Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951. BIJIAGE NO. 7.
5. Na toetreding tot deze gemeenschappelijke regeling door
andere rechtspersonen, als bedoeld in artikel 29, lid 2, kan
de raad van bestuur het aantal leden van het dage lijksbe
stuur uitbreiden tot een maximum van negen leden. Indien het
dagelijks bestuur wordt uitgebreid met een gedelegeerde van de
in de vorige volzin bedoelde rechtspersonen, zal tegelijk ook
een gedelegeerde van de gemeenten aan het dagelijks bestuur
worden toegevoegd of aan een in het dagelijks bestuur zitting
hebbende gedelegeerde van een gemeente één extra stem in dat
bestuur worden toegekend.
6. Het dagelijks bestuur stelt voor zijn vergaderingen een
reglement van orde vast, hetwelk, om te werken, de goedkeuring
behoeft van de raad van bestuur.
Artikel 15-
1. Het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse leiding
van zaken en draagt zorgt voor de uitvoering van de door de
raad van bestuur genomen besluiten.
2. De in het vorige lid aangegeven taak omvat meer in het
bijzonder het voorbereiden van al hetgeen in de raad van be
stuur ter overweging en beslissing moet worden gebracht, het
uitvoeren van de besluiten van de raad van bestuur, de beslis
sing van de over die uitvoering gerezen geschillen, tenzij de
ze beslissing bij of krachtens de wet aan anderen is opgedra
gen, het desverlangd dienen van bericht en raad, tenzij dit
bepaaldelijk van de raad van bestuur wordt verlangd, het behe
ren van de inkomsten en uitgaven van het bureau, het geregeld
opnemen of doen opnemen van kas en boeken van het bureau, het
toezicht op de handelingen van de secretaris, de penningmees
ter en eventueel de overige uit de kas van het bureau bezoldig
de ambtenaren, het stellen van nadere regels, indien en voor
zover de raad van bestuur het daartoe bevoegd heeft verklaard
nopens bepaalde door die raad aangewezen onderwerpen, alsmede
het houden van gedurig toezicht op al wat het bureau aangaat.
5. De bevoegdheid tot uitvoering der maatregelen, die de
raad van bestuur treft, berust bij het dagelijks bestuur en
bij de voorzitter overeenkomstig de regeling, welke in de arti
kelen 209, letter a, en 76 der Gemeentewet is vervat.
Artikel 16.
De leden van het dagelijks bestuur zijn, ieder afzonderlijk
en te zamen,voor de uitoefening van hun bevoegdheden aan de
raad van bestuur verantwoording schuldig en geven hem te dien
aanzien alle verlangde inlichtingen.
V.BEGROTING, REKENING EN VERDERE BEPALINGEN VAN EINANCIÊ'LE AARD.
Artikel 17.
De begroting van uitgaven en inkomsten van het bureau wordt,
met de nodige toelichtende bescheiden, jaarlijks ten minste
vier maanden voor de aanvang van het kalenderjaar, waarvoor
zij moet dienen, door het dagelijks bestuur aan de raad van be
stuur aangeboden.
Zij vermeldt alle ontvangsten en uitgaven van het bureau,
van welke aard ook.
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951» BIJLAGE NO. 7-
Artikel 18.
1. De begroting behoeft, om te werken, de goedkeuring van
Gedeputeerde Staten.
2. Zij wordt hun, nadat zij door de raad van bestuur is
vastgesteld, ten minste twee maanden voor de aanvang van het
jaar, waarvoor zij moet dienen, voorgedragen.
Artikel 19-
1. Buiten de begroting kan geen uitgaaf geschieden dan met
afzonderlijke voorafgaande machtiging van Gedeputeerde Staten.
2. Af- en overschrijving op de posten der begroting van
uitgaven kan niet geschieden dan voor zover daartoe bij de be
groting zelve of bij een afzonderlijk, door Gedeputeerde Sta
ten goedgekeurd, besluit van de raad van bestuur machtiging is
verleend.
Artikel 20.
1. Het dagelijks bestuur legt de door de penningmeester aan
hem aangeboden rekening aan de raad van bestuur over binnen
zeven maanden na afloop van het kalenderjaar, waarop zij be
trekking heeft.
2. De rekening gaat vergezeld van alle daarbij behorende
bescheiden en door het dagelijks bestuur nodig geachte toe
lichting
3. De raad van bestuur kan de overlegging verlangen van een
rapport van een buiten het bureau staande door hem aan te
wijzen, boekhoudkundige, waarbij de cijfers van de rekening
deugdelijk worden verklaard.
4. Gedeputeerde Staten kunnen omtrent de inrichting van de
rekening voorschriften geven.
Artikel 21.
1. De raad van bestuur onderzoekt de rekening en stelt het
bedrag der ontvargsten en uitgaven voorlopig vast bij een be
sluit, waarvan het ontwerp hem,tegelijk met de rekening, door
het dagelijks bestuur wordt aangeboden.
2. De leden van het dagelijks bestuur zijn bij de beraad
slagingen over het besluit tegenwoordig, doch onthouden zich
van medestemmen daarover.
3. Het besluit van de raad van bestuur wordt met de reke
ning en de bijbehorende stukken binnen tien maanden na afloop
van het kalenderjaar aan Gedeputeerde Staten toegezonden.
4. Gedeputeerde Staten sluiten de rekening voor het einde
van het kalenderjaar, volgende op dat, waarop zij betrekking
heeft, en stellen het bedrag der ontvangsten en uitgaven vast.
3. Het besluit tot vaststelling strekt, voor zover de daar
in goedgekeurde ontvangsten en uitgaven betreft, aan^de leden
van het dagelijks bestuur en de penningmeester tot décharge,
behoudens later gebleken onregelmatigheden.
Artikel 22.
De leden van het dagelijks bestuur zijn wegens uitgaven,
door hen bevolen, waardoor het eindcijfer der begroting of de
aangewezen begrotingspost wordt overschreden, of die te kwa
der trouw zijn aangewezen op een post, waarmede die uitgaven
niet overeenstemmen, tenzij blijkt, dat zij tot die uitgaven
"niet"
"Ar_"