Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1951- BIJLAGE NO.31. Indien in een geval, als voorzien in artikel 29, eerste lid der Drankwet, op het verzoek van de overlevende echt genoot of een der kinderen na 30 April gunstig wordt be schikt, wordt voor de betaling van het vergunnings- of het verlofsrecht de vergunning of het verlof geacht tus sentijds te zijn verleend en geschiedt de berekening daar van zoals in het derde lid is bepaald. Artikel 6. De vaststelling van de huurwaarde, bedoeld in artikel 2, geschiedt jaarlijks door Birrgemeesters en Wethouders na ingewonnen advies van twee schatters. De houder van een vergunning voor een lccaliteit, als be doeld in artikel 3, tweede lid, legt jaarlijks vóór de betaling van het vergunningsrecht aan Burgemeester en wethouders een verklaring omtrent de daar genoemde sluiting over. De houder van een hotelvergunning doet jaarlijks vóór 1 April aan Burgemeester en Wethouders schriftelijk mede deling van het aantal in het hotel voor logeergasten be schikbare kamers. Burgemeester en Wethouders stellen de aanslag vast en bren gen deze onmiddellijk ter kennis van belanghebbende en de gemeente-ontvanger Artikel 7. Indien een belanghebbende met inachtneming van het be paalde in artikel 24, eerste lid, van de Drankwet bij de Gemeenteraad tegen de aanslag in het vergunningsrecht be zwaren inbrengt, wordt, alvorens de Raad op dit bezwaarschrift een beslissing neemt, de huurwaarde van de localiteit, bedoeld in artikel 2, opnieuw geschat door twee herschatters Indien bij onherroepelijk geworden beslissing de aanslag is verminderd, wordt het te veel betaalde binnen een maand aan de belanghebbende teruggegeven. Indien bij onherroepelijk geworden beslissing de aanslag is verhoogd, wordt het bedrag der verhoging voor het einde van het vergunningsjaar betaald. Bij gebreke van tijdige be taling vervalt de vergunning met de aanvang van het eerstvol gende vergunningsjaar Burgemeester en Wethouders doen van de vermindering of de verhoging onverwijld mededeling aan de belanghebbende en de geme ente- ontvanger Artikel 8. Indien een vergunninghouder bij schriftelijke, door hem ondertekende, verklaring afstand doet van de vergunning, wor den van het betaalde vergunningsrecht aan de vergunninghouder op zijn verzoek zoveel vierden teruggegeven, als het aantal kwartalen bedraagt, waarin van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt. Gelijke teruggaaf geschiedt aan de rechtver krijgenden, indien de vergunninghouder overlijdt en het be drijf niet ingevolge artikel 27, 2e lid, van de Drankwet wordt voortgezet, indien de overschrijving van de akte der vergun ning ten name van de overlevende echtgenoot of een der kinde ren van de overleden vergunninghouder na 30 April wordt ge weigerd en deze vóór die dag het vergunningsrecht heeft be taald, alsmede indien het besluit, waarbij de vergunning is verleend, door de Koningin is vernietigd. Het bepaalde in het eerste lid vindt overeenkomstige "t°e" passing ten aanzien van de houder van een verlof A met betrek king tot het verlofsrecht. "Art." Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1951. BIJLAGE NO.31. Artikel 9. De betaling van het vergunnings- en het verlofsrecht geschiedt in een termijn ten kantore van de gemeente-ontvan ger tegen uitreiking van een kwitantie. De uitreiking van een kwitantie blijft achterwege, indien de betaling geschiedt door storting op de postrekening van de gemeente-ontvanger, per postwissel of door een bankoverschrijving. Van de ontvangst van het recht geeft de ontvanger kennis aan Burgemeester en Wethouders. Artikel 10. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag, vol gende op die, waarop zij Koninklijke goedkeuring heeft ver kregen, met dien verstande, dat de daarin vermelde rechten voor het eerst worden toegepast over het op 1 Mei 1951 be ginnende vergunnings- of verlofsjaar. Met ingang van de dag van inwerkingtreding dezer verorde ning vervallen de thans geldende, door de Gemeenteraad bij be sluit van 24 Mei 1932 (Gemeenteblad 1932, no.14) vastgestelde, bepalingen omtrent de heffing en invordering van een vergun nings- en verlofsrecht ingevolge de Drankwet, zoals deze sedert zijn gewijzigd. De in die bepalingen omschreven rechten zullen echter nog worden toegepast over het op 30 April 1951 eindigende vergun- ni nca -ioo-v-»

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1951 | | pagina 358