zieningen aan de boerderij niet tijdig zijn getroffen, is name
lijk niet aan de pachter te wijten, doch moet worden toegeschre
ven aan onvoorziene omstandigheden, als materialenschaarste
langdurig overleg tussen overheidsinstanties omtrent het ver
krijgen van schadevergoeding, enz. tiet de directeur der gemeen
tewerken zijn wij dan ook van mening, dat er op gronden van
billijkheid aanleiding bestaat de totale bijdrage van de pach
ter in de kosten van herstel, met uitzondering van het schil
derwerk, te bepalen op 40-/o van de werkelijke kosten, hetgeen
waarschijnlijk zal neerkomen op een bedrag van rond f. 8.100,
Na gepleogd overleg heeft de pachter verklaard hiermede accoord
te kunnen gaan.
Per saldo worden de ten laste van het gemeentelijk grond
bedrijf komende verbeteringskosten geraamd op f. 22.535,-
f. 8.100,f. 14.435,te verhogen met f. 565,wegens
kosten van toezicht, is rond f. 15.000,
Naar een afschrijvingstermijn van 20 jaar en een rente
percentage van 4-fó worden de uit de voorgestelde investering
voortvloeiende kapitaalslasten geraamd op gemiddeld f .1.105 p.j.
Voor 1952 worden déze lasten begroot op
5$ afschrijving van f. 15.000,f. 750,
A/o rente van f. 15.000,-— f. 600,
f .1.350,
met welk bedrag de in de begroting van het grondbedrijf voor
1952 geraamde uitkering van de gemeente wegens nadelig saldo
op de exploitatie en cultuurgronden ware te verhogen.
Onder mededeling, dat de financiële commissie en de com
missie voor openbare werken zich hiermede kunnen verenigen
stellen wij U voor te besluiten herstel van de boerderij Wij-
laarderburen no. 4 en tot het wijzigen van de begrotingen
voor 1952, van de algemene dienst en van het gemeentelijk grond
bedrijf, overeenkomstig de bij de stukken ter inzage gelegde
ontwerp-besluiten
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
A.A.M. van der Heulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 20 September 1952.
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1952. Bijlage no.205-
Leeuwarden, 19 September 1952.
Aan de Gemeenteraad.
In verband met de in deze gemeente bestaande grote be
hoefte aan parkeerruimte voor auto's is onzerzijds onlangs
getracht hierin enige verbetering te brengen door het uit
breiden van de aanwezige parkeerplaatsen, o.a. langs de
noord- en zuidzijde van het Wilhelminaplein en door het ma
ken van parkeerstroken langs de noord- en zuidzijde van het
plantsoentje, gelegen achter de Mereuriusfontein.
Zoals wij toen reeds verwachtten en zoals naderhand in
de praktijk duidelijk is gebleken, is met de vorenbedoelde
uitbreiding het euvel, vooral op marktdagen, niet verholpen.
Van verschillende zijden werd dan ook nogmaals onze aandacht
op deze aangelegenheid gevestigd, in verband waarmede wij de
mogelijkheden om tot uitbreiding van de parkeerruimte te ko
men nader hebben onderzocht. Daarbij zijn wij uitgegaan van
het standpunt, dat een dergelijke ruimte, wil zij aan de te
stellen eisen geheel voldoen, moet worden gevonden in de on
middellijke nabijheid van het stadscentrum.
Uiteindelijk zijn wij tot de conclusie gekomen, dat het
inrichten tot parkeerplaats van het thans nog bestaande plant
soentje achter de Mereuriusfontein de meest geschikte oplos
sing zou bieden. De directeur der gemeentewerken heeft een
plan daartoe bij ons ingediend. Dit plan, dat bij de stukken
ter inzage is gelegd en dat de instemming heeft van de commis
saris van politie te dezer stede, biedt in normale omstandig
heden plaats aan 36 auto's (de bestaande parkeerruimten aan
de noord- en zuidzijde blijven dan onveranderd gehandhaafd).
Op marktdagen kan zo nodig bovendien worden beschikt over het
gehele middengedeelte van het geprojecteerde terrein, waardoor
de capaciteit belangrijk wordt opgevoerd.
De uitvoering van dit plan eist, dat een vijftal van de
ter plaatse nog aanwezige bomen in elk geval moeten worden ge
rooid. Dit heeft bij ons de vraag doen rijzen, of het geen aan
beveling verdient al het aanwezige boomgewas te doen rooien
en na de totstandkoming van het ontworpen parkeerterrein een
nieuwe, met de plaatselijke omstandigheden in overeenstemming
zijnde beplanting aan te leggen. Met het Staatsbosbeheer is
omtrent het vorenstaande nog overleg gaande en wij stellen
ons voor het advies van deze instantie af te wachten en te
zijner tijd een beslissing te nemen, waarbij uit de aard der
zaak zal worden zorg gedragen, dat op dit drukke punt van de
stad en mede met het oog op de Mereuriusfontein een zo aantrek
kelijk mogelijk en verantwoord geheel ontstaat.
De kosten van uitvoering van het plan worden volgens de bij
de stukken ter inzage gelegde begroting door de directeur der
gemeentewerken geraamd op f. 17.700,--.
De uit deze investering voortvloeiende kapitaalslasten kun
nen, gerekend naar een afschrijvingstermijn van 20 jaar en een
rentepercentage van 4 worden geraamd op gemiddeld f. 1305,
Per jaar.
Voor 1952 worden deze lasten begroot op:
5 afschrijving van f. 17.700,-- f. 885,
rente van f. 17.700,-- is rond 710,--
f. 1.595,--, "welk"