De grondkosten worden begroot op;
6775 classificatieoppervlak x 25,25 f. 171.070,
renteverlies 16 maanden a 4$ 9» 12 5 --
f. 180.195,--
Voor een nadere motivering van de aangehouden grond
prijs van f. 25,25 per m2 classificatieoppervlak mogen wij
U verwijzen naar de bij de stukken overgelegde calculatie
van de grondkosten van het plan Leeuwarden-Zuid.
Aangezien de Jan van Scorelstraat reeds is verhard, be
hoeft geen crediet voor straataanleg te worden uitgetrokken.
De rijksbijdrage in de exploitatie van de woningen kan
worden gesteld op:
f. 21.220,-- voor de bouw en
2.885 voor de grond
f. 24.105,--.
Het inachtneming van vorenstaande gegevens moet de huur
van de woningen worden aangehouden op gemiddeld f. 6,90 per
woning, gebaseerd op de volgende becijfering:
lasten
annuïteit grondkosten
4.223$ van f. 180.195,-- f.
annuïteit bouwkosten
4.656$ van f. 955.100,--
onderhoud 108 x f. 51,--
algemene onkosten 108 x f. 9,--
assurantie
belastingen
7.610,--
44.375,—
5.510,—
975,--
380,—
3240,- -
af: rijksbijdrage
f.
t!
62. 090,—
24.105.--
f- 37.985,--
huuropbrengst exclusief huurderving
huuropbrengst inclusief huurderving
100/98 f. 38.760,--
huur per week 1/52 f. 745,--
gemiddelde huur per woning f. 6,90
Onder mededeling, dat de financiële commissie en de com
missie voer openbare werken zich hiermede kunnen verenigen,
stellen wij U voor het hieronder volgende besluit te nemen.
Leeuwarden, 6 December 1951.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
VAL DER MEULEN, Burgemeester,
T. BAKKER, Secretaris.
Verzonden 3 December 1951.
No. 11399.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
6 December 1951 (bijlage no. 206)
Gelet op artikel 52 van de Woningwet, het Woningbesluit
en de Beschikking bijdragen woningwetbouw 1950;
BESLUIT
I. Aan de woningstichting !i Leeuwarden-Leeuwarderade el"
voor^de uitvoering van het door haar ingediende bouwplan van
108 étagewoningen op een terrein gelegen aan de Jan van Sco
relstraat, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie A, nos.
668, 669 en 1946, groot 10.800 m2
voorschotten te verlenen ten bedrage van:
f. 180.195,-- voor de aankoop van bouwterrein en de kosten
van het bouwrijpmaken van dit terrein grondvoorschotzulks
tegen een rentevoet van ten hoogste 4$, met een aflossingster
mijn van 75 jaar en
f. 953.100,-- voor de bouwkosten van 108 étagewoningen
(bouwvo or schotzulks tegen een rentevoet van ten hoogste 4$
met een aflossingstermijn van 50 jaar, of zoveel meer of min
der als voor de uitvoering van het bouwplan door de minister
van wederopbouw en volkshuisvesting in aanmerking wordt geno
men.
Het verlenen van de bovengenoemde voorschotten geschiedt
onder de voorwaarden, genoemd in de artikelen 19 en 20 van het
Woningbesluit en de voorwaarden, welke de minister, belast met
de uitvoering van de Woningwet, aan de geldelijke steun van het
rijk mocht verbinden.
Het bedrag der boete, bedoeld in artikel 19, onder c, van
het Woningbesluit wordt bepaald op f. 5.000,--.
II. Uit 's Rijks kas ten behoeve van de onder I genoemde
sticïïïïng aan te vragen en te aanvaarden, overeenkomstig de
bepalingen van de Beschikking bijdragen woningwetbouw 1950,
een zo hoog mogelijke jaarlijkse bijdrage in het exploitatie
tekort van de onder I genoemde woningen.
III. Aan de stichïing voor een tijdvak van ten hoogste 50
jaren, aanvangende op het tijdstip, waarop de woningen voor
bewoning gereed zijn, een jaarlijkse bijdrage uit de gemeente
kas te verstrekken gelijk aan de toe te kennen rijksbijdrage,
als hiervoor onder II bedoeld, onder de volgende voorwaarden:
a. de bijdragen worden terugbetaald overeenkomstig hetgeen te
dien aanzien is bepaald in art.25, 7e en 8e lid, van het
Woningbesluit, behoudens het bepaalde in artikel 24c, derde
lid van dat besluit;
b. indien de voorschotten of de onafgeloste gedeelten daarvan
worden opgevorderd krachtens artikel 19, letter b van het
Woningbesluit, zullen de bijdragen, tot welker betaling de
gemeente zich nog in de toekomst heeft verbonden, niet meer
verschuldigd zijn.
IV. De gemeente stort jaarlijks een bedrag van 7$ van de
op hërt tijdstip van storting geldende jaarhuur in het krachtens
art. 24c van het Woningbesluit te vormen reservefonds. Ten aan
zien van de vorming van dit reservefonds geldt het volgende:
a. het reservefonds wordt beheerd door de krachtens dit besluit
voorschot verkrijgende stichting, op aanwijzing van burge
meester en wethouders en is bestemd om te voorzien in de
dekking van tekorten op de exploitatie van de onderhavige
woningen, welke zich in enig jaar mochten voordoen en van
onvoorziene kapitaalsuitgaven;