VIII 7 en 7A.
408 Vergoeding voor de akte Fries
Begroting
1949 275,—
1950 - 275,—
1951 - 290,—
Rekening
1948 171,15
1949 - 275,32
Evenals aan de onderwijzers bij het openbaar onderwijs wordt voor de leerkrachten
bij het bijzonder onderwijs voor het bezitten van de akte Fries een beloning van ƒ50,
verhoogd met 5 beschikbaar gesteld. Aangezien deze beloning in de pensioensgrondslag
wordt opgenomen, zal het schoolbestuur per akte ter zake aan het Algemeen Burgerlijk
Pensioenfonds een bijdrage hebben te verlenen van 16,1 71/2 van 52,50 rond
ƒ5--
Bij het bijzonder lager onderwijs zijn thans 5 onderwijzers werkzaam, die in het bezit
zijn van de akte Fries, zodat deze post geraamd moet worden op 5 X 57,50 afgerond
290,-.
7A. Bijzonder voortgezet gewoon lager onderwijs.
412 Vergoeding aan schoolbesturen, als bedoeld in artikel ioibis der lager-onderwijswet 1920
Begroting
1947 5.807,89
1948 - 5.104,25
1949 - 4.000,—
1950 - 4.800,—
1951 - 3.500,—
Rekening
1947 2.499,11
1948 -
1949 -
Ingevolge artikel 1016A der lager-onderwijswet 1920 bepaalt de gemeenteraad voor 1
Maart van elk jaar voor elke daarvoor in aanmerking komende soort van scholen het getal
wekelijkse lesuren, gedurende hetwelk vakonderwijs zal worden gegeven, te berekenen
aan de hand van het per week te geven aantal uren vakonderwijs en het aantal verplichte
leerkrachten.
De besturen van bijzondere scholen hebben aanspraak op een vergoeding voor het
vakpersoneel, welke vergoeding bepaald wordt met inachtneming van het vorenbedoeld
getal wekelijkse lesuren, vermenigvuldigd met het getal verplichte leerkrachten en een
beloning, waarop de vakonderwijzers volgens de gemeentelijke salarisregeling aanspraak
zouden hebben gemaakt, indien zij in dienst van de gemeente waren geweest.
Aan het 5e lid van artikel lOlèw ontlenen de schoolbesturen hun aanspraak op toe
kenning van een voorschot.
Krachtens de lager-onderwijswet 1920 komen voor het voortgezet gewoon lager onderwijs
voor deze vergoeding slechts drie schoolbesturen in aanmerking, t.w.:
1. Ned. Herv. schoolvereniging 500,
2. Leeuwarder schoolvereniging - 1.300,
3. Ver. tot stichting en instandhouding v. scholen m. d. bijbel te Huizum - 1.700,
1.733,94
1.950,—
Totaal.3.500,—
414 Vergoeding van de kosten van instandhouding van bijzondere scholen, bedoeld in artikel 101
der lager-onderwijswet 1920
Zie de toelichting bij volgno. 394.
Begroting
1947 10.168,80
1948
1949
1950
1951
13.335
14.487,12
12.608,—
9.070,—
Rekening
1947 12.492,15
1948 - 8.295,60
1949 - 12.890,9
8.786,68
bijdrage aan hoofdstuk XVI gewone dienst wegens:
b. kapitaalslasten
c. overige materiële uitgaven
222,62
60,—
282,62
9.069,30
afgerond 9.070,
122
9. Bijzonder uitgebreid lager onderwijs.
VIII S 9.
Uitkering aan gemeenten ingevolge art. 86 (oud) der lager-onderwijswet 1920
Begroting Rekening
1947 100,— 1947 182,84
1948 - 100,— 1948 - 209,02
1949 - 150,— 1949 - 361,—
1950 - memorie
Zie de toelichting bij volgno. 131. 1951 - memorie
Vergoeding aan schoolbesturen als bedoeld in art. 10ibis der lager-onderwijswet 1920
Begroting
Zie de toelichting bij volgno. 412.
1947
1948 -
1949 -
1950 -
1951 -
9.798,—
12.945,19
15.000,—
16.000,—
12.000,—
Rekening
1947 10.510,80
1948 - 13.061,33
1949 - 8.850,—
Voor deze vergoeding komen in aanmerking drie schoolbesturen, t.w.:
1. R.K. schoolvereniging, voor de ulo-school aan de Tweebaksmarkt2.500,
2. St. Lucia-Gesticht, te Rotterdam,voor de ulo-school aan de Grote Kerkstraat - 2.500,
3. Vereniging voor Chr. schoolonderwijs, voor de ulo-scholen aan de Marga-
retha de Heerstraat en de Karei Doormanstraat - 7.000,
Totaal.12.000,
Vergoeding van de kosten van instandhouding van bijzondere scholen, bedoeld in art. 101
der lager-onderwijswet 1920
Begroting
1947 15.087,50
1948 - 19.646,09
1949 - 19.159,68
1950 - 21.095,—
1951 - 37.926,—
Rekening
1947 15.040,48
1948 - 18.180,81
1949 - 21.730,74
Ingevolge art. 55bis der l.o.-wet 1920 moet jaarlijks voor 1 Maart door de raad het bedrag
worden bepaald, dat per leerling voor de openbare scholen voor g.l.o., v.g.l.o. en u.l.o. in
5at jaar wordt beschikbaar gesteld ter bestrijding van de kosten, bedoeld in art. 55 onder e
tot en met h en p, alsmede die van instandhouding. Naar dat bedrag per leerling moet
jaarlijks op verzoek van het schoolbestuur een voorschot op de vergoeding voor de bij
zondere school verleend worden van 100 berekend over het getal leerlingen in het
afgelopen jaar.
Naar de in de begroting voor 1951 t.b.v. het openbaar u.l.o. uitgetrokken gelden is het
kostenbedrag per leerling te stellen op ƒ39,96, welk bedrag voor 1951 moet worden ver
hoogd met 0,88 wegens overschrijding van de kosten van het openbaar u.l.o. in de
periode 1942 t/m 1947.
Aan de hand van de thans bekende gegevens moet ter zake worden geraamd:
School
Aantal
leerlingen
Kosten
bedrag per
leerling
Voorschot
Rooms-Katholieke schoolvereniging
Tweebaksmarkt no. 44
St. Lucia-Gesticht, Rotterdam
Grote Kerkstraat no. 81
Vereniging voor Christelijk schoolonderwijs:
Margaretha de Heerstraat no. 1
Karei Doormanstraat no. 22
74
441
40,84
Totaal transporteren
3.022,16
- 3.512,24
- 18.010,44
24.544,84
123