Milage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1 951 BIJLAGE NO.71 BIJLAGE NO.71 Aan de Gemeenteraad. Door Uw Vergadering is om prae-advies in onze handen gesteld een verzoekschrift van het bestuur der Nederlands Her vormde Schoolvereniging, alhier, om, overeenkomstig het bepaal de bij artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920, uit de gemeente kas gelden beschikbaar te stellen voor de stichting van een school voor gewoon lager onderwijs met 6 lokalen. Volgens artikel 73 der wet moet bij vorenvermelde aanvrage worden overgelegd: a. een verklaring, waaruit blijkt, dat de school door ten min ste 100 leerlingen zal worden bezocht; b. een verklaring, waarbij de vereniging zich verbindt om, voordat met de bouw wordt aangevangen, als waarborgsom een bedrag, gelijkstaande met vijftien ten honderd van de stich- tingskosten, in de gemeentekas te storten; c. een opgave van het aantal leerlingen, voor wie hef gebouw ruimte moet bieden, het maximum aantal leerlingen, dat per lokaal zal worden toegelaten, en het aantal lokalen, met dien verstande, dat eerstbedoelde opgave niet een lager aantal leerlingen zal vermelden dan het minimum, volgens artikel 28 vereist voor een school met zoveel onderwijzers, als het aantal klasselokalen bedraagt, zomede of de school bestemd zal zijn voor het geven van gewoon, voortgezet ge woon of uitgebreid lager onderwijs; d. een verklaring, waaruit blijkt, dat het bestuur der vereni ging voor de nieuw te stichten school is aangesloten bij een groep bijzondere scholen, welke een commissie van beroep, als bedoeld in artikel 89, 7e lid, hebben ingesteld. Wij verwijzen voorts nog naar het vierde lid van genoemd artikel 73, waarin wordt bepaald, dat behalve in gevallen, waarin aanzienlijke toeneming of belangrijke verplaatsing van de bevolking in enig deel der gemeente of andere gewichtige omstandigheden tot schoolstichting aanleiding geven, onder het aantal leerlingen, bedoeld in het eerste lid onder a, niet worden medegerekend a. leerlingen, die de door hen bezochte gelijksoortige open bare schooi zouden verlaten, zonder deze op het tijdstip, waarop de verklaring wordt overgelegd, gedurende ten minste 6 maanden te hebben bezocht, terwijl zij te voren geplaatst waren op een gelijksoortige bijzondere school, welke door hen is verlaten, ofschoon zij zijn blijven wonen binnen een afstand van 4 km van die school; b. leerlingen, die de door hen bezochte gelijksoortige bijzon dere schooi zouden verlaten, doch voor wie in die school in het voor hen bestemde lokaai plaatsruimte beschikbaar zoude blijven, tenzij de woning dier leerlingen meer dan 4 km van de door hen bezochte gelijksoortige bijzondere school ver wijderd is en zij op het tijdstip, waarop de verklaring wordt overgelegd, de door hen te verlaten school reeds ge durende ten minste 6 maanden hebben bezocht. Verder bepaalt artikel 74 hog, dat de stichtingskosten om vatten: a. de kosten ter verkrijging van de grond door de gemeente of, wanneer grond, wordt gebruikt, die eigendom is van de ge meente of van de instelling of vereniging, voordat tot de bouw werd besloten, de geschatte waarde daarvan; b. de kosten van de bouw; c. de kosten van eerste inrichting met inbegrip van de school- meubelen; d. alle andere kosten van de bouw. "Het11

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1951 | | pagina 407