IIJ
p
ii w
Slil
Artikel 14.
1. Behoudens het bepaalde in het vierde lid van dit artikel
is de belanghebbende verplicht binnen veertien dagen na
de dag, waarop zijn ontslag ingaat, aan burgemeester en
wethouders een schriftelijke verklaring in te zenden van
het Gewestelijk Arbeidsbureau of het daaronder ressorte
rende Bijkantoor van zijn voormalige standplaats, waaruit
blijkt, dat hij als werkzoekende is ingeschreven.
2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met betrekking tot
de in het eerste lid bedoelde inschrijving en voorts ter
verkrijging van een juiste toepassing van deze verordening
en het uitoefenen van controle hierop nadere voorschriften
vast te stellen.
3. Indien een belanghebbende niet aan de in het eerste lid om
schreven verplichting heeft voldaan, heeft hij geen aan
spraak op de uitkering.
4« Burgemeester en wethouders kunnen bepalen, dat de in het
eerste lid omschreven verplichting niet geldt voor bepaal
de belanghebbenden of groepen van belanghebbenden.
Artikel 15.
1. Ben belanghebbende verliest zijn aanspraak op uitkering,
indien hij - nadat hem ontslag is aangezegd of verleend -
opzettelijk of door nalatigheid verzuimt gevolg te geven
aan een oproeping of aanwijzing van het Gewestelijk Arbeids
bureau of Bijkantoor, welke kan leiden tot het verkrijgen
van een betrekking, welke naar het oordeel van burgemeester
en wethouders voor hem passend is, of indien hij weigert
een zodanige betrekking te aanvaarden.
2. Be aanspraak van een belanghebbende op uitkering kan boven
dien worden vervallen verklaard:
a„ indien hij zonder toestemming van burgemeester en wet
houders gedurende de tijd, dat hij uitkering op grond
van deze verordening geniet, de in artikel 14, eerste
lid, bedoelde inschrijving te niet doet;
b. indien hij weigert of nalaat de ingevolge artikel 14,
tweede lid, gegeven voorschriften op te volgen;
o. indien er gegronde reden is om aan te nemen, dat hij
niet ernstig tracht werk te vinden.
Artikel 16.
1. De ter uitvoering van deze verordening te nemen beslissingen
worden genomen door burgemeester en wethouders.
2. Indien de belanghebbende zulks wenst, wordt over door hen
tegen de in dit artikel bedoelde beslissingen ingebrachte
bezwaren advies ingewonnen van een door burgemeester en vvet
houders in te stellen commissie van drie personen. Na ont
vangst van dit advies wordt de met redenen omklede nadere
beslissing ter kennis van de belanghebbende gebracht.
3. Het verzoek om het advies der commissie, bedoeld in het
de lid van dit artikel, in te winnen wordt gedaan binnen
30 dagen na de datum van verzending der betrokken beslissuv
3 5"
5* Slotbepaling.
Artikel 17.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Uitkerings
verordening" Zij treedt in werking met ingang van 1 Juli 1952.
Aldus vastgesteld in de openbare vergade
ring van
Voorzitter.
Secretaris.