No. 10780.
16
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d
November 1951 (bijlage no.201);
BESLUIT;
I. het uitbreidingsplan in onderdelen der gemeente Leeuwarderadeel
(kern Huizum), vastgesteld door de Raad dier gemeente bij be
sluit van 30 Januari 1941, goedgekeurd door de Commissaris der
provincie Friesland bij besluit van 25 Februari 1 942, no.29, met
betrekking tot gronden, gelegen ten zuiden van de Tijnjedijk en
ten noorden van de Oude Potmarge, te herzien overeenkomstig de
bij dit besluit behorende kaart;
II. vast te stellen de volgende verordening;
VERORDENING tot wijziging van de
verordening, regelende de be
bouwing van de gronden, waar
van de bestemming in onder
delen is bepaald in het uit
breidingsplan voor het dorp
Huizum
Artikel I.
3, lid 13, wordt vervangen door een nieuw lid, lui-
Artikel
dende
13. bebouwingsklasse
N; industrie, waaronder wordt verstaan be
bouwing met niet voor bewoning bestemde gebouwen als bedrijfs
gebouwen, fabrieken, werkplaatsen, magazijnen, opslagplaatsen en
dergelijke met daarbij behorende kantoor- en schaftlokalen;.
Artikel II.
In artikel 4, lid 2, worden de woorden; sub 11 en 12, vervan
gen door; sub 11, 12 en 13
Aan artikel 5 wordt een
Burgemeester en wethouders
bedoeld in artikel 3,
bouwd ten behoeve van
nen, wier huisvesting
Artikel III.
nieuw lid toegevoegd, luidende;
kunnen toestaan, dat op terreinen,
lid 13, een of meer woningen worden ge-
concierges, bewakers of dergelijke perso-
op het industrieterrein noodzakelijk is.
Artikel IV.
Na artikel 6 wordt ingevoegd een nieuw artikel, luidende:
Artikel 6a.
Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van de hoogte
van gebouwen, alsmede ten aanzien van erfafscheidingen, op ter
reinen, bedoeld in artikel 3, lid 13, nadere eisen stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
Voorzitter
Secretaris
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951. BIJLAGE NO.202.
No. 10632.
Aan de Gemeenteraad.
Ten einde gedurende het dienstjaar 1952 in de behoefte
aan kasgeld te kunnen voorzien door het aangaan van tijdelijke
kasgeldleningen, is het noodzakelijk, dat daarvoor opnieuw
het gebruikelijke raadsbesluit, houdende machtiging aan ons
college tot het aangaan van zodanige leningen, wordt genomen.
In verband met de in het begin van 1952 vervallende en op
nieuw te sluiten posten dient, ter voorkoming van stagnatie
in de kasgeldvoorziening, reeds thans tot het verlenen van de
machtiging te worden besloten.
Wij stellen U daarom, onder overlegging van het advies der
Financiële Commissie, voor over te gaan tot vaststelling van
het hieronder in ontwerp afgedrukte besluit.
Leeuwarden, 15 November 1951»
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. VAN DER MEULEN, Burgemeester.
T.BAKKER, Secretaris.
Verzonden 17 November 1951.