Voorts is als reserve een groep vrijwilligers disponibel, die
bij brand worden opgeroepen, ten einde in geval van een volgen
de brandmelding, wanneer de uitgerukte beroepsbrandweer nog
niet is teruggekeerd, voor de brandbestrijding te kunnen worden
ingezet. Van de aanwezige personeelsgroepen, te weten het be-
roepspersoneelhet personeel bestaande uit voor het verrichten
van brandweerdiensten aangewezen ambtenaren van gemeentepolitie
en het vrijwillig niet-beroepspersoneeldient de sterkte te
worden vastgesteld. In artikel 7 van het ontwerp is terzake een
voorziening getroffen.
Voor de paraatheid van de brandweer is het voorts van groot
belang, dat het personeel behalve de vereiste vakbekwaamheid
tevens de voor de brandweerdienst vereiste lichamelijke en gees
telijke geschiktheid bezit. Met dit laatste wordt het terrein
van de rechtstoestand van het personeel betreden. Het zou te
ver gaan en het zou trouwens uit een oogpunt van een juiste
systematiek mede niet juist zijn om in de verordening een uit
puttende rechtspositieregeling op te nemen. Zulks is ook niet
nodig, daar de rechtspositie van het personeel elders op bevre
digende wijze is geregeld. Evenwel is het nodig de volgende
uitzondering te maken.
Volgens het Algemeen Ambtenarenreglement wordt aan de amb
tenaar. die de volgens artikel 48, lid 1, sub a, van de Pensioen
wet 1922 Stbl. no. 240) voor het recht op ouderdomspensioen
vereiste leeftijd - dit is de 65-jarige leeftijd - heeft be
reikt, eervol ontslag verleend. Daar echter, evenals de ambte
naren van Rijks- en gemeentepolitie het geüniformeerde perso
neel van de gemeentelijke beroeps brandweren en van de beroeps
kerneningedeeld bij andere gemeentelijke brandweren, zijn aan
gewezen als betrekkingen, waarvan de bekleders bij het bereiken
van de leeftijd van 55 jaren in aanmerking komen voor vervroegd
ouderdomspensioen, is in artikel 8 van het ontwerp een voorzie
ning getroffen, op grond waarvan een ambtenaar, behorende tot
het beroepspersoneelvoor wie de brandweer te zwaar valt, bij
het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd eervol kan
worden ontslagen. Zo is in genoemd artikel tevens bepaald, dat
aan vrijwilligers bij het bereiken van de 55-jarige leeftijd
eervol ontslag kan worden verleend. De Commissie voor Georga
niseerd Overleg hier ter stede heeft tegen opname van de be
doelde bepalingen geen bezwaar
5Beheer.
In deze gemeente levert de bluswatervoorziening geen moei
lijkheden op. Over het algemeen maakt de brandweer bij het blus-
singswerk gebruik van brandkranen en waar geen brandkranen zijn,
is voldoend open water aanwezig. Ook zijn er nog brandputten
disponibel, maar door de aanwezigheid van de waterleiding wordt
daarvan geen gebruik meer gemaakt.
Het is echter mogelijk, dat ten behoeve van de bescherming be
volking de oude brandputten weder betekenis zullen krijgen en
dat nieuwe brandputten, brandvijvers e.d. aangelegd moeten wor
den. Hiermede is voor wat betreft de controle in artikel 12,
tweede lid, sub e, rekening gehouden.
Op grond van het bovenstaande geven wij U in overweging
over te gaan tot vaststelling van het hierna afgedrukte besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
Verzonden 10 Juli 1954- J« Hooij 1.-Secretaris
Ho. 7675.
D3 RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
9 Juli 1954 (bijlage no. 117);
BESLUI T s
vast te stellen de volgende verordening;
VERORDENING betreffende de organisatie
en het beheer van de gemeentelijke
brandweer
HOOFDSTUK I.
De taak van de brandweer.
Artikel 1
1Er is een gemeentelijke brandweer, welke optreedt ten behoeve
van de vervulling van de bij artikel 209, onder n, der Gemeen
tewet aan burgemeester en wethouders opgedragen zorg voor het
voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van
brandgevaar, alsmede het voorkomen en beperken van ongevallen
bij brand en al hetgeen met een enander verband houdt.
2. De brandweer is bovendien belast met het al dan niet tegen be
taling verrichten van andere werkzaamheden, welke haar door
of namens burgemeester en wethouders worden opgedragen.
HOOFDSTUK II.
De organisatie
Artikel 2.
Aan de brandweer worden dienstgebouwen of -vertrekken en ma
terieel ter beschikking gesteld in een zodanige omvang en van
een zodanige hoedanigheid, dat een en ander, in aanmerking
genomen de oppervlakte van de gemeente, de aard en de omvang
van de bebouwing, de bebouwingsdichtheid, het gebruik van ge
bouwen en terreinen, de locale verbindingen, de bluswatervoor
ziening en eventueel andere omstandighedendie van invloed
zijn op de omvang van de brandweertaak, zoals omschreven in
artikel 1, eerste lid, voldoende is om een behoorlijke uit
oefening van die taak verzekerd te doen zijn.
Artikel 3.
Burgemeester en wethouders regelen het gebruik van de dienst
gebouwen of -vertrekken en het materieel zodanig, dat de
brandweer onder meer daardoor in staat wordt gesteld haar taak,
als omschreven in artikel 1eerste lid, op doeltreffende wij
ze te vervullen.
Artikel 4.
Inzake de bluswatervoorziening worden zodanige,maatregelen ge
troffen, dat, in aanmerking genomen het aanwezige materieel,
de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk verzekerd
is.
"Artikel 5!'