Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951. BIJLAGE NO.I13,
of curatoren zich met deze beslissing niet kunnen verenigen
wegens een reden, gelegen buiten de beoordeling der vorderin
gen van de leerling afzonderlijk, wordt ingevolge het vier
de lid van het ontworpen artikel 21 de eindbeslissing in han
den van het curatorium gelegd. Wij vestigen er, voor zoveel
nodig, de aandacht op, dat, in tegenstelling met het vorige
lid, herziening van een beslissing in dit geval slechts kan
worden gevraagd door het college van curatoren en niet door
een of meer curatoren afzonderlijk.
Verder kan het voorkomen, dat tijdens de beraadslagingen
curatoren, de rector of de gezamenlijke leraren naar aanlei
ding van behandelde gevallen van mening zijn, dat een in
eerste instantie genomen beslissing niet juist is geweest.
Alsdan moet het nog mogelijk zijn deze beslissing in tweede
of zo nodig in derde instantie, zoals hiervoor is aangegeven
te corrigeren.
Wanneer de hiervoor bedoelde beslissingen hun beslag het
ben gekregen,blijft altijd nog de mogelijkheid bestaan, dat
zich nadien nieuwe feiten voordoen van zo ernstige aard, dat
een beslissing in redelijkheid niet te handhaven is. Herzie
ning kan dan geboden zijn.
V/ij geven U thans in overweging over te gaan tot wijzi
ging van artikel 21 van de verordening voor het gymnasium
te Leeuwarden volgens het hierna opgenomen ontwerp.
Leeuwarden, 28 Mei 1951.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. VAK DER MEULENBurgemeester.
T.BAKKER, Secretaris.
"ONTWERP"
Verzonden 30 Mei 1951.
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951. BIJLAGE NO.113.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders,
d.d. 28 Mei 1951 (bijlage no. 113);
BESLUIT:
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING tot wijziging van
de Verordening voor het
gymnasium te Leeuwarden
(gemeenteblad 1935,no.19,
1936 no.38, 1938 no.11,
1939 no.28 en 1947 no.8).
BESTAANDE REDACTIE
Artikel 21.
Ten minste acht dagen
vóór den afloop van eiken
cursus brengen rector en
leraren gemotiveerd advies
uit aan curatoren omtrent
het onvoorwaardelijk, voor
waardelijk of niet overgaan
van de leerlingen tot een
hooger studiejaar. Curato
ren beslissen daarover als
dan zoo spoedig mogelijk en
maken daarna in een daarvoor
te houden vergadering van cu
ratoren met rector en lee
raren den uitslag bekend.
Alsdan wordt mede be
paald op welken dag vóór den
aanvang van den nieuwen cur
sus het onderzoek zal plaats
hebben, of aan de opgelegde
voorwaarden voor een bevor
dering is voldaan. Na dit
onderzoek hebben de beslis
sing over en de bekendma
king van den uitslag op de
zelfde wijze plaats als bo
ven is geregeld.
Enig artikel.
Artikel 21 wordt gelezen als
volgt
"1. Voor de afloop van elke cur
sus beraadslagen rector en leraren
in een daartoe, in overleg met cu
ratoren, belegde vergadering om
trent het onvoorwaardelijk, voor
waardelijk of niet overgaan van
de leerlingen tot een hoger stu
diejaar. Curatoren worden uitge
nodigd die vergadering bij te wo
nen.
2. De gezamenlijke leraren,die
in het aflopende studiejaar in de
klasse- of, indien de klasse in
afdelingen is gesplitst, in de
afdeling, waarin een leerling is
geplaatst, het onderwijs hebben
gegeven, nemen over hem de be
slissing.
De rector of zijn plaatsvervanger
neemt aan de stemming deel, ook
indien hij geen lesgevend leraar
is
3. Indien een curator, de rec
tor of zijn plaatsvervanger, of
een leraar, die tot de beslissing
over een leerling heeft medege
werkt, dat wenst, wordt over de
bevordering van die leerling, al
dan niet na nadere beraadslaging,
nader beslist door de rector of
zijn plaatsvervanger en alle aan
wezige leraren.
4. Is deze nadere beslissing-
niet genomen met een meerderheid
van ten minste 2/3 der uitgebrach
te stemmen of kunnen curatoren
zich niet met die beslissing ver
enigen wegens een reden, gelegen
"bui-"
ONTWERP