kunnen worden. De grond, waarover de weg zal komen te liggen,
is reeds eigendom van de gemeente, met uitzondering van het
meest westelijke gedeelte, dat eigendom is van de Nederlandse
Spoorwegen. Met deze N.V. is echter in beginsel reeds overeen
stemming bereikt over de aankoop van de voor wegaanleg benodig
de grond. Wij hopen U zeer binnenkort dan ook een voorstel tot
aankoop van deze grond, te kunnen doen.
De kosten van de aanleg van de weg zullen volgens de bij
de stukken overgelegde gespecificeerde begroting f. 29-900,-
bedragen.
Aangezien de geprojecteerde weg wordt aangelegd ten be
hoeve van de'kunst-vuurwerkfabriek, kunnen deze kosten niet ten
laste van het gemeentelijk grondbedrijf worden gebracht, doch
zal deze investering ten laste van de algemene dienst van de
gemeente moeten worden genomen.
Op basis van een 4$ rentende 25-jarige annuïteit worden
de gemiddelde kapitsalslasten geraamd op 6,401^ van f. 29-900,-
f1 -915,- per jaar
Voor 1952 worden de kapitaalslasten begroot ops
rente van f. 29-900,- f. 1.195,-
A-% afschrijving van f. 29-900,- 1.195,-
f- 2.390,-,
voor welk bedrag op de gemeentebegroting dekking kan worden ge
vonden door verlaging van de post voor onvoorziene uitgaven.
Onder mededeling, dat de commissie voor de openbare werken
en de financiële commissie zich hiermede kunnen verenigen, stel
len wij U voor ten behoeve van de kunstvuurwerkfabriek een weg
aan te leggen overeenkomstig de bij de stukken ter inzage ge
legde tekeningen met kostenbegroting en in verband hiermede de
gemeentebegroting voor 1952 te wijzigen overeenkomstig het ter
inzage gelegde ontwerp-besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
Bakker, Secretaris.
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1952. Bijlage no.240.
Leeuwarden,20 November 1952.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 33, le lid}/van het "Besluit buitenge
woon lager onderwijs 1949" moet voor 1 December e.k. door de
gemeenteraad voorlopig worden vastgesteld:
a. het bedrag, dat de gemeente in 1951 onderscheidenlijk voor
de school voor zwakzinnigen en de school voor schipperskinderen
heeft uitgegeven ter bestrijding van de kosten, bedoeld in ar
tikel 55 onder e tot en met h en p der Lager-onderwijswet
1920, alsmede die van instandhouding;
b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 32 van
genoemd besluit per leerling bepaalde bedrag in verband met het
aantal leerlingen van die scholen voor 1951 was beschikbaar
g'esteld
c.indien het onder a bedoelde bedrag verschilt met dat onder
b, het bedrag van het verschil.
Met behulp van de cijfers, genoemd in de gemeenterekenihg
over 1951, is de volgende berekening opgemaakt:
school
voor zwak
zinnigen
ischool voor|
schippers-
I kinderen
kosten van instandhouding van school
lokalen, alsmede van terreinen voor
het onderwijs in lichamelijke oefeningif. 2.826,72jf. 504,41
onderhoud van schoolmeubelen, aan
schaffen en onderhouden van school
boeken, leermiddelen en schoolbehoef-
ten
verlichting, verwarming en schoonhou
den van schoolgebouwen
kosten van schoolbibliotheken
andere uitgaven ter verzekering van
de goede gang van het onderwijs
totaal
j
2.250,89
6.499,05
294,091
1.041,04
2.047,17
20,38
107,41
)f.11.870,75!f.3.720,41
Verzonden 22 November 1952.
De uitgaven voor de schippersschool moeten nog worden ver
minderd met een bedrag ad f. 29,11 wegens kosten van verlichting
en verwarming, komende ten laste van de Jeugdleeszaal, die se
dert 10 October 1951 in genoemde school is ondergebracht. Het
juiste kostenbedrag van de gemeentelijke schippersschool be
droeg dus over 1951 f. 3.720,41 - f. 29,11 is f. 3.691,30.
Het krachtens artikel 32 van hef'Besluit buitengewoon lager
onderwijs 1949" beschikbaar gestelde bedrag is voor het jaar
1951 vastgesteld op f. 70,19 voor de school voor zwakzinnigen
en op f. 71,73 voor de school voor schipperskinderen.
"Het"