Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951- BIJLAGE NO.81.
BIJLAGE NO. 81.
Aan de Gemeenteraad.
Onder verwijzing naar de bij de stukken ter inzage geleg
de ontwerp-begrotingswijziging voor 1951» bieden wij U hier
bij de daarbij behorende toelichting aan.
1.Kapitaalverstrekking Vereniging "Openbare Leeszaal en Biblio
theek.
Het bestuur van de vereniging "Openbare Leeszaal en Biblio
theek" te Leeuwarden heeft het verzoek tot ons gericht te wil
len bevorderen, dat aan de vereniging een lening wordt verstrekt
van f. 15-000,-- voor het aanschaffen van een boekenauto en ter
bestrijding van een deel der kosten van ongeveer 2000 boeken,
die bij deze exploitatie nodig zijn.
Hiertegenover verklaart het bestuur voornoemd zich bereid
de gemeente te ontheffen van de garantie voor de nog lopende
hypothecaire schuld ad f. 19.000,-- (lees f. 18.500,--) geslo
ten met de Spaarbank te Leeuwarden, welke garantie bij Uw be
sluit van 3 April 1940, nr. 92R/72 is verleend. De Spaarbank
heeft zich hiermede accoord verklaard.
Op de begroting voor het dienstjaar 1951 heeft Uw Vergade
ring bereids een subsidie uitgetrokken ter dekking van de ex
ploitatiekosten van dit rijdend filiaal. Wij menen, dat er aan
leiding is voor dit belangrijke werk ook medewerking te verle
nen bij het verschaffen van het benodigde kapitaal.
Het te verstrekken kapitaal kan worden gevonden uit de op
hoofdstuk VII van de kapitaaldienst der gemeentebegroting 1951
ter beschikking staande middelen. De aflossing dient in 15 jaar
te geschieden, terwijl de rente, overeenkomstig de van regerings-
wege voor de ten laste van de lagere publiekrechtelijke lichamen
te sluiten geldleningen vastgestelde normen, op 3s jaars kan
worden bepaald.
2. Kapitaalverstrekking Arbeiderswoningbouwvereniging "Beter Wonen'1
Het woningbezit van de Arbeiderswoningbouwvereniging "Beter
Woning", gelegen aan de Jacob EinckesstraatSontdwarsstraat
Nieuw Amsterdamstraat, Cambuursterpad en Barent Fockesstraat
in totaal 137 woningen, te weten 20 en 50 woningwetwoningen en
37 en 30 premiewcningen, verkeert in een zo slechte staat van
onderhoud, dat dringende voorzieningen geboden zijn.
De woningen zijn kort na de eerste wereldoorlog, in de zoge
naamde twintiger jaren, gebouwd. De bouw, zowel als de afwerking,
is destijds onoordeelkundig uitgevoerd, met het gevolg, dat on
danks de hoge onderhoudskosten, die in de loop der jaren aan de
woningen zijn besteed, het gevaar dreigt, dat de woningen onbe
woonbaar zullen worden.
Het bestuur van de woningbouwvereniging heeft hierin aan
leiding gevonden een plan tot restauratie van haar woningbezit
lij ons in te dienen.
Aangezien, naar de practijk uitwijst, bij de uitvoering van
restauratieplannen in de regel talrijke onvoorziene factoren
optreden en mede gelet op de moeilijke begrotingspositie der
gemeente, komt het ons voor, dat het aanbeveling verdient, al
vorens te besluiten tot volledige uitvoering van het gehele ob
ject, bij wijze van proef eerst de verbetering van 4 in zeer
slechte staat verkerende premiewoningen ter hand te nemen,
waarna op grond van de opgedane ervaringen het gehele plan
n°g eens nader ware te bezien.
In de kosten van verbetering van premiewoningen valt niet
°P een rijksbijdrage te rekenen. Nu de woningbouwvereniging
Zelf niet over het benodigde kapitaal beschikt en evenmin de
"uit"