Jl
woonhuisgedeelte van zaken-
panden, boerderijen daaron
der begrepen, mogen voor de
verbruikers niet bezwaren-
der zijn dan die, welke de
provincie normalerwijze voor
soortgelijke verbruikers in
de gebieden waar zij direct
aan huis levert, toepast.
De provincie zal aan de ge
meente mededeeling doen van
deze voorwaarden en van de
wijzigingen daarvan.
boerderijen daaronder begrepen,
mogen voor de verbruikers niet
bezwarender zijn dan die, wel
ke de provincie normaliter voor
soortgelijke verbruikers in de
gebieden waar zij direct aan
huis levert, toepast.
De provincie zal aan de ge
meente mededeling doen van
deze voorwaarden en van de wij
zigingen daarvan.
Nu de verhoging van de stroominkoop een gevolg is van de
gewijzigde conjunctuur, is het redelijk, dat bij een eventuele
daling van de prijzen, de gemeente hiervan eveneens profiteert.
Te dien einde stelt de provincie voor de kW.prijs conjunctuur
afhankelijk te maken door de in rekening te stellen kW.prijs te
splitsen in een materialenkostenfactor (A) en een loonkostenfac
tor (B).
In tegenstelling met het oude tarief is de per kW. te betalen
prijs niet degressief. Bij de grote centrales van thans is er
practisch geen verschil meer in de kosten per kW. zodat er geen
reden meer is om een degressief tarief aan te houden.
De volgens het huidige contract te betalen kWh. prijs be
draagt
voor de eerste 5.000.000 kWh per jaar f. 0,015
voor alle volgende kWh per jaar f. 0,010.
In plaats van deze tarieven wordt voorgesteld de kWh.prijs als
volgt te regelen;
de eerste 5.000.000 kWh a f. 0,016
de volgende 25.000.000 kWh a f. 0,011
alle daaraanvolgende kWh a f. 0,01.
De voorgestelde verhoging van de kWh.prijs dient ter gedeel
telijke compensatie van de verlaging der kolenbijslag.
In vergelijking met het inkooptarief, dat thans nog geldt,
betekent invoering van de nieuwe tarieven, bij een geraamd gemid
deld gebruik van 32.600.000 kWh. en een gemiddelde belasting van
8480 kW. voor de jaren 1952 t/m 1954, voor de gemeente een ver
hoging van de stroominkoop met gemiddeld f. 251.416,
Aangezien een jaarlijks accres van het verbruik van 6% is
verondersteld, betekent dit, dat over 1952, indien de nieuwe
tarieven over het gehele jaar zouden worden toegepast, de te be
talen verhoging van de stroominkoop rond f. 15.000,- lager en over
1954 rond f. 15.000,- hoger zal zijn dan het gemiddelde bedrag van
f. 251.416,-.
De provincie is genegen de nieuwe tarieven, in tegenstelling
tot de aanvankelijke genoemde datum van 1 Juli, op 1 October 1952
te doen ingaan, met dien verstande, dat over de periode 1 Juli -
1 October de kolenclausule met een factor 0,0009 in rekening zal
worden gesteld.
Wij achten de voorstellen van gedeputeerde staten in het al
gemeen aanvaardbaar.
Tegen de voorgestelde redactiewijziging van artikel 9,
Ie lid, van de bestaande overeenkomst hebben wij echter bezwa
ren, omdat de gemeente in haar tarief-stelling voor kleinver
bruikers hierdoor meer gebonden zal zijn dan volgens de thans
geldende bepaling het geval is. Bovendien zijn wij van oordeel,
"dat"
t
dat een redactiewijziging van art.9, le lid, niets heeft uit
te staan met de motieven, die ten grondslag liggen aan de ge
vraagde verhoging van de stroomprijs. Een eventuele redactie
wijziging van dit artikel ware dan ook nader te bezien op het
tijdstip, dat verlenging van het contract met de provincie
aan de orde is.
Onder mededeling, dat de commissie voor de lichtbedrijven
zich met het bovenstaande kan verenigen, stellen wij U voor
met de provincie Friesland een overeenkomst tot wijziging van
de overeenkomst betreffende de levering van electrische stroom
van 29 December 1945/16 Januari 194 6 aan te gaan, overeenkom
stig het hierna afgedrukte besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T.Bakker, Secretaris.
Verzonden 20 September 1952.