In de practijk worden in voorkomende gevallen dan ook steeds
adviezen van de commandant van de brandweer gevraagd.
Hoewel onder dankzegging mag worden uitgesproken, dat
het algemeen en het dagelijks bestuur in het verleden voor
treffelijk werk ten behoeve van de brandweer hebben gedaan,
moet thans op grond van bovengeschetste ontwikkeling worden
geconstateerd, dat deze besturen weinig betekenis meer heb
ben en dat het een logische stap zou zijn om tot opheffing
over te gaan. In bijgaande ontwerp-verordening is het voor
stel daartoe dan ook vervat.
Krachtens artikel 1, eerste lid, van de Brandweerwet
is de gemeenteraad verplicht om binnen drie jaar na het in
werking treden der wet op 25 Augustus 1952 algemene regelen
vast te stellen betreffende de organisatie en het beheer van
de gemeentelijke brandweer. Deze regelen zijn onderworpen aan
de goedkeuring van Gedeputeerde Staten, de inspectie voor het
brandweerwezen gehoord.
Bij het samenstellen van een ontwerp van de bedoelde re
gelen rijst de vraag, welke strekking aan genoemd artikel 1,
eerste lid, en welke inhoud aan de wettelijke term "organisatie
en beheer van de gemeentelijke brandweer" moeten worden toe
gekend.
De tussen de Regering en de Staten-Generaal met betrekking tot
de Brandweerwet gewisselde stukken geven op deze vraag geen
duidelijk antwoord. Na oriëntatie onzerzijds is het ons wel
duidelijk geworden, dat met de bedoelde regelen wordt beoogd
waarborgen te scheppen, dat in de gemeente een goed geoutilleer
de en parate brandweer van de juiste omvang aanwezig is en wel
in die zin, dat bij verordening ter vervulling van de krachtens
de wet op burgemeester en wethouders rustende zorg voor de
brandweer aan hen algemene richtlijnen worden gegeven, welke
zij bij de voorbereiding van concrete voorstellen aan de raad,
zoals aanschaffing van bepaald materieel enz., hebben in acht
te nemen en voorts,dat aan burgemeester en wethouders, mede ter
vervulling van die zorg, bij verordening min of meer omlijnde
opdrachten worden gegeven. Voor wat betreft de inhoud van de
bedoelde regeling is het ons gebleken, dat ten aanzien van de
organisatie aan het wettelijk vereiste wordt voldaan, wanneer
bij verordening algemene regelen worden gegeven betreffende de
dienst-gebouwen of-vertrekkenhet materieel, de bluswater
voorziening, de meldingsinrichtingde alarmeringsinrichting,
het personeel, de kleding en uitrusting en de leiding.
Aangaande de verschillende onderdelen van het hierbij-
gaande ontwerp moge voor zoveel nodig het volgende worden toe
gelicht.
1De taak van de brandweer
Hoewel de opname van een taakomschrijving van de brandweer
in de verordening niet geacht kan worden te zijn begrepen on
der het wettelijk vereiste, is zulks wel wenselijk. In de eer
ste plaats moge er op worden gewezen, dat in het ontwerp op
verschillende plaatsen wordt verwezen naar de taakomschrijving
in het eerste lid van artikel 1, welke volkomen aansluit bij
de wettelijke formule.
Voorts komt het in de practijk voor, dat aan .de brandweer
werkzaamheden worden opgedragen, welke niet specifiek voort
vloeien uit de zorg voor brandpreventie en brandbestrijding.
Daar ten behoeve van het vrijwillig niet-beroepsporsoncel
boven de wettelijke ongevallenverzekering, ingevolge de wet van
25 November 1953, S 560, een aanvullende verzekering is
'ge-"
gesloten, is in artikel 1, tweede lid, met die werkzaamheden
rekening gehouden, ten einde eventuele moeilijkheden te voor
komen met betrekking tot vragen, of in geval van ongeval de
getroffene bij de uitvoering der bedoelde werkzaamheden al dan
niet als brandweerman kan worden aangemerkt en daardoor al dan
niet voor uitkering van de verzekeringspenningen in aanmerking
komt. In verband met de omstandigheid, dat de hier bedoelde
werkzaamheden niet altoos om niet worden verricht en deze werk
zaamheden in bepaalde gevallen uit burgerrechtelijke overeen
komst kunnen voortvloeien, kan bovendien twijfel rijzen, of de
brandweer in die gevallen krachtens haar taak optreedt. In het
tweede lid van artikel 1 is d.it buiten twijfel gesteld door
tot uitdrukking te brengen, dat onder de werkzaamheden ook wor
den begrepen die, welke tegen betaling worden verricht.
2Dienstgebouwen of -vertrekken en materieel.
De omvang, de soorten en het vermogen enz. van de dienst-
gebouwen of -vertrekken en van het materieel, waarover de brand
weer dient te beschikken om haar taak naar de eis te kunnen uit
oefenen, is afhankelijk van tal van factoren, welke in artikel
2 van het ontwerp zijn genoemd. Wij menen met de in dit artikel
opgenomen formule, welke een richtsnoer geeft voor de bepaling
van hetgeen benodigd is, te kunnen volstaan en het komt ons
niet doelmatig en ook niet mogelijk voor in de verordening een
opsomming te geven van de aantallen en de soorten van het be
nodigde. In de eerste plaats geeft een dergelijke opsomming
slechts de behoefte van een bepaald ogenblik weer. Voorts zou
zij bij de groei van de gemeente of bij verandering van andere
plaatselijke omstandigheden telkens gewijzigd moeten worden.
Ten slotte zou, gezien het feit, wat voor de uitoefening van
de brandweertaak al niet nodig is, een dergelijke opsomming
slechts summier kunnen zijn en zich moeten beperken tot de
hoofdzaken, terwijl ten aanzien van het aldus genoemde, wil
men een waarborg hebben, dat het doeltreffend en van goede kwa
liteit is, nog nadere, zij het ook summiere,eisen gesteld zou
den moeten worden.
Het ligt in de bedoeling om krachtens artikel 3 van het
ontwerp te bepalen waar het materieel wordt ondergebracht en
bij de verdeling van de gemeente in secties te bepalen, welk
materieel bij brand in een bepaald gedeelte van de gemeente
voor het uitrukken in aanmerking komt.
3Me ldingsinrichting en aiarmeringsinrichting
Het komt ons niet doelmatig en ook niet juist voor in de
verordening te bepalen, welk bepaald systeem van melding en welk
bepaald systeem van alarmering dient te worden toegepast. In de
artikelen 5 en 6 is een voldoende waarborg gegeven, dat de be
doelde inrichtingen te allen tijde aan de eisen zullen voldoen
4. PersoneeI.
Naast de materieelvoorziening is de personeelsvoorziening
voor de organisatie van de brandweer van even groot gewicht.
Wil de brandweer haar taak naar behoren kunnen vervullen, dan
is het een eerste vereiste, dat voldoend personeel disponibel
is. Zoals reeds is gememoreerd, is er in deze gemeente een
beroepskern aanwezig, waarvan het personeel, zo nodig ver
sterkt met ambtenaren van gemeentepolitie, te allen tijde on
middellijk ter beschikking staat, hetgeen in sterke mate bij
draagt tot verhoging van de paraatheid van de brandweer.
"Voorts"