No .1 1 698.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
van 15 December 1951 (bijlage no. 220);
Gelet op artikel 52 van de Woningwethet Woningbe-
sluit en de Beschikking bijdragen woningwetbouw 1950;
BESLUIT
I. Aan de woningstichting "Patrimonium" voor de uit
voering van het door haar ingediende bouwplan van 112
étagewoningen op een terrein, gelegen in de nabijheid van
de Boomgaardstraat, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden,
sectie G, nos. 3646 en 11341 groot 6546 m2voorschotten
te verlenen ten bedrage van:
f. 181 .500,-voor de aankoop van bouwterrein en de kosten van
het bouwrijp maken van dit terrein grondvoorschotzulks
tegen een rentevoet van ten hoogste 4 met een aflossings
termijn van 75 jaar, en
f. 1.121.875,- voor de bouwkosten van 112 étagewoningen en
het aanbrengen van extra voorzieningen, als terreindrainage,
aanleg kinderspeelplaats en aanleg van tuinen (bouwvoorschot),
zulks tegen een rentevoet van ten hoogste 4 met een af
lossingstermijn van 50 jaar, of zoveel meer of minder als
voor de uitvoering van het bouwplan door de minister van
wederopbouw en volkshuisvesting in aanmerking wordt genomen.
Het verlenen van de bovengenoemde voorschotten geschiedt
onder de voorwaarden, genoemd in de artikelen 19 en 20 van
het Woningbesluit en de voorwaarden, welke de minister, be
last met de uitvoering van de Woningwet, aan de geldelijke
steun van het rijk mocht verbinden.
Het bedrag der boete, bedoeld in artikel 19, onder c,
van het Woningbesluit, wordt bepaald op f. 7.000,-.
II. Uit 's rijks kas ten behoeve van de onder I ge
noemde stichting aan te vragen en te aanvaarden, overeenkom
stig de bepalingen van de Beschikking bijdragen woningwet-
bouw 1950, een zo hoog mogelijke jaarlijkse bijdrage in het
exploitatietekort van de onder I genoemde woningen.
III. Aan de stichting voor een tijdvak van ten hoogste
50 jaren, aanvangende op het tijdstip, waarop de woningen
voor bewoning gereed zijn, een jaarlijkse bijdrage uit de
gemeentekas te verstrekken, gelijk aan de toe te kennen
rijksbijdrage, als hiervoor onder II bedoeld, onder de vol
gende voorwaarden:
a. de bijdragen worden terugbetaald overeenkomstig hetgeen
te dien aanzien is bepaald in art. 25, 7e en 8e lid, van
het Woningbesluit, behoudens het bepaalde in artikel 24c,
derde lid van dat besluit;
b. indien de voorschotten of de onafgeloste gedeelten daarvan
worden opgevorderd krachtens artikel 19, letter b, van het
Woningbesluit, zullen de bijdragen, tot welker betaling
de gemeente zich nog in de toekomst heeft verbonden, niet
meer verschuldigd zijn.
IV. De gemeente stort jaarlijks een bedrag van 7 van
de op het tijdstip van storting geldende jaarhuur in het
krachtens art. 24c van het Woningbesluit te vormen reserve
fonds. Ten aanzien van de vorming van dit reservefonds geldt
"het"