Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951- BIJLAGE NO. 166.
Het gevolg van deze bekendmakingen is geweest, dat een
tweetal bezwaarschriften bij Uw Raad zijn ingediend, n.l.
één door de N.V. Leeuwarder Nieuwsblad en één door de Direc
tie van het ErieschDagbladbeide gevestigd aan het adres
Galileé'rkerkstraat no. 17, alhier.
Naast het feit, dat de hoofdingang van hun kantoren
recht tegenover de Driekramerssteeg is gelegen, gronden de
N.V. Leeuwarder Nieuwsblad en de Directie van het Priesch Dag
blad hun bezwaren hoofdzakelijk op de omstandigheid, dat door
de onttrekking aan het openbaar verkeer van de Driekramers
steeg, welke naar hun mening door het personeel en bezoekers
enz. het meest als toegangsweg naar de kantoren in de Ga-
lileérkerkstraat wordt geprefereerd, hun bedrijven nog meer
geïsoleerd komen te liggen dan thans reeds het geval is,
met het onvermijdelijke gevolg, dat het betreffende pand in
waarde zal dalen.
Zoals wij hiervoor reeds hebben uiteengezet, is naar
onze mening van een mindere mate van bereikbaarheid van de
kantoren van requestranten geen sprake tengevolge van de
aanwezigheid op zeer korte afstand van het Nieuwstraatje en
het Droevendal, welke verbindingen bovendien belangrijk bre
der zijn dan de Driekramerssteeg. Overigens kunnen wij hier
bij nog opmerken, dat wij, na een nauwgezet afwegen van de
bijzondere belangen (de belangen van hen, die de bezwaren
hebben ingediend) tegen de algemene belangen (alszodanig
menen wij de belangen van het Staatsbedrijf der P.T.T. te
mogen beschouwen)tenslotte tot de conclusie zijn gekomen,
dat het verzoek van de P.T.T. redelijk en aanvaardbaar moet
worden geacht.
De overige door belanghebbenden naar voren gebrachte
bezwaren, welke niet rechtstreeks in verband staan met het
onttrekken van de steeg aan het openbaar verkeer, doch ver
band houden met de toekomstige bestemming van het betreffen
de perceel, kunnen naar onze mening hier buiten beschouwing
worden gelaten.
Op grond van het vorenstaande geven wij Uw Raad derhalve
in overweging te besluiten tot het onttrekken van de Drie
kramerssteeg, gelegen tussen de Tweebaksmarkt en de Gali-
leèrkerkstraatalhier, aan het openbaar verkeer.
Na goedkeuring van het betrekkelijke besluit door Gede
puteerde Stelten van Priesland zullen wij Uw Raad een nader
voorstel tot verkoop van de grond doen toekomen. Zoals uit
de ter visie gelegde stukken blijkt, bestaat in beginsel
tussen ons College en de P.T.T. reeds volledige overeenstem
ming omtrent de voorwaarden dezer verkoop.
Leeuwarden, 14 September 1951'
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. VAN DER MEULEN, Burgemeester.
M.D. DE JONG 1.-Secretaris.
Verzonden 15 September 1951-
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951- BIJLAGE NO.167
BIJIAGE NO. 167.
Aan de Gemeenteraad.
Onder verwijzing naar de bij de stukken ter inzage ge
legde ontwerp-begrotingswijziging voor 1951 bieden wij U hier
bij de daarbij behorende memorie van toelichting aan.
Algemene en bijzondere uitkering uit het gemeentefonds.
Ingevolge rondschrijven van de Minister van Binnenlandse Za
ken van 2 Augustus 1951,no.U 3616, afd.Pin, (B.B.),ligt het in
het voornemen het voorlopig op 125 gestelde voorschotpercentage
voor de algemene en bijzondere uitkeringen uit het gemeente
fonds over het dienstjaar 1951 te verhogen.
In afwachting van de totstandkoming van een daartoe strek
kende wijziging van de begroting 1951 van het gemeentefonds
kunnen de genoemde uitkeringen thans worden geraamd naar 135#
van de basisbedragen.
Voor het opvangen van tegenvallers in de loop van het
dienstjaar kan in de begroting 1951 wegens afrekening van de
algemene en bijzondere uitkeringen over een vroeger dienst
jaar, op onderdeel b der betrokken posten, een uitkering van
5$ worden geraamd.
Ten opzichte van de primitieve raming kan de algemene uit
kering uit het gemeentefonds voor 1951 in verband met het vo
renstaande worden verhoogd met 0.10 x 79.400 x f. 18.67204
f. 148.255,-. Wegens afrekening over 1948 kan op onderdeel b
van de betreffende post worden geraamd 0.05 x 77.129 x
f. 18.67204 rond f, 72.000,-.
De hogere opbrengst van de bijzondere uitkering t.a.v. de
primitieve raming is te stellen op 10# van f. 332.500,-
f. 33.250,- voor de a.-post en 5# van f. 332.500,- f. 16,625,-
vocjt de b.-post. De totale verhoging bedraagt derhalve
f. 148.255,- f. 72.000,- f f. 33.250,- f. 16.625,-
f. 270.130,-.
Met nadruk wijst de Minister in het hierboven vermelde rond
schrijven er op, dat gemeenten, die ondanks de verhoging van de
algemene en de bijzondere uitkering geen sluitende begroting
kunnen verkrijgen, alleen in bijzondere gevallen herziening of
toekenning van de bijzondere uitkeringen kunnen vragen. Gelet
op het standpunt van de Minister en de ter zake gevoerde be
sprekingen met Gedeputeerde Staten ligt het dan ook niet in de
verwachting, dat het bij wijziging no.9 geraamde begrotingste
kort ad f. 765.291,-, wolk bedrag in verband met de verhoging
van de uitkeringen uit net gemeentefonds kan worden teruggebracht
tot op f. 495.161,-, uit verhoging van de bijzondere bijdrage
zal kunnen worden gevonden, te meer niet, nu de gemeente wegens
overschotten van vorige jaren nog een algemene reserve van
f. 678.655,- ter beschikking heeft.
Bij de behandeling van het wetsontwerp tot verlenging van de
noodvoorziening gemeentefinanciën heeft de Minister zich bereid
verklaard verhoging van de bijzondere uitkering in gunstige
overweging te zullen nemen, indien een gemeente b.v. wegens
investeringen voor industrialisatie er niet in slaagt de begro
ting sluitend te maken.
In de primitieve begroting voor 1951 is voor uitvoering van
havenplannen rekening gehouden met een investering van
-• 1.473.000,-, terwijl voorts bij wijziging no. 7 ter zake een
restant crediet van f. 465.000,- is geraamd. Naar het huidige
rentepercentage van 4# is op annuïteitsbasis met een looptijd
van 40 jaar de gemiddelde, uit deze investeringen voortvloeien
de kapitaalslast te stellen op rond f. 97.870,-,
In aanmerking nemende, dat bij de vaststelling van de bij
zondere uitkering in 1948 met deze last geen rekening is en kon
worden gehouden, is er naar ons oordeel gerede aanleiding hier
"van"