Bijlage tot het verslag de.r handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951. BIJLAGE NO.137.
Minister voorts tot uiting, dat ook ten aanzien van de ge
neeskundige verzorging van het Rijkspersoneel voorzieningen
in overweging zijn genomen. Hoewel er de voorkeur aan ge
vende, dat de gemeentebesturen, in afwachting van de tot
standkoming van bedoelde voorzieningen van Rijkswege, de
vaststelling van regelingen voor het gemeentepersoneel ach
terwege laten, behoeft naar 's Ministers mening toch tegen
de algemene strekking van zodanige besluiten geen bezwaar
te bestaan. De Minister gaat er echter van uit, dat de dek
king van de uit een dergelijk besluit voortvloeiende uit
gaven op een door het college van Gedeputeerde Staten goed
gekeurde wijze is geregeld.
In verband met de door de Minister uitgesproken voor
keur om maatregelen op dit punt achterwege te laten, zolang
het Rijk in dezen nog geen stappen heeft ondernomen, hebben
wij, ons op het standpunt stellende, dat het niet juist
moest worden geacht om hier, in afwijking van de steeds ge
volgde gedragslijn, de. loonpolitiek van het Rijk door die
van de gemeente te doen doorkruisen, aanvankelijk geaarzeld
Uw Raad een voorstel, om over te gaan tot de vaststelling
van een ziektekostenregeling, te doen. De financiële toe
stand van de gemeente was ook een reden voor onze aarzeling.
Het feit echter, dat de grotere gemeenten vrijwel al
gemeen tot de invoering van de ziektekostenregeling zijn
overgegaan en de overweging, dat de bestaande, op zich zelf
ongetwijfeld ongemotiveerde, achterstelling van het gemeente-
personeel bij de werknemers in het particuliere bedrijf,zo
enigszins mogelijk, dient te worden opgeheven, heeft ons
ten_slotte doen besluiten onze medewerking aan de totstand
koming van een tijdelijke ziektekostenregeling niet langer
te onthouden.
In verband met de toestand der gemeentefinanciën menen
wij echter, dat er zeker aanleiding bestaat om bij het aan
vaarden van een regeling uitdrukkelijk te bepalen, dat niet
eerder tot de uitkering van de tegemoetkomingen wordt over
gegaan, dan nadat door goedkeuring van de betrekkelijke be
grotingspost door Gedeputeerde Staten een sluitende begro
ting is verzekerd.
Aangezien het ontwerp in het Centraal Overleg is behan
deld, behoeft het plaatselijk Georganiseerd Overleg in dezen
niet te worden ingeschakeld.
Op grond van het bovenstaande en in aanmerking nemende,
dat de plaats gehad hebbende belangrijke verhogingen van 'de
premie voor de vrijwillige ziekenfondsverzekering bereids
vele gezinnen van hot gemeentepersoneel voor grote finan
ciële moeilijkheden hebben geplaatststellen wij Uw Raad
thans voor over te gaan tot de vaststelling van een Tijde
lijke Ziektekostenregeling, zulks overeenkomstig het hier
bij gevoegde ontwerp.
Leeuwarden, 28 Juni 1951.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. VAR DER MEULEN, Burgemeester.
M.D. DE JONG, 1-Secretaris
Verzonden 30 Juni 1951
ONTWERP"
Biilage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951» BIJLAGE 110.137.
ONTWERP.
TIJDELIJKE ZIEKTEKOSTENREGELING.
Artikel 1
1. Deze verordening verstaat onder ambtenaar;
a. de ambtenaar in de zin van het Algemeen Ambtenaren
reglement
b. de werknemer in de zin van de Arbeidsovereenkomsten
verordening, voor zover zijn loon ligt boven het in
artikel 1, onder c, der Ziektewet genoemde bedrag.
2. Voor de toepassing van deze verordening wordt niet als
ambtenaar beschouwd:
a. hij, die valt onder het"besluit geneeskundige ver
zorging politie";
b. hij, die werkzaam is bij het onderwijs, voor zover
zijn bezoldiging van rijkswege is geregeld;
c. hij, wiens werkzaamheden naar het oordeel van Burge
meester en Wethouders geen volledige dagtaak opleveren.
Artikel 2
De ambtenaar heeft aanspraak op vergoeding van de helft
van het bedrag dat hij, per kalenderjaar, heeft betaald voor
de verzekering tegen de kosten van geneeskundige verzorging
bij ziekte of ongeval voor zich of voor zich en zijn gezin,
tot een maximum van f. 50,-•
Artikel 3
De ambtenaar heeft, indien hij naar het oordeel van Bur
gemeester en Wethouders op aannemelijke gronden geen ver
zekering heeft gesloten, aanspraak op vergoeding van de
helft van de kosten, welke hij, per kalenderjaar, aan ge
neeskundige verzorging bij ziekte of ongeval voor zich of
voor zich en zijn gezin heeft gemaakt, tot een maximum van
f. 50,-.
Artikel 4.
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere voorschriften
geven ter uitvoering van deze verordening.
Artikel 5
Deze verordening treedt in werking op 1 Juli 1950 en
vervalt uiterlijk op 1 Januari 1952.