II. 15 Secretarie-leges en rechten van de burgerlijke stand Begroting 1947 23.000,— 1947 f 1948 - 25.000,— 1948 - 1949 - 19.000,— 1949 - 1950 - 19.000,— 1951 - 20.000,— Rekening 26.752,— 28.807,18 19.999,43 De heffing geschiedt krachtens het raadsbesluit van 8 Augustus 1899, goedgekeurd bij koninklijk besluit d.d. 25 October 1899, no. 29, gewijzigd bij raadsbesluiten van 25 April 1905, 22 October 1907, 6 December 1910, 25 Maart,/13 Mei 1919, 14 Juni 1921, 27 Juni 1922, 24 April 1923, 24 Juli 1923, 12 Februari 1924, 9 December 1924, 26 Maart 1929, 24 November 1931, 7 April 1936, 3 Februari 1937 en 24 November 1948, laatstelijk goed gekeurd bij koninklijk besluit d.d. 23 December 1948, no. 59. (Voor onbepaalde tijd goedgekeurd). Geraamd wordt voor 1951 ƒ20.000, 11 Archiefleges Begroting 1947 10- 1947 1948 - 50,- 1948 - 1949 - 50,- 1949 - 1950 - 50,- 1951 - 50,— Rekening 66,50 159,70 79,— De heffing geschiedt krachtens de hiervoor vermelde raadsbesluiten. Geraamd wordt 50, 13 Pacht gemeentelijke aanplakzuilen en -borden Begroting 1949 1950 - 500,— 1951 - 500,— Rekening 1948 500,- 1949 - 500,- Gelet op de ontvangsten in voorgaande jaren wordt voor 1951 500,geraamd. Dividend van aandelen in de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten Begroting Rekening 1947 500,— 1947 500,— 1948 - 500,— 1948 - 500,— 1949 - 500,— 1949 - 500,— 1950 - 500,— 1951 - 500 De gemeente is in het bezit van 10.000,aan aandelen. Wegens te verwachten dividend wordt 500,uitgetrokken. 17 Ontvangsten van de bedrijven wegens aandeel in de algemene kosten der gemeente in ver houding tot de dienstendoor de gemeente aan de bedrijven verleend Begroting Rekening 1947 23.000,— 1947 23.000,- 1948 - 23.000,— 1948 - 23.000,- 1949 - 23.000,— 1949 - 23.000,- 1950 - 23.000,— 1951 - 23.000,— Er zal ontvangen worden van: het gemeentelijk electriciteitbedrijf 10.000, de gemeentelijke gasfabriek - 10.000, het openbaar slachthuis- 3.000, Samen23.000, 4 II, III. 19 Bijdrage van hoofdstuk XV gewone dienst Zie de toelichting bij volgno. 646 (sub g) der uitgaven. Begroting 1949 ,- 1950 - 2.935,- 1951 - 1.980,- Rekening 1949 1.735,- 21 Overige ontvangsten Begroting 1951 3.000,— Rekening 1949 4.715,78 Voor terugontvangst van de departementen van oorlog en marine wegens kosten uit betaling kostwinnersvergoeding, begrepen onder diverse volgnos. van hoofdstuk II, wordt, gelet op de ontvangsten over vorige jaren, ƒ3.000,geraamd. HOOFDSTUK III. Openbare veiligheid. Bijdrage van het rijk in de kosten van de politie Begroting Rekening 1947 362.935,— 1947 220.000,— 1948 - 624.628,(voorschot) 1949 - 626.015,05 1948 - 447.000,— 1950 - 643.953,56 (voorschot) 1951 - 705.075,— 1949 - 447.000,— (voorschot) Krachtens de wet „noodvoorziening gemeente-financiën" zal, met afwijking in zo verre van het bepaalde in artikel 18 van het politie-besluit 1945, volgens regelen bij algemene maatregel van bestuur te stellen, aan gemeenten een bijdrage uit 's rijks kas beschikbaar worden gesteld ter tegemoetkoming in de kosten ter zake van de politie. Deze regelen zijn vastgesteld bij het „besluit vergoeding politiekosten 1950" (St.blad 1950 nr. K. 384). Krachtens dit besluit vergoedt het rijk aan de gemeente: I. voor personeelslasten, met uitzondering van de kindertoelage, per personeelslid, be grepen onder de feitelijke sterkte, voor gemeenten, welke voor toepassing van het bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1948 zijn ingedeeld in de le klasse ƒ3.916,indien en voor zover door het rijk aan politieambtenaren boven de wedde ingevolge op 1 Januari 1950 geldende bezoldigingsreglement een uitkering tot een bepaald percentage wordt toegekend, wordt bet bedrag ad ƒ3.916,overeenkomstig verhoogd. II. 176,per jaar voor elk kind van een personeelslid, begrepen onder de feitelijke sterkte. III. Voor materiële kosten per personeelslid, begrepen onder de maximum sterkte voor 1951: van korpsen met een maximum sterkte lager dan 210 man, ƒ625,verhoogd met een bedrag, verkregen door vermenigvuldiging van ƒ0,15 met het aantal perso neelsleden, waarmede de maximum sterkte beneden 210 man ligt tot een maximum van ƒ650,De maximum sterkte van deze gemeente bedraagt 140 man. Onder goedkeuring van de minister van binnenlandse zaken is één personeelslid boven dit aantal aangesteld. Ook voor dit lid kan de gemeente aanspraak doen gelden op de rijksuitkering. Met inachtneming van de hiervoor genoemde normen wordt de rijksbijdrage geraamd op: personeelslasten 141 X ƒ3.916,552.156, 5 salarisverhoging- 27.607,80 kindertoelage 203 X 176,- 35.728, materiële kosten 141 x (ƒ625 69 X ƒ0,15)- 89.584,35 of rond 705.076,15 705.075,— 5

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1951 | | pagina 75