ai
Uo. 1749-
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van "burgemeester en wethouders van
21 lel 1952 (bijlage no. 96)
BESIÜII
I. voor de tijd van één jaar, ingaande 15 April 1952 en
eindigende 14 April 1955, met stilzwijgende verlenging daarna
van jaar tot jaar, te verhuren aan Tjailing Lyklama, Boom
gaardstraat 17, alhier, een gedeelte van het perceel weiland,
gelegen langs de Greunsweg, kadastraal bekend gemeente neen-
warden, sectie G, no. 13833, ter oppervlakte van 2100 m2,
voor de som van f. 73,50 per jaar, overeenkomstig de bij dit
besluit behorende overeenkomst;
II. voor de tijd van één jaar, ingaande 15 Februari 1952 en
eindigende 14 Februari 1953, met stilzwijgende verlenging
daarna van jaar tot jaar, te verhuren aan de afdeling Fries
land van de Nederlandse Afereniging tot bescherming van ajrreg,
gevestigd te Leeuwarden, een gedeelte van het perceel weiland,
gelegen langs de Greunsweg, kad.astraal bekend gemeente leeu-
warden, sectie G, no. 13833, ter oppervlakte van 1170 m2, voor^
de som van f. 40,95 per jaar, overeenkomstig de bij dit besluit
behorende overeenkomst.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
voorzitter.
Secretaris.
Bijlage tot het
verslag
der handelingen van
de gemeenteraad
yan Leeuwarden,
1952.
Bijlage no. 97.
Leeuwarden,
26 Mei 1952.
Aan de Gemeenteraad.
Tengevolge van de inwerkingtreding van de Werkloosheids
wet op 1 Juli e.k. wordt met ingang van die datum ook voor
de overheidsdiensten de verplichte wachtgeld- en werkloos
heidsverzekering van kracht. Dit betekent, dat voor het per
soneel der gemeente, dat niet onder de Ambtenarenwet 1929
valt, de krachtens de Werkloosheidswet verschuldigde premien
moeten worden betaald.
Deze wet biedt echter de mogelijkheid aan haar werking
te onttrekken die personen, voor wie de voorwaarden van uit
kering ingeval van onvrijwillige werkloosheid publiekrechte
lijk zijn geregeld, mits de regeling door de Minister van
Sociale Zaken is erkend.
In verband hiermede vestigen wij er de aandacht op, dat
bij het Rijk voor de tijdelijke ambtenaren en voor sommige
arbeidscontractanten een regeling bestaat, waarin is bepaald,
dat bij ontslag in bepaalde omstandigheden aanspraak op zeke
re uitkeringen kan worden verkregen.
In navolging van deze regeling heeft het Centraal Orgaan
inzake gemeenschappelijke behandeling van gemeentelijke per
soneelsaangelegenheden reeds in 1948 een ontwerp van een tij
delijke uitkeringsregeling bij de aangesloten gemeenten aan
bangig gemaakt. Aangezien destijds echter niet te verwachten
I viel, dat zich gevallen van ontslag van personeel, waarvoor
de uitkeringsregeling was bedoeld, zouden voordoen, was de
invoering daarvan niet urgent.
Thans, nu de Werkloosheidswet staat te worden ingevoerd,
ligt het geval anders. Zonder een erkende regeling als voren
bedoeld zouden de zogenaamde arbeidscontraotanten b en c, dit
zijn zij die in dienst zijn op een loon volgens de voor de
ambtenaren geldende salaris- en loonschalen, onder de wet ko
nen te vallen en zouden voor deze niet onbelangrijke perso
neelsgroep de bij de wet bedoelde premien worden verschuldigd,
baar nu deze b en c-contractanten veelal behoren tot de gere
gelde personeelsformatie met voeruitziehten op aanstelling
m ambtelijk verband en met geringe kansen op onvrijwillige
"erkiooshe idis de invoering van een Uitkerings ver ordening
ran belang. Zodanige invoering brengt mee, dat betrokkenen
bij het eventueel genieten van een uitkering bij werkloosheid
^®ns^verplicht verzekerd blijven volgens het Ziekenfondsen-
tr "i08"1' iS naar aanleiding van het bovenstaande, dat het Cen-
1 Orgaan inzake gemeenschappelijke behandeling van gemeen-
ijke personeelsaangelegenheden in overleg met de organisa-
n.®® T31} overheidspersoneel een bewerking van zijn ontwerp
j goelijke Uitkeringsverordening ter hand heeft genomen, in
ee« £ln' zodanige verordening tevens zal kunnen gelden als
bit .>'zori^ere regeling voor de zogenaamde b en c-contraotanten.
aai ni?UWe ontwerp is thans aan de bij het Centraal Overleg
bodenS gemeenten toegezonden en ter vaststelling aange-
rins t,eva"fc een regeling betreffende toekenning van uitke-
üikV 'taïl orrtslaSen tijdelijke ambtenaren, op wie de (ambte-
ai-vL-j *aclTt6e ld ver ordening niet van toepassing is, en aan de
lascontractanten b en c, bovenbedoeld.
"De"