Riilaee tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1951. BIJLAGE NO.72. Aan de Gemeenteraad. Bij Koninklijk Besluit van 14 Juni 1950 (Staatsblad K 233) is voor het Rijksbrandweerpersoneel een nieuw bezoldigings reglement vastgesteld, waarin de z.g. technische herziening en de ontknikking van de bezoldiging van het Rijksbrandweer- personeel is geregeld. Aangezien voor de vaststelling van de bezoldigingen van het gemeentelijk personeel bij de beroepsbrandweer destijds aan sluiting is verkregen aan de regeling voor het Rijksbrandweer- personeel, behoort de nieuwe salarisregeling, welke met ingang van 1 Januari 1948 in werking is getreden, eveneens in de Ge meentelijke Bezoldigingsverordening te worden vastgesteld. Te Uwer oriëntatie laten wij hieronder volgen een overzicht van de bezoldigingsschalen, zoals deze thans luiden en zoals ze nader behoren te worden vastgesteld: adspirant oud 1 92 nieuw: 195 brandwacht oud 21 0 215 220 225 230 2e kl. nieuw: 21 5 220 225 230 235 brandwacht oud 230 235 240 245 250 1e kl. nieuw: 235 240 245 250 255 hoofdbrand oud 250 255 260 265 wacht nieuw: 255 260 265 270 275 adj .hoofd oud 290 31 0 330 brandmeester nieuw: 290 31 0 325 340 350 - 350 - 370 - 390 400 50 370 380 390 405 420 In de Bijlage A van de Bezoldigingsverordening 1948 was tot dusverre niet opgenomen de wel in de Rijksregeling voorkomende schaal voor brandmeester salarisgrenzen f. 3840,- tot f. 4320,-). Aangezien de opneming van deze functie ook voor het brandweercorps dezer gemeente wenselijk wordt geacht, is de bedoelde schaal tevens in het ontwerp tot wijziging van de verordening opgenomen. Voorts is de in het oude Rijksbezoldigingsreglement brand weerpersoneel 1948 voorkomende bepaling, dat bij bevordering van brandwacht 1e klasse tot hoofdbrandwacht de wedde als hoofdbrandwacht wordt bepaald op het minimum-schaalbedrag niet in het nieuwe reglement opgenomen. Dit betekent, dat voor taan ook een bevordering van brandwacht 1e klasse tot hoofd brandwacht direct verhoging van bezoldiging met zich mee zal brengen. Hierdoor is ook op dit punt aansluiting verkregen aan de algemene regel, dat met bevordering steeds verhoging van sa laris gepaard gaat. Het zesde lid van artikel 12 der Bezoldi gingsverordening 1948 kan daarom komen te vervallen. Behalve ten aanzien van het Brandweerpersoneel behoeft de Bezoldigingsverordening 1948 nog op enkele punten enige aan vulling. Uit een rapport van de Conservator van het Princessehof (museum van Chinese- en Indonesische Kunst) is ons enige tijd geleden gebleken, dat de werkzaamheden van de assistent van dit museum door de steeds drukker wordende correspondentie en ca- talogiserings- en inventariseringswerkzaamheden zodanig zijn uitgebreid, dat indienstneming van een hulpkracht noodzakelijk moet worden geacht. Met assistentie van een gemeentewerkman als portier-huisknecht in drukke tijden, zoals tot voor kort gebruikelijk, kon niet meer worden volstaan en zo is daarom met ingang van 1 Januari j.l. een losse hulpkracht aangesteld. ""Nu" BIJLAGE NO. 72.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1951 | | pagina 409