het volgende:
a. het reservefonds wordt beheerd door de krachtens dit
besluit voorschot verkrijgende stichting, op aanwij
zing van burgemeester en wethouders en is bestemd om
te voorzien in de dekking van tekorten op de exploi
tatie van de onderhavige woningen, welke zich in enig
jaar mochten voordoen en van onvoorziene kapitaals
uitgaven;
b. over deze reserve mag niet worden beschikt zonder toe
stemming van burgemeester en wethouders;
c. de stichting kan worden verplicht deel te nemen in de
jaarlijkse stortingen tot ten hoogste 31/2 van de op
het tijdstip van storting geldende jaarhuur. Het bedrag
van deze storting mag niet ten laste van de exploitatie
der woningen worden gebracht. Burgemeester en wethou
ders bepalen nader het percentage der deelneming;
d. de hierboven genoemde stortingen mogen achterwege blij
ven, indien de reserve een omvang heeft bereikt gelijk
aan viermaal het bedrag van de jaarhuur. De storting
wordt hervat, zodra de reserve daalt beneden de in de
vorige zin aangegeven omvang. Zolang de reserve de
hiervorengenoemde omvang niet heeft bereikt worden
overschotten op de exploitatie van de woningen aan de
reserve toegevoegd.
VDe gemeente draagt in eigendom aan de woningstich
ting over het onder I vermelde bouwterrein tegen de prijs,
welke de minister van wederopbouw en volkshuisvesting
voor de vaststelling van de rijksbijdrage in het exploi
tatietekort der woningen in aanmerking neemtonder nader
door burgemeester en wethouders te bepalen voorwaarden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
voorzitter.
secretaris.
Ho. 11698.
DB RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
15 December 1951 (bijlage no. 220);
Gelet op artikel 52 van de Woningwet, het Woningbesluit
en de Beschikking bijdragen woningwetbouw 1 950;
BESLUIT
I. Aan de Arbeiders Woningbouwvereniging "Beter Wonen"
voor de uitvoering van het door haar ingediende bouwplan van
60 beneden- en bovenwoningen op een terrein, gelegen ten oos
ten van de Archipelweg, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden,
sectie G, no. 13826, groot 6385 m2, voorschotten te verle
nen ten bedrage van:
f. 85.710,- voor de aankoop van bouwterrein en de kosten van
het bouwrijp maken van dit terrein (grondvoorschotzulks
tegen een rentevoet van ten hoogste 4 met een aflossings-
termijn van 75 jaar, en
f. 605.915,- voor de bouwkosten van 60 beneden- en boven
woningen (bouwvoorschotzulks tegen een rentevoet van ten
hoogste 4 met een aflossingstermijn van 50 jaar, of zoveel
meer of minder als voor de uitvoering van het bouwplan door
de minister van wederopbouw en volkshuisvesting in aanmerking
wordt genomen.
Het verlenen van de bovengenoemde voorschotten geschiedt
onder de voorwaarden, genoemd in de artikelen 19 en 20 van
het Woningbesluiten de voorwaarden welke de minister, be
last met de uitvoering van de Woningwet, aan de geldelijke
steun van het rijk mocht verbinden.
Het bedrag der boete, bedoeld in artikel 19, onder c, van
het Woningbesluitwordt bepaald op f. 3.000,-.
II. Uit 's rijks kas ten behoeve van de onder I genoemde
stichting aan te vragen en te aanvaarden, overeenkomstig de
bepalingen van de Beschikking bijdragen woningwetbouw 1 950,
een zo hoog mogelijke jaarlijkse bijdrage in het exploitatie
tekort van de onder I genoemde woningen.
III. Aan de woningbouwvereniging voor een tijdvak van
ten hoogste 50 jaren, aanvangende op het tijdstip, waarop de
woningen voor bewoning gereed zijn, een jaarlijkse bijdrage
uit de gemeentekas te verstrekken, gelijk aan de toe te ken
nen rijksbijdrage, als hiervoor onder II bedoeld, onder de
volgende voorwaarden:
a. de bijdragen worden terugbetaald overeenkomstig hetgeen te
dien aanzien is bepaald in art. 25, 7e en 8e lid, van het
Woningbesluit, behoudens het bepaalde in artikel 24c, derde
lid, van dat besluit;
b. indien de voorschotten of de onafgeloste gedeelten daarvan
worden opgevorderd krachtens artikel 19, letter b,van het
Woningbesluit, zullen de bijdragen, tot welker betaling de
gemeente zich nog in de toekomst heeft verbonden, niet
meer verschuldigd zijn.
IV. De gemeente stort jaarlijks een bedrag van 7 van
de op het tijdstip van storting geldende jaarhuur in het krach
tens art. 24c van het Woningbesluit te vormen reservefonds.
Ten aanzien van de vorming van dit reservefonds geldt het vol
gende"