I
No. 13519.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
19 November 1 952 (bijlage no.235)5
BESLUIT;
de gemeente gaat met de N.V.Nederlandse Spoorwegen, gevestigd
te Utrecht, een overeenkomst aan, waarbij de gemeente verklaar
voor zich en voor haar rechtsopvolgers onherroepelijk en om
niet afstand te doen van alle rechten, welke zij mocht kunnen
doen gelden op het hebben, in stand houden, gebruiken of doen
gebruiken van de particuliere overweg bij km 3.585 van de
spoorweg Leeuwarden-Anjumhetzij op grond van het bepaalde in
de acte -"-an verkoop en koop van 8 Maart 1900, overgeschreven
ten kantore van de Hypotheken te Leeuwarden op 16 Maart 1 900,
in deel 1162, nummer 29, hetzij uit welken hoofde ook en voorts
onder de volgende voorwaarden;
1. de N.V. Nederlandse Spoorwegen zal voor haar rekening de toJ"
de overweg behorende werken, als hekken, bevloering enz.,
een en ander voor zover op spoorwegterrein aanwezig, weg
ruimen of doen wegruimen; de afkomende materialen zullen
door haar worden behouden;
2. de gemeente zal voor haar rekening de opritten afgraven en
de sloten ter plaatse doortrekken, een en ander ten genoe
gen van de N.V.Nederlandse Spoorwegen. De vrijkomende grond
zal niet op terrein van de N.V. worden gedeponeerd;
3- de gemeente vrijwaart de N.V.Nederlandse Spoorwegen voor
alle aanspraken of vorderingen, welke derden ter zake van do
opheffing van de bedoelde overweg mochten kunnen doen gelden
4. de waarde van het afgestane recht bedraagt nihil;
5. de gemeente machtigt bij deze de directie van de N.V.Neder
landse Spoorwegen de verklaring, bedoeld in artikel 3 van de
Beschikking van de Minister van Financiën, afdeling ka&astc
en hypotheken, van 9 November 1949, no. 188, mede namens
haar te ondertekenen;
6. alle kosten en rechten,op deze overeenkomst vallende, zijn
voor rekening van de N.V.Nederlandse Spoorwegen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
JL
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1952. Bijlage no.236.
Leeuwarden, 19 November 1952.
Aan de Gemeenteraad.
Uit een door de directeur van het bouw- en woningtoezicht
ingesteld onderzoek is ons gebleken, dat 29 woningen in onze
gemeente voor onbewoonbaarverklaring in aanmerking komen. Deze
woningen zijn alle ongeschikt ter bewoning en kunnen niet door
het aanbrengen van verbeteringen in bewoonbare staat worden
gebracht. Van elke woning is een staat opgemaakt, waarin de
voornaamste gegevens van de woning zijn vermeld en waarin te
vens is aangegeven op grond van welke gebreken onbewoonbaar-
verklaring dient plaats te vinden. Deze staten hebben wij bij
de stukken voor U ter inzage gelegd. Zoals U uit deze staton
zal blijken, is ook de hoofdingenieur-directeur van de provin
ciale directie van wederopbouw en volkshuisvesting van mening,
dat de woningen onbewoonbaar moeten worden verklaard. De ter
mijn, waarbinnen de woningen moeten worden ontruimd, kan naar
onze mening worden bepaald op zes maanden.
Op grond van het bovenstaande bieden wij U het hierna af
gedrukte ontwerp-besluit ter vaststelling aan.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T.Bakker, Secretaris.
Verzonden 19 November 1952.