li
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951. BIJLAGE NO.89.
BIJLAGE NO. 89-
Aan de Gemeenteraad.
In verband met de voorgenomen vestiging van enige lichte
industrié'n, met daarbij aansluitende flatbouw, onmiddellijk
ten Zuiden van het kruispunt Prinses Julianalaan - Overijssel
sestraatweg, is het nodig gebleken over te gaan tot herziening
van het uitbreidingsplan der gemeente Leeuwarderadeelkern
Huizum, zoals dit thans geldt, alsmede tot aanvulling en her
ziening van de "Bebouwingsvoorschriften Leeuwarderadeel".
Voorts is van deze herziening gebruik gemaakt om ten Noorden
van evengenoemd punt een tweetal flatgebouwen van tenminste
4 woonlagen te projecteren, welke aldaar als stedebouwkundig
dominerende gebouwen bij de toegang tot de stad zeer op hun
plaats zullen zijn.
Het plan, strekkende tot het vorenstaande heeft, overeen
komstig het bepaalde in art.37 der Woningwet, van 3 Maart 1951
af ter inzage voor een ieder ter secretarie der gemeente gele
gen. Van deze nederlegging heeft het Hoofd van het Gemeente
bestuur op de bij de wet voorgeschreven wijze openbare kennis
geving gedaan, onder mededeling, dat belanghebbenden gedurende
vermelde termijn bezwaren bij de Gemeenteraad tegen het plan
konden indienen. Van deze gelegenheid tot het indienen van be
zwaren is gebruik gemaakt door de Hoofdingenieur-Directeur
van de Rijkswaterstaat Directie Groningen en Friesland, die
zich op grond van verkeersoverwegingen meent te moeten ver
zetten tegen de stichting van een benzinestation in de Zuid-
Westelijke hoek van het aansluitingspunt van de Julianalaan
aan de Verlengde Schrans en de Rijksweg no.32 Leeuwarden-Zwolle.
De terzake door de Directeur der Gemeentewerken met genoemde
Hoofdingenieur gehouden bespreking heeft thans nog niet tot
overeenstemming geleid. Verwacht mag evenwel worden, dat voor
dit gedeelte nog wel een oplossing zal worden gevonden, welke
alle partijen zal kunnen bevredigen. Waar het naar het oordeel
van Burgemeester en Wethouders niet gewenst is om de vaststel
ling van het gehele plan vertraging te doen ondervinden door
het hierboven bedoelde geschil, verdient het aanbeveling om
het door de Hoofdingenieur-Directeur van de Rijkswaterstaat
bedoelde gedeelte voorlopig even uit het plan te lichten en
daaromtrent te zijner tijd afzonderlijk de nodige beslissing
te nemen.
Wij geven U derhalve in overweging te besluiten over te
gaan tot herziening, als bovenbedoeld, overeenkomstig de bij
onderstaand ontwerp-besluit behorende nader gewijzigde teke
ningen, alsmede tot wijziging van de "Bebouwingsvoorschriften
Leeuwarderadeel"
Leeuwarden, 19 April 1951*
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. VAN DER MEUNEN, Burgemeester.
T.BAKKER, Secretaris.
ONTWERP"
Verzonden 21 April 1951-