jsT^3^TA7»
Verhuren loods veilingterrein.
Bijlage no» "100. Leeuwarden, 14 Juni 1954.
Aan de Gemeenteraad.
Bij raadsbesluit van 23 September 1953 werd met ingang van
een nader door ons te bepalen datum voor de tijd van 10 jaren
aan Chr. Prins te Utrecht verhuurd een gedeelte van de opstal
len, staande op het oude veilingterrein, gelegen ten oosten
van de Schrans, alhier. Deze verhuring betrof het hoofdgebouw,
staande op het middenterrein, alsmede een vroegere kistenloods,
staande aan de oostzijde van het terrein, tegen de Potmarge.
Beide gebouwen zijn op de bij de stukken overgelegde tekening
roodgekleurd aangeduid.
Aan de oostzijde van het bedoelde terrein is verder nog
aanwezig een kistenloods, groot ongeveer 12 x 26 m, hoog 5>5 n),
geheel opgetrokken van hout, met schuine dakvlakken, afgedekt
met pannen. Deze loods is op de tekening met rode omlijning
aangeduid.
De heer Prins, voornoemd, heeft verzocht ook deze loods
van de gemeente te mogen huren. Onzerzijds bestaat hiertegen
geen bezwaar, doch wij hebben gemeend ook eventuele andere
gegadigden in de gelegenheid te moeten stellen in te schrij
ven voor het huren van de loods. Wij hebben dan ook door
middel van een openbare bekendmaking deze mogelijkheid open
gesteld. Daarbij werden de voorwaarden, waaronder verhuring
naar onze mening zou moeten plaats hebben, algemeen verkrijg
baar gesteld.
Het resultaat was, dat buiten de inschrijving van de heer
Prins nog een tweetal aanbiedingen werd ontvangen en wel van
de heer J. Span, alhier, en van het Staatsbedrijf der P.T.T.
te Den Haag. De inschrijvingen liggen bij de stukken voor U
ter inzage
3en der onzerzijds gestelde voorwaarden luidt, dat het
buitenonderhoud (met uitzondering van het glas- en venster-
dicht houden en de reparaties aan hang- on sluitwerk) van het
gehuurde door en voor rekening van de gemeente geschiedt. Het
overige onderhoud is geheel voor rekening van de huurder.
Deze bepaling brengt voor de gemeente een uitgaaf mede, welke
kan worden gesteld op plm. f. 300,-- per jaar. De inschrij
vingen van de heer Span en van de P.T.T. zijn gebaseerd mede
op deze bepaling.
Het aanbod van de heer prins behelst een huurprijs van
f. 10,-- per week, echter onder bepaling, dat dan het binnen-
en buitenonderhoud geheel voor zijn rekening komt, zulks in
afwijking dus van de onzerzijds gestelde voorwaarde. Boven
dien is de heer Prins, blijkens zijn schrijven, genegen de
loods, waarvan de wanden grotendeels uit open latwerk bestaan,
in huur te aanvaarden in de toestand, waarin deze zich thans
bevindt. Deze toestand is wel zodanig, dat naar onze mening
een voortdurend risico voor extra buitenonderhoud (boven de
reeds eerder genoemde f. 300,-- per jaar) aanwezig moet worden
geacht. Tenslotte zal de loods door de huurder in een derge
lijke staat moeten worden gebracht, dat zij geschikt zal zijn
voor het beoogde doel. De kosten hiervan worden voor de heer
Prins geraamd op rond f. 1000,--.
"Naar"