Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951- BIJLAGE NO. 7.
III. DE RAAD VAN BESTUUR.
Artikel 4.
1. Als orgaan van het bureau wordt "bij deze gemeenschappe
lijke regeling ingesteld een raad van bestuur.
2. De raad van bestuur is gevestigd te Utrecht.
3De raad van bestuur bestaat uit:
a. de voorzitter, bedoeld in artikel 5;
b. ambtshalve als gedelegeerden van de gemeenten de le
den van de colleges van Burgemeester en Wethouders
van de bij deze regeling aangesloten gemeenten, die
meer in het bijzonder de aangelegenheden betreffende
het onderwijs, onder hun hoede hebben, met dien ver
stande, dat deze gedelegeerden, wanneer zij verhin
derd zijn een vergadering bij te wonen, zich kunnen
doen vertegenwoordigen door een door hen aan te wijzen
plaatsvervanger, en dat geen gemeente meer dan één
gedelegeerde kan hebben;
4. Indien een gedelegeerde, lid van een college van Burge
meester en Wethouders, als bedoeld in het derde lid, onder b,
van dit artikel, de hoedanigheid van lid van een college van
Burgemeester en Wethouders van een aangesloten gemeente ver
liest, houdt hij tevens op gedelegeerde in de raad van bestuur
te zijn.
5. Na toetreding van andere rechtspersonen, als bedoeld in
artikel 29, lid 2, benoemt het bestuur van de toegetreden cor
poratie of instelling uit zijn midden een gedelegeerde en een
plaatsvervanger in de raad van bestuur.
6. De gedelegeerden, bedoeld in het vorige lid, hebben zit
ting in de raad van bestuur gedurende een tijdvak van drie ja
ren. Zij kunnen te allen tijde schriftelijk ontslag nemen.
Zij zijn dadelijk herkiesbaar. Zij kunnen te allen tijde
worden ontslagen door hen, die benoemen. In tussentijdse vaca
tures wordt zo spoedig mogelijk voorzien door hen, die benoe
men.
Artikel 5«
1. De voorzitter van de raad van bestuur wordt telkens voor
de tijd van drie jaren benoemd door of vanwege de Koningin.
2. De voorzitter heeft zowel in de raad van bestuur als in
het dagelijks bestuur een stem.
3- Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van de
voorzitter treedt als zodanig op de gedelegeerde, die daartoe
door de raad van bestuur voor een periode van drie jaren is
aangewezen uit de gedelegeerden van de gemeenten.
4. Indien de functie van voorzitter vacant is, brengt het
dagelijks bestuur de vacature onverwijld ter kennis van de
Koningin of de door Haar voor de uitoefening van het benoe
mingsrecht aangewezen autoriteit.
Het dagelijks bestuur is bevoegd bij deze kennisgeving
een of meer personen ter benoeming tot voorzitter aan te beve
len.
Artikel 6.
1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergade
ringen van de raad van bestuur en van het dagelijks bestuur.
2. Hij tekent alle stukken, die van de raad van bestuur of
van het dagelijks bestuur uitgaan.
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951. BIJLAGE NO. 7..
3. Bij de uitoefening van zijn bevoegdheid tot uitvoering
van zaken neemt hij in acht het bepaalde in artikel 15, lid 3-
Artikel 7.
1. De raad van bestuur benoemt en ontslaat een secretaris.
2. De secretaris heeft, zo hij geen gedelegeerde is in de
raad van bestuur, noch in dit college noch in het dagelijks
bestuur een stem.
3. Hij is de raad van bestuur, het dagelijks bestuur en de
voorzitter bij de vervulling van de hun opgedragen taak in
alles behulpzaam.
4. Hij is met name belast met het opmaken en rondzenden van
de notulen der gehouden vergaderingen van de raad van bestuur
en het dagelijks bestuur, het ontwerpen van het jaarverslag,
bedoeld in artikel 27, het samenstellen van de stukken, welke
van de raad van bestuur en van het dagelijks bestuur uitgaan
en het voeren van.de overige administratie.
5. Hij ondertekent mede alle stukken, welke van de raad van
bestuur en van het dagelijks bestuur uitgaan.
6. Het. archief van het bureau berust onder hem.
7'. Aan de secretaris kan een jaarwedde worden toegekend.
8. Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van de
secretaris wordt hij vervangen op de wijze door de raad van
bestuur te bepalen.
9. Die buiten het geval van ongesteldheid van de secreta
ris met de waarneming zijner functie gedurende meer dan 30 da
gen onafgebroken belast is geweest, heeft voor die tijd op de
daaraan verbonden wedde aanspraak.
Artikel 8.
1. De raad van bestuur benoemt en ontslaat een penningmees
ter.
2. Hij is belast met de invordering van alle inkomsten en
het doen van alle betalingen uit de kas van het bureau.
3. Van de door hem voor het bureau ontvangen inkomsten en
gedane betalingen houdt hij geregeld boek en doet hij jaar
lijks rekening aan het dagelijks bestuur.
4. De raad van bestuur stelt, zo hij daartoe termen aanwe
zig acht, een instructie voor de penningmeester vast.
5- Het bepaalde in artikel 7, leden 2, 7, 8 en 9, is met
betrekking tot de penningmeester van overeenkomstige toepas
sing.
6. De functie van penningmeester is verenigbaar met die
van secretaris.
Artikel 9«
1. Aan de raad van bestuur behoren met betrekking tot de
in artikel 3 omschreven taak van het bureau alle bevoegdheden,
zowel van regeling als van bestuur, welke de gemeenteraden en
de colleges van Burgemeester en Wethouders van de samenwerken
de gemeenten bij of ingevolge deze gemeenschappelijke regeling
overdragen.
2. De na het treffen dezer gemeenschappelijke regeling toe
tredende rechtspersonen, als bedoeld in artikel 29, lid 2,
doen hun regelingen betreffende onderwerpen, waarin door de
raad van bestuur wordt voorzien, vervallen en treffen geen
nieuwe regelingen met betrekking tot deze onderwerpen.