400,- 500,- 250,- 150,- 530,- 350,- 300,- 1.800,— 2.595,— 1.160,— 385,- 46.600, - 63 - Volgno.4 Kantooronkosten. Geraamd wordt voor bureaubehoeften druk- en bindwerk telef oon porti controlekosten vervolgingskosten lidmaatschap Nationale ¥/oningraad Volgno.6 Huisvestingskosten Geraamd wordt voor-; verlichting en verwarming grond- en straatbelasting assurantie waterverbruik onderhoud schoonhouden? personeelslasten 530, schoonmaakartikelen 30 9 kapitaalslasten Afhuur Instituut v,Geestel,Gezond heids zorg Volgno,8 Kapitaalslasten Tot dusver werd ten aanzien van de afschrijving op woningwetwoningen een zelfde gedragslijn gevolgd als voor niet-woningwetwoningen. Voor beide groepen van woningen werd het af schrijvingspercentage~op per jaar gesteld, hetgeen neerkomt op een aangenomen levensduur van ruim 66 jaar, Voor de woningve twoningen is de Rijksbijdrage echter op 50 jaar gesteld. Het Rijk gaat er voorts van uit, dat het aflos singsbestanddeel van de annuïteit de jaarlijkse afschrijving vormt, zodat een complex na 50 jaar geen boekwaarde meer heeft. Na verloop van 50 jaar kan het Rijk aanspraak doen gelden op een gedeeltelijke uitkering van de residu—waardeWordt de gedrags]ijn van 1-.,- per jaar afschrijven gecontinueerd, dan zal een complex op dat moment nog een boekwaarde hebben van 25van de aanschaffingswaardeHet verdient daarom aanbeveling, de exploitatie van woningwetwoningen zoveel moge lijk aan te sluiten bij de opzet van het Rijk, Hiertoe ware aan het eind van het boekjaar 1950 de boekwaarde van de voor-oorlogse woning wetwoningen te stellen op het bedrag van de overeenkomstig de Rijks regeling aangehouden schuldrestanten. Voor 1951 vormt het aflossings bestanddeel van de annuïteit dan het bedrag der afschrijving. Voor het complex 101 woningen aan de Hollanderdijk heeft het Rijk indertijd een grondvoorschot verstrekt. De betreffende grond is bij het Gemeentelijk Grondbedrijf ingebracht, terwijl voorts het grond- voorschot aan het Grondbedrijf ter beschikking is gesteld. Be Rijks bijdrage voor dit complex is bepaald met inbegrip van de afschrijving op de grond. Aangezien op bij het Grondbedrijf ingebrachte grond niet wordt afgeschreven, zal de boekwaarde van de grond op het moment dat het Rijk aanspraak kan doen gelden op een gedeeltelijke vergoeding der grondwaarde, nog gelijk zijn aan de aanschaffingswaarde. Met het oog hierop wordt het gewenst geacht, dat de grond door het Woningbedrijf wordt overgenomen tegen de aanvangswaarde en in de boeken van het be drijf wordt opgenomen tot een bedrag gelijk aan het eveneens over te nemen schuldrestant van het grondvoorschot. Aangezien het exploitatie jaar van de woningbouw overeenkomstig de Rijksregeling niet gelijk loopt met het kalenderjaar, zal het nodig zijn dat aan het eind van het boekjaar 1950 rekening wordt gehouden met vorming van een zogenaamde annuïteitsreserve. 2.480,— 2.480,- tf 550,- 190,- 19,- 15,- 150,- 2.595,- 560,— 2.911,— 4.395,— 420.752 - 64 - De uit het vorenstaande voortvloeiende herstelboekingen zullen in 1950 worden aangebracht, Voor de na 31 December 1945 gereedgekomen woningwetwoningen wordt het afschrijvingspercentage gesteld op het aflossingsbestanddeel der 50 jarige 3^fo annuïteit. (Zie ook de toelichting op volgno.10) Het afschrijvingspercentage op de krachtens de Pinancieringsregeling Woningbouw 1948 gebouwde woningen wordt gesteld op het aflossingsbestand deel van de 50 jarige 3-5$ annuïteit van de rendabele stichtingskosten. Voor de 16 Oostenrijkse woningen wordt, in verband met de minder hechte bouw van deze houten woningen, het afschrijvingspercentage voorshands gesteld op het aflossingsbestanddeel der 25 jarige 3i^ annuïteit van de rendabele stichtingskosten. Tot dusver was het gebruikelijk de rente van geldleningen per complex toe te rekenen, overeenkomstig de verschuldigde rente van de leningen voor het betreffende complex gesloten. Aangezien de schuldrestanten niet over eenstemmen met de boekwaarde, is deze toerekening niet juist. In verband hiermede wordt met ingang van 1 Januari 1951 de rente van geldleningen, aangegaan voor niet-woningwetwoningen en voor na 31 December 1945 gebouwde woningwetwoningenomgeslagen in verhouding tot de boekwaarde dezer wo ningen. Na deze uiteenzetting van algemene aard volgt hieronder een opsomming van de totale kapitaalslastdie het bedrijf in 1951 moet opbrengen. 1. Rente van geldleningen a. woningwetwoningen, gefinancierd met Rijksvoorschotten f 56.239,44 b» alsvoren, gefinancierd met op de kapitaal markt aangetrokken middelen 165.521,81 c. andere woningen 29=564,51 (Zie schuldenstaat 251.325,76 Rente van kasgeld over verschil boekwaarde en leningsschuld) a. woningwetwoningen, gefinancierd met op de kapitaalmarkt aangetrokken middelen b. andere woningen ckant o orgeb ouw d. gereedschappen (Zie afschrijvingstaat) e. voor kasbehoeften 33.855,- IO.O65,— TT 45-465,- 1.135,- 3« Af schrijving a. afschrijving op woningwetwoningen gefinancierd met Rijksvoorschotten b. alsvoren gefinancierd met op de kapitaalmarkt aangetrokken middelen c. afschrijving op andere woningon d. kantoorgebouw e. gereedschappen (Zie afschrijvingstaat waarvan ten laste van volgno.6' huisvestingskosten onde rhoudsko sten 33.699,— 58.744,— 31.927,71 1.751,— 1.430,— of rond 2.911,— I.815,— ?T Blijft ten laste van volgno.8 127.551,71 425=477,47 425.478,— 4.726,— 420.752,— V°lgno.lO Storting in het algemeen reservefonds 29.080, Het rentepercentage van de ten behoeve van na de oorlog gereed gekomen woningwetwoningen gesloten geldleningen bedraagt veelal 34^ per jaar. Voor de berekening van de bijdrage in het exploitatietekort voor woningwe twoningen neemt het Rijk echter een percentage in aanmerking van Afo, Tengevolge van dit renteverschil ontstaat jaarlijks een overschot op de exploitatie. Ingevolge de terzake geldende voorschriften mag dit rente- verschil aan de algemene dienst van de gemeente toevloeien, mits de gemeente in dit geval de jaarlijkse storting van jfo van de jaarhuur verhoogt tot een door de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting te bepalen bedrag,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1951 | | pagina 201