12
V.
Daarnaast zijn enige complexen voor-oorlogse woningen in exploitatie, waarin het rijk
geen bijdrage verleent. Het exploitatietekort van deze zogenaamde „premiewoningen",
wordt door de gemeente met inachtneming van de rijksnormen voor woningwetwoningen
aan de betreffende woningbouwcorporaties vergoed.
Op de na 31 December 1945 gereed gekomen woningcomplexen is, voor zover met
de bouw hiervan voor 1 September 1950 is begonnen, de beschikking bijdragen woning-
wetbouw 1948 van toepassing. Krachtens deze beschikking wordt voor de tijd van 50 jaar
in de exploitatie van deze woningen door het rijk bijgedragen naar een bedrag gelijk aan
het verschil tussen de door de minister van wederopbouw en volkshuisvesting vast te
stellen exploitatiekosten en de jaarlijkse huuropbrengst naar het peil van 9 Mei 1940.
Hiertegenover staat echter de verplichting van de gemeente tot vorming van een reservefonds
ter dekking van het aan de exploitatie verbonden risico, door jaarlijkse storting van 7
der jaarhuur, totdat het fonds een bedrag gelijk aan 4 maal de jaarhuur zal hebben bereikt.
Ter beperking van de rijksuitgaven inzake woningwetbouw, is bij beschikking van de
minister van wederopbouw en volkshuisvesting van 15 Februari 1950, centrale directie,
nr. 19559/bijdr., een regeling getroffen voor de bouw van woningen met zogenaamde
verminderde bijdrage. Voor deze woningen wordt aan de hand van een door het rijk vast
gesteld schema een vaste bijdrage verleend in het exploitatietekort van deze woningen.
Krachtens deze regeling zullen waarschijnlijk in 1950 200 woningen gereed komen.
In 1948 en 1949 zijn ingevolge de financieringsregeling woningbouw 1948 18 woningen
gebouwd. In de exploitatiekosten van deze woningen draagt het rijk bij naar 4 van de
onrendabele stichtingskosten.
In de hieronder volgende staat is aangegeven, op welke rijksbijdragen in de exploitatie
van woningen kan worden gerekend, terwijl hierin tevens zijn vermeld de bijdragen, die
de gemeente aan de woningbouwcorporaties moet verstrekken.
Woningbouwcorporatie
Voor 31 December 1945 gereedgekomen woningen:
gemeentelijk woningbedrijf
woningstichting „Patrimonium"
vereniging voor volkshuisvesting
woningstichting „St. Joseph"
woningbouwver. „Beter Wonen"
woningvereniging „Leeuwarden"
woningstichting „Leeuwarden-Leeuwarderadeel"
Geraamde bijdrage
uit te keren
door de
gemeente
transporteren
56
woningen
101
33
86
33
60
33
68
33
108
33
19
33
100
33
20
33
19
33
49
33
20
33
50
33
krot-opruiming
33
63
woningen
130
33
162
33
6
33
O
z
33
2
33
6
33
120,—
1.900,—
8.0C0,
2.100,
7.C00,
8.270,—
1.875,—
7.080,—
1.260,—
855,—
150,—
1.100,
2.145,
61,47
253,75
1.180,—
10.275,—
8.3C0,
25,
50,
37,50
15-
120,—
1.900,—
8.000,—
2.100,—
7.C00,
12.000,
2.500,
9.440,—
1.680,—
1.140,—
200,—
1.470
2.860,—
29,92
123,49
1.575,—
13.700,—
11.070,
50,
100,
75,-
30,-
62.052,72
77.163,41
V.
Woningbouwcorporatie
Complex
Geraamde bijdrage
van het
rijk
uit te keren
door de
gemeente
transport
premie-woningen
vereniging voor volkshuisvesting
woningbouwvereniging „Beter Wonen"
na 31 December 1945 gereed gekomen woningen.
gemeentelijk woningbedrijf
woningstichting „Patrimonium"
vereniging voor volkshuisvesting
woningstichting „St. Joseph"
woningbouwvereniging „Beter Wonen"
woningstichting „Leeuwarderadeel"
beschikking verminderde bijdrage woningwetbouw
gemeentelijk woningbedrijf
financieringsregeling woningbouw 1948.
gemeentelijk woningbedrijf
125 woningen
70
35
35
71
286
60
115
24
63
28
40
12
16
14
200
16
2
33
33
33
33
totaal
of rond
62.052,72
- 9.240,—
- 9.715,—
- 26.820,—
- 105.750,—
- 20.775,—
- 43.590,—
- 6.460,—
- 24.450,—
- 9.920,—
- 16.500,—
- 4.425,—
- 5.940,—
- 4.040,—
- 13.000,—
7.680,-
610,-
ƒ370.967,72
370.970,—
77.163,41
- 3.300,—
- 1.050,—
- 9.240,-
- 9.715,-
- 26.820,-
- 105.750,-
- 20.775,-
- 43.590,-
- 6.460,-
- 24.450,-
- 9.920,-
- 16.500,-
- 4.425,-
- 5.940,-
- 4.040,-
- 13.000,-
7.680,-
610,-
ƒ390.428,41
ƒ390.430,—
Ontvangsten van woningbouwverenigingen en het woningbedrijf wegens storting in het
fonds voor huurverlaging
Begroting
1947 16.259,83
1948 - 15.849,51
1949 - 15.849,46
1950 - 15.849,46
1951 - 15.850,—
Rekening
1947 8.959,83
1948 - 38.588,55
1949 - 31.698,92
Ingevolge de ministeriële circulaires van 19 Mei 1934, no. 4300 M, 6 November 1934,
no. 9943 M, en 6 October 1938, no. 8928 M, is de rente van alle uit 's rijks kas verstrekte
voorschotten voor woningwetbouw, voor zover daarvoor een hogere rentevoet geldt,
verlaagd tot 3V2 De verschillen tussen de oude en de nieuwe annuïteiten moeten
worden gebracht ten bate van een fonds voor huurverlaging, dat wordt beheerd door
het gemeentebestuur. Uit dit fonds worden geput de gelden, benodigd tot dekking van
de kosten der na 1 Januari 1934 ingevoerde en door de directeur-generaal der volks
gezondheid goedgekeurde huurverlagingen van die complexen, waarvoor thans nog over
rijksvoorschotten wordt beschikt.
Voor storting in het fonds komen de in de volgende staat vermelde bedragen in
aanmerking
13