Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951- BIJLAGE NO.31.
van prae-advies aan de Raad ten spoedigste hij Burgemeester
en Wethouders ter tafel brengt.
Indien uit het proces-verbaal blijkt, dat de herschatters
over het bedrag der huurwaarde in gevoelen verschillen, wiiSt
de Burgemeester een derde herschatter aan, die met de beide
andere herschatters binnen acht dagen na de daartoe ontvangen
opdracht de herschatting verricht.
Het bepaalde in artikel 4, 2e lid, is van toepassing.
Artikel 6.
De beloning van een schatter bedraagt per schatting f.2 50
en van een herschatter f. 5,--.
Artikel 7»
Deze verordening treedt in werking op 1 April 1951.
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951» BIJLAGE HO.32.
BIJLAGE HO. 32.
Aan de Gemeenteraad.
Op 18 Augustus 1944 werd de gemeente Leeuwarden door
Roelofje de Groot, weduwe van Coenraad Raadgep, gedagvaard
wegens een beweerde wanprestatie, bestaande uit het niet
naleven van de tussen de gemeente en wijlen de echtgenoot
van eiseres gesloten huurovereenkomst. Deze wanprestatie
zou hierin hebben bestaan, dat de gemeente er niet voor
zou hebben gezorgd, dat de schoorsteen van het door haar
aan wijlen Raadgep verhuurde pand Auke Stellingwerfstraat
no. 9 boven in goede staat verkeerde, tengevolge waarvan
eiseres en haar echtgenoot op 2 Maart 1944 ernstig ziek
zouden zijn geworden door kolendampvergiftiging, terwijl
mede als gevolg daarvan de echtgenoot later zelfs zou
zijn overleden en de gezondheid van eiseres geruime tijd
nadien nog ernstig zou zijn geschokt.
Op bovengenoemde gronden vorderde de weduwe Raadgep-
de Groot van de gemeente een schadevergoeding van f. 4000,-
wegens gemis aan inkomsten (wijlen haar echtgenoot was
wachter-bode op arbeidsovereenkomst bij de Gemeentereini
ging en ten tijde van zijn overlijden 64 jaar oud en hem
zou beweerdelijk voortzetting van het dienstverband, ook
na het bereiken van de 65-jarige leeftijd, in uitzicht zijn
gesteld) en f. 2000,-- wegens vernietiging van levensgeluk,
in totaal derhalve f. 6000,-- met renten en kosten.
Ha het instellen van deze eis is een zeer lange proce
dure gevolgd, tijdens het verloop waarvan de Rechtbank tot
tweemaal toe aan eiseres bewijslevering ten aanzien van een
aantal punten heeft opgelegd. Wij mogen Uw Raad te dien
aanzien verwijzen naar de betreffende vonnissen, respectie
velijk d.d. 4 December 1949 en 29 Juni 1950. De bij laatst
genoemd vonnis opgedragen eedsaflegging werd aangehouden
in verband met een door de gemeente tegen die vonnissen in
gesteld appèl. In afwachting van de voortzetting van dat
appel zijn er tussen partijen onderhandelingen gevoerd over
een minnelijke schikking. Het resultaat van die onderhande
lingen is geweest, dat de eisende partij tenslotte heeft
verklaard genoegen te zullen nemen met betaling van een be
drag van f. 1350,--. De raadsman der gemeente is van oor
deel, dat de voorgestelde schikking tot beëindiging van
deze oude zaak voor de gemeente alleszins aanvaardbaar is,
met welke zienswijze wij ons kunnen verenigen.
Gelet op het vorenstaande geven wij U, onder overleg
ging der stukken, in overweging te besluiten tot het aan
gaan van een overeenkomst (dading), waarbij het aanhangige
geding tussen ROELOF JE DE GROOTweduwe van COEHRAAD RAAD
GEP, en de gemeente ten einde wordt gebracht tegen betaling
aan eiseres van een bedrag van f. 1350,--, tegen finale
kwijting van hoofdsom, renten en kosten.
Leeuwarden, 15 Februari 1951
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. VAN DER MEULEH, Burgemeester.
T.BAKKER, Secretaris.
Verzonden 17 Februari 1951.