Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951. BIJLAGE ITO. 164
Artikel 6.
Uiterlijk de 15e Januari van elk jaar doen de in art.5
bedoelde organisaties aan de voorzitter opgaaf van:
a. de namen der op 1 Januari van dat jaar bij haar aangeslo
ten ambtenaren, die bij de tak van dienst werkzaam zijn;
b. de namen der ambtenaren, die zij ingevolge art.5 als leden
en plaatsvervangende leden van de commissie hebben aange
wezen.
Artikel 7-
Leden of plaatsvervangende leden van de medezeggenschaps
commissie kunnen alleen zijn zij, die op 1 Januari van het jaar
van aanwijzing de leeftijd van 23 jaar hebben bereikt en bij de
tak van dienst gedurende ten minste een jaar in dienstbetrek
king werkzaam zijn.
Artikel 8.
1. Voorzitter van de medezeggenschapscommissie is het hoofd
van de tak van dienst; plaatsvervangend voorzitter is hij, die
het hoofd van de tak van dienst als zodanig pleegt te vervangen,
2. De voorzitter wijst een ambtenaar bij de tak van dienst
aan als secretaris van de medezeggenschapscommissie.
Artikel 9.
1. De samenstelling van de medezeggenschapscommissie be
hoeft de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders.
2. De voorzitter kan, indien hij de samenstelling van de
commissie, uit een oogpunt van doelmatige vertegenwoordiging
van het personeel, onbevredigend acht, daarvan mededeling doen
aan Burgemeester en Wethouders.
3. Burgemeester en Wethouders kunnen, nadat aan de organi
saties op de, ingevolge art. 125, tweede lid, juncto eerste lid,
onder k, der Ambtenarenwet 1929voorgeschreven wijze gelegen
heid is gegeven terzake haar gevoelen te doen kennen, de in
art. 5 bedoelde organisaties in de gelegenheid stellen, haar
aanwijzing te herzien.
Taak en bevoegdheden.
Artikel 10.
1. De medezeggenschapscommissie beraadslaagt over alle on- I
derwerpen betreffende de werkwijze van en de dienst voorwaarden
bij de tak van dienst, voor zover deze behoren tot de bevoegd
heid van het hoofd van de tak van dienst.
2. Met betrekking tot deze taak van de commissie kunnen
Burgemeester en Wethouders nadere regelen vaststellen.
Artikel 11.
Indien bij de behandeling van enig onderwerp, bedoeld in
art. 10, tussen de voorzitter en de meerderheid van de leden der
commissie overeenstemming wordt bereikt, neemt het hoofd van de
tak van dienst dienovereenkomstig een beslissing.
Artikel 12.
1. Indien bij de behandeling van enig onderwerp, bedoeld in
artikel lo, tussen de voorzitter en de meerderheid van de leden
der commissie geen overeenstemming wordt bereikt, doet de voor
zitter daarvan mededeling aan Burgemeester en Wethouders.
2. Indien dit onderwerp de d ie nst voorwaar den betreft, nemen
Burgemeester en Wethouders terzake een beslissing. In spoed
eisende gevallen kan het hoofd van de tak van dienst een voor-
lopige
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951- BIJLAGE ITO. 164
voorlopige voorziening treffen. Van deze voorziening doet
hij onverwijld mededeling aan de medezeggenschapscommissie
en aan Burgemeester en Wethouders.
Artikel 13»
1. De medezeggenschapscommissie geeft aan Burgemeester
en Wethouders op hun verzoek haar oordeel over onderwerpen,
de tak van dienst betreffende. Indien dit oordeel niet een
stemmig is, worden de onderscheidene zienswijzen aan Burge
meester en Wethouders kenbaar gemaakt.
2. Indien haar beraadslaging over dat verzoek leidt tot
overeenstemming tussen de voorzitter en de meerderheid der
leden, kunnen aan het in het eerste lid bedoelde oordeel voor
stellen worden verbonden.
Artike1 14
1. Het hoofd van de tak van dienst doet in de vergadering
mededeling van alle belangrijke aangelegenheden, die zich bij
de tak van dienst voordoen.
2. Hij kan de leden der commissie gelegenheid geven hun
gevoelen te doen kennen omtrent aangelegenheden, als bedoeld
in het vorige lid, voor zover deze niet reeds behoren tot de
in art.10 bedoelde onderwerpen.
Vergaderingen
Artikel 15.
De medezeggenschapscommissie vergadert in de regel eenmaal
in dë twee maanden. Voorts worden vergaderingen gehouden, zo
dikwijls de voorzitter die nodig oordeelt of wanneer ten minste
vier leden, of, indien niet meer dan twee organisaties een aan
wijzing, als bedoeld in art.5» hebben gedaan, ten minste twee
leden, daartoe een verzoek bij de voorzitter indienen.
Artikel 16.
1. De leden worden tijdig ter vergadering opgeroepen. De
te behandelen aangelegenheden worden zoveel mogelijk in de op
roepingsbrief vermeld.
2. Geen vergadering kan plaats hebben, indien niet de voor
zitter of diens plaatsvervanger en ten minste de helft van de
leden aanwezig zijn.
Artikel 17.
Ter vergadering worden, met inachtneming van de artikelen
10 tot en met 14, behandeld de onderwerpen,welke door de voor
zitter aan de orde zijn gesteld, alsmede die, waarvan twee of
meer der leden de behandeling hebben gevraagd.
Artikel 18.
De leiding der vergadering en de handhaving der orde be
rusten bij de voorzitter.
Artikel 19»
1. De vergaderingen zijn niet openbaar.
2. De leden der commissie kunnen zich in daarvoor in aan
merking komende gevallen ter beoordeling van de voorzitter door
een of meer deskundigen doen bijstaan.
3. De voorzitter kan de vergadering door ambtenaren, die
niet tot de leden der commissie behoren, doen bijwonen; leden
(i van''