Artikel 90.
1De straf wordt niet opgelegd dan nadat de ambtenaar na
oproeping in de gelegenheid is gesteld zich, mondeling of
schriftelijk, binnen 6 maal 24 uur te verantwoorden. De ambte-'
naar kan zich bij deze verantwoording door een raadsman doen
bijstaan.
2. Geschiedt de verantwoording mondeling, dan wordt daarvan
aanstonds proces-verbaal opgemaaktdat na voorlezing wordt gel
tekend door hen, te wiens overstaan de verantwoording plaats
heeft, en door de ambtenaar. Weigert de ambtenaar de ondertekJ
ning, dan wordt daarvan in het proces-verbaal, zo mogelijk met
vermelding der redenen, melding gemaakt. Een afschrift van het
proces-verbaal wordt de ambtenaar uitgereikt.
3. Indien de ambtenaar zulks verlangt, worden hij en zijn
raadsman in de gelegenheid gesteld kennis te nemen van de amb
telijke rapporten of andere bescheiden, welke op de hem ten
laste gelegde feiten betrekking hebben.
4. Van de strafoplegging, die schriftelijk moet geschieden
en met redenen omkleed moet zijn, wordt aantekening gehouden.
Deze aantekening moet door de ambtenaar worden geparafeerd.
Artikel 91
Van het opleggen van een straf ontvangt de ambtenaar onver
wijld kennis door toezending van een afschrift van het be
sluit tot strafoplegging. Daarbij wordt tevens medegedeeld
binnen welke termijn en bij welk orgaan beroep openstaat,
Artikel 92.
De straf, behalve die van schriftelijke berisping, wordt
niet ten uitvoer gelegd, zolang zij niet onherroepelijk is ge-i
worden, tenzij bij de strafoplegging onmiddellijke tenuitvoer
legging is bevolen.
HOOFDSTUK IX
Administratieve instanties, als bedoeld in het tweede en derj
de lid van art. 3 der Ambtenarenwet 1929
Artikel 93.
1Indien een commissie, als bedoeld in het tweede en derdel
lid van artikel 3 der Ambtenarenwet 1929, wordt ingesteld,
wordt aan die commissie het geven van een bindende uitspraak I
opgedragen.
2. Bij de instelling dezer commissie wordt voorts in elk gH
val bepaald:
a. de wijze, waarop de voorzitter, de leden, de secretaris enI
hun plaatsvervangers worden aangewezen;
b. om welke redenen en door wie de voorzitter, de leden, de
secretaris en hun plaatsvervangers kunnen worden geschorst
en ontslagen;
c. de wijze, waarop de voorzitter, de leden, de secretaris en
hun plaatsvervangers aftreden;
d. in welke gevallen en door wie de voorzitter, de leden en
hun plaatsvervangers kunnen worden gewraakt en in welke
gevallen zij zich kunnen verschonen;
e. in welke gevallen op de commissie beroep openstaat;
f. aan welke voorwaarden en termijnen het instellen van beroepi
op de commissie gebonden is,
"Ar-
Artikel 94.
1 De commissie geeft haar uitspraak na verhoor van:
a. de klager, tenzij deze daarop geen prijs blijkt te stellen;
b. de verweerder of van een door deze daartoe aangewezen ver
tegenwoordiger, voor zover verschenen, tenzij de commissie
diens verhoor niet noodzakelijk acht, doch zulks alleen bij
niet verschijnen van de klager in het geval, bedoeld onder a
c. de getuigen en deskundigen, die door klager of verweerder
zijn opgeroepen;
d. de personen, die zij zelve daartoe wenst op te roepen.
2. Iedere ambtenaar is verplicht aan een oproeping van de com
missie gevolg te geven en desgevraagd alle verlangde inlich
tingen naar waarheid en zonder voorbehoud te verstrekken. De
klager en de bloed- of aanverwanten van de klager, tot de
tweede graad ingesloten, kunnen zich van het geven van inlich
tingen onthouden.
3. De klager is bevoegd zich bij de behandeling van zijn
zaak voor de commissie door een raadsman te laten bijstaan.
4. De commissie kan zich door deskundigen schriftelijk van
advies en verslag doen dienen,
5. De commissie kan overlegging vorderen van ter zake die
nende bescheiden en is bevoegd, al dan niet voltallig, een
onderzoek ter plaatse in te stellen. Worden aan de commissie
schriftelijke inlichtingen omtrent de klager voorgelegd, dan
mogen die niet te zijnen nadele gelden, tenzij zij vóór de
uitspraak der commissie door hem voor "gezien" zijn getekend
of blijkens een daarop gestelde verklaring, ondertekend door
twee ambtenaren, aan hem zijn voorgelezen,
6. De klager en zijn raadsman zijn bevoegd inzage te nemen
van alle bescheiden, die aan de commissie zijn overgelegd.
Artikel 95.
1 De commissie beslist bij volstrekte meerderheid van stem
men in voltallige vergadering. Geen der leden onthoudt zich
van deelneming aan enige stemming.
2. Het is de voorzitter, de leden, de secretaris en hun
plaatsvervangers verboden:
a. hetgeen zij als zodanig te weten zijn gekomen verder be
kend te maken dan voor de uitoefening hunner functie gevor
derd wordt
b. de gevoelens te openbaren, welke in raadkamer zijn geuit;
c. over een voor hen aanhangige zaak of over een zaak, die
naar zij weten of vermoeden, voor hen aanhangig zal worden,
zich in te laten in enig onderhoud of gesprek met klager of
verweerder of hun vertegenwoordigersof van dezen enige
bijzondere onderrichting, memorie of schriftuur aan te nemen
Artikel 96
Getuigen, deskundigen en partijen, die ambtshalve zijn opge
roepen of met een opdracht belastontvangen uit de gemeente
kas een vergoeding overeenkomstig het ingevolge artikel 31
der Ambtenarenwet 1929 vastgestelde tarief.
Artikel 97.
1 Wanneer tegen een klager een strafrechtelijke vervolging
wordt ingesteld ter zake van het feitwaaromtrent een onder
zoek van de commissie hangende is, is hij verplicht daarvan
onmiddellijk aan de commissie kennis te geven.
ii 2