Ill Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1951. BIJLAGE NO.10. BIJLAGE NO. 10. Aan de Gemeenteraad. Zoals U bekend is, zijn op 1 Januari 1951 de Wegenver keerswet (Wet van 13 September 1935, Staatsblad 554) en het Wegenverkeersreglement (Koninklijk Besluit van 28 Augustus 1950, K 377) in werking getreden, terwijl met ingang van ge noemde datum de Motor- en Rijwielwet, het Motor- en Rijwiel reglement, de Motor- en Rijwielbeschikking en de Wegenver keersregeling zijn vervallen. Onder de vóór 1 Januari j.l. geldende verkeerswetgeving werden de maatregelen om het gebruik van de wegen, gelegen binnen de bebouwde kom en niet zijnde Rijks- of Provinciale wegen, te beperken of te verbieden, door Burgemeester en Wet houders genomen, gewijzigd of ingetrokken. Met ingang van 1 Januari 1951 echter, moeten ingevolge art. 5 van het nieuw Wegenverkeersreglement, de maatregelen in het belang van de vrijheid van het verkeer, de veiligheid op de wegen en de instandhouding en bruikbaarheid van de wegen, worden genomen, gewijzigd of ingetrokken bij of krachtens een besluit van de Gemeenteraad. Het betreft hier de volgende maatregelen (art.4 Wegenver- keersre glement a. aanwijzing als voorrangsweg; b. aanwijzing als voorrangskruising of -splitsing; c. gesloten verklaring in één of beide richtingen; d. verbod links of rechts afslaan; e. verbod inhalen; f. verbod doorgaan; g. verbod stilstaan; h. verbod wachten; i. verbod plaatsen van rijwielen; j_. aanwijzing als B-weg. Uit het bij artikel 5 bepaalde blijkt, dat de Gemeente raad de bevoegdheid heeft om Burgemeester en Wethouders te machtigen terzake de nodige beslissingen te nemen. Aangezien nu de uitoefening van de hierbedoelde bevoegd heden steeds tot de competentie van Burgemeester en Wethouders behoord heeft (bij Raadsbesluit van 31 Januari 1928 no.39R/24 werden de in artikel 8 van het Motor- en Rijwielreglement be doelde bevoegdheden door de Raad aan Burgemeester en Wethouders overgedragen, terwijl ingevolge de Wegenverkeersregeling-1941 aanvankelijk de Burgemeester en na de bevrijding Burgemeester en V/ethouders de hierbedoelde maatregelen troffen) en - naar het ons voorkomt - de praktijk geleerd heeft, dat daardoor een juiste en vlotte afdoening van de verkeersproblemen gewaarborgd is, menen wij, dat het aanbeveling verdient om de bij artikel 5 van het Wegenverkeersreglement bedoelde bevoegdheid ook thans weer aan Burgemeester en V/ethouders op te dragen. Wij stellen U dan ook voor daartoe over te gaan door vast stelling van bijgaand ontwerp-besluit Leeuwarden, 3 Januari 1951. Burgemeester en V/ethouders van Leeuwarden. A.A.M. VAN DER MEULENBurgemeester. T. BAKKER, Secretaris. Verzonden 6 Januari 1951- ONTWERP"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1951 | | pagina 332