■111
i
Eiilage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951- BIJLAGE NO. 52.
ONTWERP
VERORDENING, houdende de toekenning
van een aantal uitkeringen aan
een deel van het gemeente-
personeel (Uitkeringsverordening
1950)
Artikel 1.
De Uitkeringsverordening tweede kwartaal 1950, met uitzon
dering van de artikelen 5? tweede lid, en 6, is met inachtne
ming van het bepaalde in de artikelen 2 en 6, eerste en tweede
lid, van toepassing ten aanzien van het derde, onderscheiden
lijk het vierde kwartaal 1950.
Artikel 2.
In de artikelen 1 tot en met 5 van bovenbedoelde verordening
wordt telkens voor "April" gelezen "juli", onderscheidenlijk
"October" en voor "tweede kwartaal" "derde kwartaal", onder
scheidenlijk "vierde kwartaal".
Artikel 3.
1. Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen,
wordt het bedrag van de uitkeringen)waarop ingevolge arti
kel 1 over het tijdvak van 1 September 1950 tot 1 Januari 1951,
of een gedeelte daarvan, aanspraak bestaat, verhoogd op de wij
ze, als aangegeven in de navolgende leden.
2. De uitkering, waarop ingevolge artikel 1 aanspraak be
staat over het vierde kwartaal van 1950, of een gedeelte daar
van, wordt verhoogd met een bedrag, gelijk aan dat van die uit
kering
3. De uitkering, welke ingevolge artikel 1 aan een belang
hebbende toekomt over het derde kwartaal van 1950, of een ge
deelte daarvan, wordt, voorzover deze uitkering betrekking heeft
op de maand September, of een gedeelte daarvan, op de navolgen
de wijze verhoogd:
a. indien de uitkering betrekking heeft op het gehele derde kwar
taal, met 1/3 van die uitkering;
b. indien de uitkering uitsluitend betrekking heeft op de gehele
maand September,of een gedeelte daarvan, met een bedrag ge
lijk aan dat van die uitkering;
c. indien de uitkering betrekking heeft op een gedeelte van het
derde kwartaal, waarin begrepen de maand September,of een ge
deelte daarvan, met een evenredig deel van het bedrag van die
uitkering.
Artikel 4.
Aan personen van 15 tot en met 20 jaar, die, indien zij
21 jaar of ouder zouden zijn, aanspraak zouden hebben op een
verhoogde uitkering, als bedoeld in artikel 3, wordt een uitke
ring verleend van 3/ van de wedde of het loon, dat op 1 Septem
ber 1950, of op de datum van indiensttreding,goldvoor iedere
volle maand, waarover in het tijdvak 1 September 1950 tot
1 Januari 1951 aanspraak bestaat op volledige of gedeeltelij
ke wedde of volledig of gedeeltelijk loon.
"Ar-"
1414