XI, HOOFDSTUK XI 2. Eigen kapitaal. 429 Batig slot overgebracht van hoofdstuk XIj2 van de kapitaaldienst van het vorige dienstjaar 2.470.310,— Zie bijlage 2 van staat L II. HOOFDSTUK XI 3. Reserves. 433 Batig slot overgebracht van hoofdstuk XI g van de kapitaaldienst van het vorige dienstjaar f 2.470.710, Zie bijlage 2 van staat L II. 435 Toevoeging aan de reserves139.550, Onderdeel B. Voor de bepaling van de rijksbijdrage in het exploitatietekort van de na 31 December 1945 gereed gekomen woningwetwoningen, voor zover gebouwd met toepassing van de beschikking bijdragen woningwetbouw 1948, neemt het rijk een 50-jarige annuïteit a 4 voor de bouwkosten en een 75-jarige 4 annuïteit voor de grondkosten in aanmerking. Voor enkele complexen heeft de gemeente tegen 31/., leningen kunnen afsluiten. Aan gezien dit percentage lager is dan het rentetype, dat het rijk voor de rijksbijdrage calculeert, ontstaan hierdoor exploitatieoverschotten. Deze overschotten moeten ingevolge voor melde beschikking worden gereserveerd. De gemeente mag echter het door haar aan getrokken kapitaal tegen 4 aan de woningbouwcorporaties verstrekken. In dit geval kan de minister van wederopbouw en volkshuisvesting de voorgeschreven storting van 7 der jaarhuur verhogen tot 15 De financiële consequenties van de woningbouw zijn thans nog moeilijk te schatten. De in het verleden opgedane ervaringen nopen echter tot voorzichtigheid. Met het oog hierop wordt het wenselijk geacht, dat de financiële positie van de woningbouwcorporaties zo sterk mogelijk wordt gemaakt. Het verdient daarom aanbeveling het rentetype voor de ten behoeve van woningcorporaties gesloten geldleningen, te bepalen op hetzelfde bedrag van de door de gemeente aan geldgevers te betalen percentages. De afschrijving op de woningen kan dientengevolge eveneens gebaseerd worden op het aflossingsbestanddeel van de 31/, annuïteit. Het vorenstaande impliceert echter niet, dat het juist zou zijn het exploitatieoverschot, ontstaan ten gevolge van een door de gemeente behaald rentevoordeel, te administreren als eigendom van en te laten beheren door de woningbouwcorporaties. Het wordt daarom beter geacht het verschil tussen de 4 en de 3*/4 annuïteit te storten in een algemeen reservefonds, te beheren door burgemeester en wethouders en waarvan de middelen overeenkomstig artikel 5 van de beschikking bijdragen woningwetbouw uitsluitend worden aangewend om nadelige exploitatiesaldi en mogelijke onvoorziene kapitaalsuitgaven van in de regeling betrokken complexen te dekken. Blijkens brief van 7 September 1949, no. 105015 B.A. 153, ontmoet deze regeling bij de minister van wederopbouw en volks huisvesting geen bezwaar. Hoewel de stichtingskosten van geen der gereed gekomen complexen reeds definitief zijn vastgesteld en een raming derhalve op voorlopige gegevens berust, wordt voor de navolgende complexen op de daarachter vermelde stortingen gerekend: 172 XI en XII. gemeentelijk woningbedrijf24.720, woningbouwvereniging „Beter Wonen": 40 won. Poppeweg - 3.300, 12 - 755,- woningstichting „St. Joseph": 28 won. Kalverdijkje- 1.720, vereniging voor volkshuisvesting: 63 won. Archipelweg- 4.185, 34.680,— rente over gestorte bedragenmemorie 34.680,— De ramingscijfers van vorige jaren worden voorshands i.v.m. het voor lopige karakter van deze raming buiten beschouwing gelaten. onderdeel C- 104.870, Totaal139.550,— Zie bijlage 2 van staat L II. HOOFDSTUK XI/4. Waarborgsommen. 437 Batig slot overgebracht van hoofdstuk XI 4 van de kapitaaldienst van het vorige dienstjaar f 93.425, Zie bijlage 2 van staat L II. 439 Waarborgsommen30.555, Op onderdeel B is geraamd voor overboeking van de vorige dienst van de gestorte waar borgsommen wegens exploitanten huurauto's ƒ1.150,en voor straataanleg ƒ500, De raming van onderdeel C betreft overboeking van de door de gemeente gestorte waar borgsom tot dekking van de kosten van de ongevallenverzekering. HOOFDSTUK XII. Kasgeldvoorzieningen. 441 Tijdelijk ter voorziening in de behoefte aan kasgeld opgenomen geld. Het is moeilijk te ramen tot welke bedragen de gemeente in 1952 kasgeldleningen zal kun nen sluiten. In de primitieve begroting wordt deze post dan ook voor memorie uitgetrokken. 173

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1952 | | pagina 147