventuele benoeming van een ambte
naar ten kantore van de Ontvanger tot Gemeente-ontvanger als
een "bevordering" kan worden aangemerkt, is echter de vraag
gerezen, of artikel 17, tweede lid, van het Algemeen Ambtena
renreglement ten deze wel toepasselijk kan worden geacht.
Ten einde nu op dit punt elke twijfel weg te nemen, komt het
ons gewenst voor, dat voor de toekenning van de gebruikelijke
vergoeding in gevallen als het onderhavige een speciaal raads
besluit wordt genomen.
Wij stellen Uw Raad dan ook voor aan de hoofdcommies ten
kantore van de Gemeente-ontvanger ter zake van de waarneming
van de functie van de Gemeente-ontvanger gedurende het tijd
vak ran 28 Juni 1950 tot 1 October 1950 een tijdelijke ver
goeding toe te kennen, berekend naar het verschil tussen de
wedde van de betrokkene en de minimum wedde van de Gemeente
ontvanger, zulks overeenkomstig het bij de stukken overgeleg
de ontwerp-besluit.
Leeuwarden, 7 December 1950.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. VAN DER MEULEN, Burgemeester.
TBAKKERSe cr etar i s
Verzonden 9 December 1950.