VI.
De totale opbrengst van dit volgno. wordt geraamd op:
A. bruggelden16.000,—
B. kadegeld3.200,—
C. havengeld- 10.000,—
D. veergelden - 127,
Totaal29.327,—
79 Marktgelden, wik-, weeg- en meetgelden
Begroting
1947 87.150,—
1948 -
1949 -
1950 -
1951 -
Deze post wordt geraamd als volgt:
A. 1. rechten veemarkt:
82.000,—
76.010,—
78.010,—
96.150,—
Rekening
1947 87.628,30
1948 - 75.610,06
1949 - 90.340,44
Tarieven voor de verschillende
soorten vee
Aantal
Bedrag
1949
Aantal
Bedrag
1950
(le halfjaar)
a,
b.
d.
runderen en paarden a 0,35
varkens, kalveren, veulens en
ezels a 0,15
nuchtere kalveren, schapen en
lammeren a ƒ0,10
biggen, bokken en geiten a 0,05
weegrechten a 0,25
weegrechten a ƒ0,15
weegrechten a ƒ0,20 (Veehouderijcentr.)
weegrechten a 0,10 (idem)
stalrechten a 0,40 (idem)
stalrechten a 0,75 (idem)
74324
19550
71921
17801
5864
12152
15906
24844
523
2017
26.013,40
- 2.932,50
- 7.192,10
890,05
- 1.466,—
- 1.822,80
- 3.181,20
- 2.484,40
209,20
- 1.512,75
48010
8837
52622
9691
2140
7910
47.704,40
16.803,50
- 1.325,55
- 5.262,20
484,55
535,—
- 1.186,50
5
3
3
3
25.597,30
Bij raadsbesluit van 25 April 1950 (Gem.bl. 1950 no. 5), goedgekeurd bij koninklijk be
sluit van 8 Juni 1950, no. 6, tot 1 Januari 1955, zijn de veemarktrechten verhoogd en wel
m.i.v. 1 Juli 1950.
Aannemende dat de aanvoer van vee in 1951 ongeveer gelijk zal zijn aan die in 1949,
wordt de opbrengst van de rechten op ƒ60.000,geraamd.
Rek. 1949 Raming 1951
2. ontvangsten wegens vaste standplaatsen op de veemarkt... 1.489,50 3.000,
(m.i.v. 1 Januari 1950 zijn de tarieven verhoogd).
3. diverse ontvangsten veemarkt 1.647,84 400,
Totale raming voor 1951 sub A van dit volgno. ƒ63.400,
B. rechten diverse markten:
1. kramen en dissen
2. pachtsom Zaterdagavondmarkt
3. pachtsom vaste standplaatsen
Rek. 1949
1950
5.959,50
2.579,25
500
750,—
- 6.425,—
- 7.311,
Gelet op de ontvangen bedragen over 1949 en over het le halfjaar 1950 mag in 1951
op een ontvangst van 5.000 voor staangeld van kramen en dissen worden gerekend.
Wegens staangelden Zaterdagavondmarkt wordt 750,geraamd, tu ijl wegens
pachtsommen voor vaste standplaatsen op een opbrengst van 6.500,wordt
gerekend
De totale raming van sub B bedraagt dus ƒ12.250,
16
De marktgelden voor het plaatsen van kramen, enz. worden geheven krachtens
raadsbesluiten d.d. 22 Juli 1913, 8 November 1921, 24 Februari 1925 en 11 De
cember 1934, goedgekeurd bij koninklijke besluiten van 14 October 1913, no. 49,
23 Januari 1922, no. 34, 28 Maart 1925, no. 11 en 7 Februari 1935, no. 20. (Voor
onbepaalde tijd goedgekeurd.)
C. staangelden voor voertuigen:
Rek. 1949
1950
1. vaste standplaatsen
3.247,40
3.291,80
2. parkeergelden
- 2.543,45
-
1.305,75
(le
halfjaar)
Voor 1951 wordt ƒ5.500,geraamd.
De heffing van staangelden voor voertuigen op gemeenteterreinen geschiedt
krachtens raadsbesluiten van 11 December 1934 en 26 Maart 1935, goedgekeurd bij
koninklijk besluit van 16 April 1935, no. 55, gewijzigd bij raadsbesluit d.d.
3 November 1937, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 9 December 1937,
no. 61 (Voor onbepaalde tijd goedgekeurd).
D. ontvangsten beurs en waag:
1toegangsbewij zen
abonnementen a 12,50
a - 6,25
kaartena - 0,30
Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag
Rek. 1949
1950
384
4
25469
4.800,—
25,-
- 7.640,70
398
4
11373
4.975
25,-
- 3.411,90
le halfjaar)
12.465,70
De opbrengst van deze rechten wordt in 1951 op ƒ11.000,geraamd.
2. andere ontvangsten:
a. huur van een gedeelte van de waag, verhuurd aan de bevrachtings
commissie voor de scheepvaart
b. vergoeding voor het gebruik van nissen en kantoortjes in de beurs
en in het afrekenlokaal van de waag
c. vergoedingen voor gebruik van lokalen in beurs en waag voor
vergaderingen, examens e.d. (incl. vergoeding beschadigingen)
d. gebruik telefoon
e. verhuur tafels
reclame, vestiaire, enz
Rekening
Raming
1949
1951
100,-
UI
0
v
1
- 3.522,29
- 1.750,—
- 3.027,21
- 1.500,—
137,95
50,-
731,—
350,—
597,80
300,—
8.116,25
4.000,-
In verband met de verbouwing van de beurs wordt voor 1951 de raming gesteld op de
helft van de ontvangsten over 1949.
In totaal wordt op dit onderdeel voor 1951 geraamd
ƒ11.000,h 4.0C0,— ƒ15.000,—.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluiten van 28 September 1920, 14 Februari
1922, 27 April 1926 en 24 October 1933, goedgekeurd bij koninklijke besluiten van
29 December 1920, no. 49, 6 Juni 1922, no. 30, 26 Juni 1926, no. 73 en 1 December
1933, no. 22. De vergoeding voor het meten en wegen van granen is geregeld bij
raadsbesluit van 28 Juni 1921. (Voor onbepaalde tijd goedgekeurd).
17