VIII, 6, 7. 109—115.
1950.
INKOMSTEN
6. Openbaar voorbereidend lager onderwijs.
109 Schoolgelden Begroting Rekening
1946 2.600,— 1946 3.626,85
1947 - 3.500,— 1947 -
1948 - 4.000,— 1948 - 5.765,90
1949 - 5.500,—
1950 - 5.000,—
De schoolgelden voor het openbaar voorbereidend lager onderwijs worden voor het
schoolgeldjaar 1949/'50, zowel als voor 1950/'51, geraamd op ƒ5.000,—
Zie de toelichting bij volgno. 79.
109A Ontvangste ter zake van de cursus tot opleiding van onderwijzeressen aan kleuterscholen
Begroting Rekening
1950 7.300,—
Herziening van de betreffende verordeningen is in voorbereiding. Voorlopig wordt ge
rekend op een ontvangst aan
schoolgelden2.500,
bijdragen buitengemeenten- 4.800,
7.300-
Zie volgno. 443A.
112 Schoolgelden
7. Bijzonder gewoon lager onderwijs.
Begroting
1946
1947 -
1948 -
1949 -
1950 -
22.000,—
26.000,—
35.000,—
38.000,—
40.000,—
Rekening
1946 22.000,—
1947 - 38.266,98
1948 - 52.882,06
De heffing geschiedt naar dezelfde grondslagen als voor het openbaar gewoon lager
onderwijs.
De schoolgelden voor het bijzonder gewoon lager onderwijs worden voor het schoolgeld
jaar 1949/'50, zowel als voor 1950/'51, geraamd op ƒ40.000,
Zie de toelichting bij volgno. 79.
113 Uitkering van gemeenten ingevolge art. 86 (oud) der Lager-onderwijswet ig2o
Begroting
1946 1.175,
Zie de toelichting onder volgno. 8IA.
1947 -
1948 -
1949 -
1950 -
1.172,
961,89
1.397,61
memorie
Rekening
1946 1.926,36
1947
1948 - 3.074,69
114 Uitkering van gemeenten ingevolge art. 104, eerste lid (oud), der Lager-onderwijswet ig20
Begroting Rekening
1946 600,— 1946
1947 - 660,— 1947 - 530,60
1948 - 679,82 1948 - 618,61
1949 - 743,56
Zie de toelichting onder volgno. 81A. 1950 - memorie
115 Uitkering van andere gemeenten in de aan schoolbesturen te betalen vergoeding, bedoeld
in art. 203 der Lager-onderwijswet ig20 Begroting Rekening
1946 100,— 1946 123,60
1947 - 110,— 1947 -
1948 - 64,53 1948 - 160,61
1949 - 72,72
1950 - memorie
Zie de toelichting onder volgno. 8IA.
1950.
VIII, 7, 7A. 116-120B. INKOMSTEN
116 Uitkering van andere gemeenten in verband met de aan schoolbesturen betaalde uitkering
ingevolge artikel 205ter der Lager-onderwijswet i920 ^Begroting ^Rekening
1947 - 365,— 1947 -
1948 - 405,05 1948 - 1.015,06
1949 - 408,66
Zie de toelichting onder volgno. 8IA. 1950 - memorie
116Bijdragen van andere gemeenten en van het Rijk ingevolge titel Va der Lager-onderwijswet
ig20 Begroting Rekening
1950 2.200,—
Het aantal buitenleerlingen op 16 Januari 1949 bedroeg 92.
Dit aantal voor de raming van dit volgno. voor 1950 aanhoudende geeft een ontvangst
van 92 X ƒ24,— rond ƒ2.200,—.
Zie de toelichting onder volgno. 81A.
117 Rente van waarborgsommen, gestort door besturen van bijzondere scholen
Begroting Rekening
1946 3.014,— 1946 3.013,91
1947 - 2.240,— 1947 - 2.261,91
1948 - 2.035,— 1948 - 2.243,84
1949 - 1.300,—
1950 - 1.800,—
De gestorte waarborgsommen zijn niet afzonderlijk belegd, doch worden door de ge
meente als kasgeld aangewend.
Gerekend naar een rekening-courantrente van 3 kan deze ontvangstpost worden
gesteld op rond 1.800,
Zie volgno. 455.
118 Teruggaaf door besturen van bijzondere lagere scholen van te veel ontvangen vergoedingen
ingevolge artt. 101 en 10ibis der Lager-onderwijswet ig20.
Begroting Rekening
1946 memorie 1946
1947 - memorie 1947 - 2.514,21
1948 - memorie 1948 - 2.162,35
1949 - memorie
1950 - memorie
Daar niet bekend is of teruggaaf zal plaats vinden, wordt op deze post geen bedrag
uitgetrokken.
120 Schoolgelden
7 A. Bijzonder voortgezet gewoon lager onderwijs.
Begroting Rekening
1946 7.000,— 1946 7.000,—
1947 - 9.000,— 1947 - 1.562,66
1948 - 3.000,— 1948 - 3.322,95
1949 - 2.000,—
1950 - 2.000,—
De schoolgelden voor het bijzonder voortgezet gewoon lager onderwijs worden voor
het schoolgeldjaar 1949/'50, zowel als voor 1950/'51, geraamd op ƒ2.000,—.
Zie de toelichting bij volgno. 79.
120 A Bijdragen van andere gemeenten of van het Rijk ingevolge titel Va der Lager-onderwijswet
I920 Begroting Rekening
1950 280,—
Het aantal buitenleerlingen op 16 Januari 1949 bedroeg 14.
Dit aantal voor de begroting 1950 aanhoudende kan dit volgno. derhalve gesteld worden
op 14 X 20,— 280,—.
Zie de toelichting onder volgno. 81A.
120 B Teruggaaf door besturen van bijzondere lagere scholen van te veel ontvangen vergoedingen
ingevolge artt. 101 en 10ibis der Lager-onderwijswet i920 Begroting Rekening
1949 1948 2.361,37
1950 - memorie
33