treffen de tariefsverlaging en de z.g. gezinsreductie.
De tarieven worden met ongeveer 30 verlaagd. De
grens, waar beneden schoolgeld niet verschuldigd is en
die volgens de oude verordening was bepaald op een school
geldmaatstaf van f. 16,-, is in de nieuwe regeling op
f. 60,- gebracht. In tegenstelling met de overige bepalin
gen zullen deze nieuwe tarieven eerst met ingang va^het
schoolgeldjaar 1950/1951 gelden. De berekening van het
over het schoolgeldjaar 1949/1950 verschuldigde school
geld geschiedt nog volgens het tarief, dat voor het school
geldjaar 1948/1949 werd toegepast.
Analoog met hetgeen daaromtrent in de Schoolgeldbe
schikking Rijksscholen 1951 voor de rijksscholen is be
paald, is in de nieuwe verordening een reductiebepaling
opgenomen, inhoudende, dat het verschuldigde schoolgeld
wordt verminderd met een vierde deel, indien twee of drie,
en met de helft, indien vier of meer kinderen uit het
zelfde gezin bij de aanvang van het tijdvak, waarover het
schoolgeld is verschuldigd, leerling zijn van een hier te
lande gevestigde dagschool. Ingevolge bovenaangehaalde wet
van 24 November 194-9, stbl. no. J 511, dient deze reductie
reeds met ingang van het schoolgeldjaar 1949/1950 te worden
toegepast.
Ter compensatie van de gederfde opbrengst der school
gelden zal aan de gemeentebehalve het totaalbedrag van de
verleende gezinsreductie, een schadevergoeding worden ver
leend voor de tariefsverlaging, gelijk aan 30/70 van de
opbrengst volgens de nieuwe tarieven.
Onder mededeling, dat de financié'le commissie zich
hiermede kan verenigen, geven wij U in overweging de hier
bij in ontwerp afgedrukte verordening vast te stellen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
de Jong 1.-Secretaris.
Verzonden 28 Juni 1952.
Ho. 7438.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
27 Juni 1952 (bijlage no. 13*0;
BESLUIT
vast te stellen de volgende:
VERORDERING tot heffing van schoolgeld voor
het onderwijs aan de middelbare school
en hogere burgerschool voor meisjes,
de gemeentelijke hogere burgerschool
met vijfjarige cursus A en het stede
lijk gymnasium.
Artikel 1,
Wegens het verstrekken van onderwijs aan de middelbare school
en hogere burgerschool voor meisjes, de gemeentelijke hogere bur
gerschool met vijfjarige cursus A en het stedelijk gymnasium wordt
ten behoeve van de gemeente schoolgeld geheven.
Artikel 2.
Het schoolgeldjaar is gelijk aan het cursusjaar.
Artikel 3.
Het schoolgeld is verschuldigd voor elke leerling, die in het
schoolgeld jaar aan een school voor onderwijs, als bedoeld in ar
tikel 1, staat ingeschreven.
Artikel 4.
1. Het schoolgeld is verschuldigd voor:
a. een leerling, staande onder de ouderlijke macht, door de vader,
of, indien de ouderlijke macht door de moeder alleen wordt
uitgeoefend, door de moeder;
b. een leerling, staande onder de voogdij van zijn vader of zijn
moeder, door degene, die de voogdij uitoefent;
0. een leerling, niet staande onder de ouderlijke macht, noch
onder de voogdij van zijn vader of zijn moeder, door de leer
ling zelf.
2. Pleegouderlijke zorg vervult te dezen opzichte de plaats
van de ouderlijke macht of de voogdij van de vader of van de moe
der. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor on
derhoud en opvoeding van het kind van anderen, als ware het een
eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van
dei genieten van een vergoeding daarvoor.
Artikel 5.
,it 1. Maatstaf voor liet verschuldigde schoolgeld voor een binnen
Nederland wonende schoolgeldplichtige is het totaal bedrag, dat
deze ig verschuldigd wegens inkomstenbelasting over het bij de
aanvang van het schoolgeldjaar laatst verlopen kalenderjaar of
geaeelte van dat kalenderjaar (belastingtijdvak) en wegens ver-
m°gensbelasting over het bij de aanvang van het schoolgeld jaar
"lo-"