No. 11442.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
7 December 1951 (bijlage no. 214);
Gezien de adviezen van de hoofdingenieur-directeur van
de wederopbouw en volkshuisvesting in de provincie Eriesland;
Gelet op artikel 25 der T7oningwet
BESLUIT
onbewoonbaar te verklaren de in onderstaande staat vermelde
woningen, te weten:
Plaatseli jke
benaming
Kadastrale
aanduid ing
Straat
No.
Gemeente
Leeuwarden
Sectie
No.
Bredeplaats
8 beneden
A
322
Noordvliet
511
4235
Droevendal
13/15
B
1443-1440
""ester straat
39
E
1375
ti
51
E
1373
tt
53
E
1374
doen
met last om de genoemde woningen te/ontruimen, voor wat be
treft de woning Bredeplaats 8 beneden binnen e'én maand, en
voor wat betreft de overige woningen binnen zes maanden, te
rekenen van de dag, waarop de tijd tot voorziening tegen dit
besluit is verstreken of het besluit tot onbewoonbaarverkla
ring is gehandhaafd.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
Voorzitter.
Secretaris.
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1951. EIJLAGE 110.215.
No. 11115.
Aan dö Gemeenteraad.
De pachter van het gardenierslandgenaamd "het Hinneland"
Andries Rinsma, heeft ons verzocht dit land, waarvan de hui
dige pacht op 29 Februari 1952 afloopt, opnieuw in pacht te
mogen ontvangen.
Tegen deze verpachting hebben wij geen bezwaar, wel echter
tegen een verpachting voor de tijd van zes jaren. Een zodanige
termijn komt ons n.l. in verband met de bestaande plannen tot
uitbreiding van het stadsgedeelte, waarin de grond gelegen is,
te lang voor. Desgevraagd heeft de Grondkamer toestemming ver
leend voor een verpachting voor de tijd van drie jaren, een
termijn, welke ons aanvaardbaar voorkomt.
De pachtsom kan worden berekend naar de huidige pachtsom
van f. 250,-- per jaar voor een terreingrootte van 1.49.00 ha.
Aangezien van het terrein evenwel een gedeelte, ter grootte
van 810 centiare is verkocht aan de N.V. v/h A.Kingma en Zoon,
alhier, zal de nieuwe pachtsom een evenredige vermindering
dienen te ondergaan. De pachter heeft tegen een en ander geen
bezwaar, doch heeft verzocht in de nieuwe overeenkomst artikel
9 van het bestaande contract, bepalende, dat voor de door de
pachter gedurende de pachttermijn op het gepachte geplaatste
bomen bij beëindiging van de pacht geen vergoeding door de ge
meente wordt betaald, weg te laten. Wij achten, gelet op de
omstandigheden en op het feit, dat ook in het contract, gel
dende voor het naast het perceel gelegen land, een zodanige
bepaling niet opgenomen is, inwilliging van het verzoek rede
lijk.
Wij geven U mitsdien in overweging het hierachter afgedruk
te besluit te nemen. De bij het besluit behorende overeenkomst
is bij de stukken ter inzage gelegd.
Leeuwarden, 28 November 1951.
Burgemeester en vethouders van Leeuwarden,
A.A.M. VAN DER HEULEN, Burgemeester.
T.BAKKER, Secretaris.
Verzonden 8 December 1951-
n
u-