•f
No. 7853.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
9 Juli 1954 (bijlage no. 130)
BESLUIT
I. met de vereniging "Leeuwarder Watersport" de volgende
overeenkomst aan te gaans
a. de gemeente neemt van de vereniging in eigendom over twee
gedeelten van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeu
warden, sectie G, no. 11885, op de bij dit besluit beho
rende tekening rood- en geelomlijnd, respectievelijk groot
130 m2 en 135 m2
b. cTe gemeente draagt aan de vereniging in eigendom over een
gedeelte van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeu
warden, sectie G, no. 14161 (met inbegrip van de damwand
welke zich aan de oostzijde van dit perceelsgedeelte be
vindt), op de bij dit besluit behorende tekening blauw- en
groenomlijndgroot plm. 240 m2
De ruiling geschiedt op de volgende bedingen
1. de over te dragen gronden worden vrij van hypotheek, beslag
en huur aanvaard en verder in de toestand, waarin deze zich
ten tijde van de eigendomsoverdracht bevinden;
2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de
akte van overdracht;
3. het risico voor, het onderhoud van en alle van de over te
dragen gronden geheven wordende lasten en belastingen komen
van de onder 2 bedoelde datum af voor rekening van de nieuwe
e igenaren
4. de overdragende partijen zijn tot geen andere vrijwaring ge
houden dan tot die wegens uitwinning;
5. elke actie tot ontbinding van de gesloten overeenkomst op
grond van de artikelen 1302 en 1303 van het burgerlijk wet
boek wordt uitgesloten;
6. alle op de ruiling van grond vallende kosten komen voor re
kening van de gemeente Leeuwarden;
II. ten behoeve en ten nutte van het perceel, kadastraal
bekend gemeente Leeuwarden, sectie G, no. 14161, alsmede van
het op de bij dit besluit behorende tekening roodomlijnde per
ceel, thans nog deel uitmakende van het perceel, kadastraal be
kend alsvoren,no. 11885, als heersende erven, en ten laste van
het overblijvende deel van het perceel no. 11885, als lijdend
erf, worden gevestigd:
a. de erfdienstbaarheid van verankering van een damwand, hier
in bestaande, dat de damwand, welke zich in het heersende
erf bevindt, in het lijdende erf mag worden verankerd.
Hierop zijn de volgende bepalingen van toepassing:
1. na het aanbrengen, onderhouden of verwijderen van de veran
kering in het lijdende erf wordt dit erf door de eigenaar
van het heersende erf zo spoedig mogelijk in orde gebracht
en in goede staat opgeleverd;
2. elke actie tot ontbinding van de gesloten overeenkomst op
grond van de artikelen 1302 en 13 03 van het burgerlijk wet
boek wordt uitgesloten;
II -z"